Interorganisationele netwerken, coproductie en netwerkmanagement
5 belangrijke vragen over Interorganisationele netwerken, coproductie en netwerkmanagement
Wat wordt er bedoeld met de structuur van een netwerk?
-- Maximale dichtheid van structuur: constant interactie tussen organisaties en zijn met elkaar verbonden en werken samen
-- Maximale centralisatie: besluiten zijn centraal geregeld
Informatie komt bij center terecht en die verspreidt het
Voordeel: efficiënt
Nadeel: center kan ook informatie niet verspreiden
Wat wordt er bedoeld met het bestuur van een netwerk?
3 soorten netwerken:
-- Zelfregulerend netwerk
-- Leid netwerk
-- NAO: netwerk administratieve organisatie: om te netwerken en te coördineren
Wat vraagt een netwerkorganisatie van publieke managers?
- Mobiliseren: betrokkenheid bij het netwerk en de doelen creëren
- Synthetiseren: faciliteren van communicatie en besluitvorming
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe verhouden de publieke waarden en netwerkorganisatie zich tot elkaar?
- Netwerken kunnen effectief complexe problemen aanpakken (effectiviteit)
- Efficiency door bijv. informatie-uitwisseling (efficiency)
Theta
- Veel verschillende stakeholders kunnen betrokken worden (legitimiteit)
- Aan wie wordt verantwoording afgelegd? (accountability) -> spanning
Lambda
- Netwerken zijn flexibel en kunnen zich aanpassen (adaptiviteit)
- Ook wel weer een tegenstrijdigheid: in hoeverre is er nog sprake van robuustheid van de eigen organisatie
Welke verschillende rollen kan een professional aannemen tijdens de samenwerking met de burger?
- Leiders: meer sturend
- Bemiddelaars: zorgen voor soepele en efficiënte samenwerking
- Vertegenwoordiger: belangenbehartiging van de burger
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden