Samenvatting: Public Sector Economics

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Public sector economics

• HC1&2

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/09/2015
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het verschil tussen de organisache gedachtengang en de mechanische gedachtengang?

  -De organische gedachtegang gaat ervan uit dat de samenleving wordt gezien als een natuurlijk organisme waarin elk individu deel is van deze gemeenschap. (bijv, nazisme)
  -De mechanische gedachtegang gaat ervan uit dat de overheid een organisme is dat gecreëerd is door de maatschappij om de doelen van de maatschappij te behalen.

• Uit welke twee lagen bestaat de Nederlandse rijksoverheid?

  Deze bestaat uit:
  1: de Rijksoverheid
  2: Provincies,gemeenten en waterschappen.

• Welke twee manieren zijn er om de omvang van de Rijksoverheid te meten?

  1:Het aantal mensen tellen dat te werk gesteld is bij de overheid
  2: Een optelsom maken van alle uitgaven die lopen via het overheidsbudget.

• Welke problemen kunnen zich voordoen bij een expiriment?

  Er kunnen ethische problemen ontstaan
  Er kunnen technische problemen ontstaan
  Er kan bias ontstaan
  Er kan sprake zijn van een gelimiteerde tijdsduur
  De resultaten kunnen gegeneraliseerd worden naar andere groepen

• Wat laat de production possibilities curve  (PPC) zien?

  Deze curve laat de maximale productie zien. Wanneer je kan bijvoorbeeld kiezen om 100% appels te verbouwen en 0% olijven. Of 70% appels en 30% olijven etc.

• Welke theorema's zijn opgesteld in de welvaartseconomie naar aanleiding van de edgeworth box?

  Het eerste theorema stelt dat er een pareto efficiente allocatie ontstaat als alle producenten en consumetnten in de markt evenwichtig zijn, net als bij de invisible hand van Adam smith is er geen overheidsbemoeienis. 
  Het tweede theorema stelt dat er door afspraken over de allocatie ook tot een pareto efficiëntie gekomen kan worden.

• Hoe zou je in een grafiek de maximale welvaart kunnen zien?

  Dit zie je door de utility possible curve te combineren met de indifferentiatiecurve. Het snijpunt dat het verst naar buiten ligt is de maximaal haalbare welvaart.

• HC3&4

  Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/09/2015
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het verschil tussen een publiek goed en een privaat goed?

  Een publiek goed is nonrival en ninexcludable.
  Een privaat goed is rival en excludable.

• Welke mengvormen tussen publieke- en private goederen kennen we?

  publieke goederen :-nonexcludable en nonrival
  gemeenschappelijke bronnen: -nonexcludable en rival
  private goederen: -excludable en rival
  natuurlijk monopolie: -excludable en nonrival.

• De vraag of een goed geproduceerd moet worden door publieke of private sector hangt af van een aantal criteria, welke?

  -lonen en materiële kosten
  -administratieve kosten
  -diversiteit van smaak
  -distributieprobleem