Publiek Management verandering in Nederland (vanaf oorlog tot jaren 90)

76 belangrijke vragen over Publiek Management verandering in Nederland (vanaf oorlog tot jaren 90)

Wat was een paradox met betrekking tot de flinke bezuinigingen bij de lokale overheid?

De nationale overheid had de mogelijkheid om een anticyclische Keynesiaans model aan te houden. Zij konden de tekorten op laten lopen. De lokale overheden kunnen dit niet en krijgen hierdoor dus de rekening gepresenteerd. Zij kwamen in grote financiële problemen omdat zij de begroting wel sluitend moeten maken. Bezuinigingen op rijksniveau waren nauwelijks merkbaar bij de ministeries. 

Waarom was het zo'n probleem om de tekorten terug te brengen binnen de lokale overheid?

- in economisch zwaar weer nemen de inkomsten af maar stijgen de uitgaven i.v.m. sociale zekerheid
- De lokale overheid had weinig financiële autonomie; alleen eigen inkomsten en gemeentefonds waren vrij besteedbaar. Echter komt het meeste geld van de Rijksoverheid (voor specifieke taken). Hierop werd bezuinigd en bovendien heeft de lokale overheid weinig te zeggen over de hoogte van belastingen in de gemeente
- Ook binnen de vrij besteedbare inkomsten wordt de lokale overheid beperkt door financiële, juridische en bestuurlijke inflexibiliteit. 
- De financiële problemen waren zowel horizontaal als verticaal merkbaar

Wat hield het BBI in (beleid en- beheersinstrumentarium)? 

Doordat er weinig inzicht was in de financiële middelen van de lokale overheid werd er een nieuw informatiesysteem opgezet met betrekking tot planning en control.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarop was de BBI gebaseerd?

- Informatie op maat; minder maar betere informatie
- Informatie over beleid en de financiën over beleid: welke producten tegen welke kosten
- Van doelen naar taken; taakspecificatie: effectiever beleid

Welke drie taken werden gezien als taken voor het 'concern' in het sectorenmodel?

- Concern planning en control
- Concern strategie; voorbereiding en implementatie van lange termijn beleid
- Beleidscoördinatie; afstemming tussen beleidsterreinen

Welke 4 soorten rollen voor het college en de gemeentesecretaris worden aangeduid binnen het sectorenmodel?

- Staf rol: Het college bestuurt en coördineert de uitvoerende diensten. De gemeentesecretaris dient als ondersteuning
- Primus-inter-paris: De uitvoerende diensten zijn autonoom. Het college en het secretariaat blijven op afstand.
- Controller: zowel het college als het secretariaat sturen de diensten aan.
- President -directeur: De gemeentesecretaris stuurt de diensten aan. Het college houdt zich op afstand.

Welke vier concern controllers onderscheid de gemeentesecretaris de Vries van Leiden (1995)

- de betrokken controller: betrokken bij de besluitvorming, verantwoordelijk voor het management, weinig aandacht voor financiële administratie
- de onafhankelijke controller: Nadruk op financiële administratie, weinig invloed op besluitvorming.
- de splitcontroller: Enerzijds analyserende-adviserende rol, anderzijds voor de financiële rol. Meerdere controllers --> coördinatieproblemen.
- Strong controller: Verantwoordelijk over het gehele management en administratie. Span of control problemen, verwarring tussen lijn en staffuncties.

Wat was een belangrijke ontwikkeling begin 20ste eeuw voor de overheid?

Progressive Era: De professionalisering van de lokale bureaucratie (professional city managers)

Wat zijn typische kenmerken van de uitvoerende diensten in de hervormingen van de jaren 80 (tijdens sectoralisering)?

- Grote mate van autonomie
- Integrale management verantwoordelijkheden
- Contract management

Wat zijn de belangrijkste onderliggende referentiekaders voor NPM?

- Bedrijfsmatige managementconstructies: nadruk op efficiëntie. Dit had verkleining van het openbaar bestuur tot gevolg
- Resultaatgericht management (output criteria)
- Marginalisatie van taken van de gemeentesecretaris
- Rol van politici verkleinen
- Bron van ideeën uit de bedrijfsbestuur
- Decentralisatie van taken. Diensten en agentschappen meer autonomie.

Wat waren belangrijke kenmerken voor de hervormingen in de jaren 90?

- Door bezuinigingen stonden externe relaties onder spanning
- Steden probeerden bedrijfsgerelateerde relaties op te bouwen
- Publiek private samenwerking was het nieuwe toverwoord
- output criteria werd ontwikkeld, ofwel prestatiegericht management

Welke 3 overheidsrollen nam de gemeente Tilburg aan bij de hervormingen?

- De participerende overheid
- Een dienstverlenende overheid
- De interactieve overheid

Wat hield de sociale hervorming in?

Dat er meer een bottom up benadering wordt gehanteerd voor de beleidsvorming en waar dus burgers meer bij de besluitvorming worden betrokken. Bovendien kwam er een transitie van een verzorgingsstaat naar een vrije markt systeem, voor meer klantgerichtheid en concurrentie. De overheid staat niet meer hiërarchisch boven de burger 

Voorgestelde hervormingen (meer efficiëntie en productiviteit) werden gebaseerd op kwantitatieve gegevens van budget en personeel n.a.v. de financiële tekorten. Wat voor problemen zijn er met deze gegevens?

- Multi interpretabel
- Technisch probleem: sommige gegevens worden niet meegenomen
- spending departments: budget omvat niet alleen personeel en huisvesting
- Er wordt alleen gekeken naar de concern ambtenaren en niet naar de uitvoerende ambtenaren

Wanneer is er ruimte voor hervorming, kijkende naar budget?

Indien de onkosten (personeel, huisvesting, materieel) veel te hoog zijn

Tussen '82-'89 domineerde het kabinet Lubbers (CDA-VVD). Wat waren de hoofddoelen van dit kabinet?

- terugdringen van budgettaire tekorten
- Verzorgingsstaat inkrimpen
- Stimuleren van markteconomie

Wat waren belangrijke uitgangspunten binnen de hervormingen die kabinet Lubbers voorstelde in 1982?

De overheidshervorming kwam onder de naam 'De grote operaties':
- decentralisatie (
- deregulering (minder kosten, echter werd ingezet op kwaliteit regelgeving)
- privatisering (stimulering marktsector en verlaging personeelsomvang)
- heroverweging van interne taken en coördinatie
- reorganisatie van de burgerservice
- korten in personeelsbestand

Wat was de belangrijkste hervorming begin jaren 90 in het kabinet Lubbers III?

De sociale vernieuwing. De aandacht verschoof naar de burger door bottom up benaderingen. De kwaliteit van de dienstverlening stond centraal wat als gevolg had dat vele diensten geautonomiseerd werden.

Welke 4 onderwerpen werden onderzocht over bestuurlijke vernieuwing door de installatie van 4 commissies?

- relatie tussen autonomie en ministeriële verantwoordelijkheid
- meer coördinerende rol voor de MP
- het direct verkiezen van burgemeesters
- het samenbrengen van verschillende onderdelen van ministeries.

Met welke 2 benaderingen kwam de WRR in 1983 als oplossing voor de overheidssturing?

- technocratische benadering: een actieve overheid waarbij vooral de aandacht ligt bij uitvoerende diensten en prestatie georiënteerde zaken
- de sociocratische benadering: de overheid als mediator. Meer zelfsturing van de maatschappij.

Wat was de voornaamste hervorming in Kabinet Kok?

Van verzelfstandiging en privatisering naar management efficiency (zelfbewuste topambtenaar en veel autonomie aan diensten ivm primaire taken)

Welke manieren werden o.a. gebruikt om de begrotingstekort terug te dringen bij de centrale overheid op gebied van financieel en personeelsmanagement?

- stoppen met open-end regelingen: geen budgetplafond
- simpelweg minder uitgeven

Welke 3 speerpunten waren er nadat de financiële administratie op orde was zodat de overheid effectief en efficiënter kon werken?

- Marktmechanisme
- Resultaatgericht management
- Gebruik van lange termijn boekhoudsysteem (dit geeft ook ontwikkelingen in de toekomst weer naast de gebruikelijke transacties)

Wat werd er verstaan onder resultaat gericht management?

diensten kregen veel autonomie. Er werden agentschappen opgericht die werden gecontroleerd op de outputs. Dit werd transparant voor een stimulering van efficiency. Door middel van contractmanagement werden er duidelijke afspraken gemaakt over levering van producten en diensten, de hoeveelheid en de prijs.

Wat was een belangrijke maatregel op gebied van personeelsmanagement in de jaren 80?

- De periodieke salarisverhoging af te schaffen en te betalen op basis van prestaties en resultaten. Tevens was dit om het personeel vast te houden want buiten de overheid konden ze meer verdienen.

- De normalisering van arbeidsrelaties. De arbeidsrelaties nam vormen aan zoals die in de private sector worden gehanteerd.

Wat waren mogelijkheden om de verkokering tegen te gaan, of in ieder geval bruggen te slaan tussen de verschillende beleidssectoren?

- Bestuursraden
- Algemene bestuursdienst
- Integraal management

Wat hielden bestuursraden in begin jaren 90?

Dit waren raden met daarin de secretaris generaal en de directoraten-generaal met als doel de sectorale fragmentatie tussen de ministeries te verkleinen, de coördinatie op beleid te verhogen en het verbeteren van strategische sturing op ministeries.

Wat was de kritiek op de bestuursraden?

Het was onduidelijk waar de SG en de DG verantwoordelijk voor waren.

Wat hield de Algemene bestuursdienst in, die in 1995 werd opgericht?

Deze dienst bestond uit alle topambtenaren die door verschillende trainingen mobiel inzetbaar waren op verschillende ministeries (om de 5 jaar)

Wat wordt verstaan onder integraal management?

Taken moesten zo ver mogelijk beneden in de organisatie worden geplaatst. De integratie tussen deze taken werd beheert via contractmanagement, outputfinanciën en resultaatgericht plannen.

Op welke 3 manieren zijn de taken van de overheid in Nederland verzelfstandigd?

- Privatisering: Organisatorisch extern, juridisch privaat.
- ZBO's: Organisatorisch extern, juridisch publiek
- Agentschappen: organisatorisch intern,  juridisch publiek.

In het begin van jaren 80 kwam het begrip zelfbeheer. Wat wordt hiermee bedoeld?

De autonomie van een agentschap verhoogd maar blijft onder ministeriële verantwoordelijkheid staan (contractmanagement)

Wat wordt er verstaan onder een zelfstandig bestuursorgaan?

Een organisatie die is opgericht door publieksrechtelijke lichamen die openbare taken uitvoert maar niet ondergeschikt is aan de minister.

Aan welke 6 voorwaarden moest een organisatie voldoen om als agentschap te kunnen worden beschouwd?

- aangeboden producten en diensten zijn meetbaar
- in bezit van een auditors certificaat
- realistische mogelijkheid tot meetbare efficiëntie verbeteringen
- productieprocessen zijn omschreven in producten en diensten
- moet aangeven wanneer zij verwachte efficiëntie verbeteringen kunnen meten
- aanwezigheid van een extern resultaatgericht, controle beheer en interne planning

Wat waren de voornaamste motieven voor privatisering in de jaren 80?

- inkrimpen overheidstaken
- herleving van de private marktsector
- effectief en efficiënt management

Wat waren de voornaamste motieven voor zelfbestuur?

- toename marginale autonomie
- effectief en efficiënt management

Wat waren de voornaamste motieven voor oprichting ZBO's?

- rationalisering van de overheid
- betrokkenheid van experts
- objectieve taakvervulling
- participatie van belangengroepen

Wat waren de voornaamste motieven voor oprichting agentschappen?

- kwaliteit, effectiviteit en efficiëntie
- onderscheid tussen beleid en uitvoering
- toenemende autonomie uitvoering

Wat waren de voornaamste motieven voor privatisering in de jaren 90?

- Bestuurlijke stroomlijning
- EU regelgeving voor concurrentie
- effectiviteit en efficiëntie

Geef een omschrijving van de ‘new public management’ hervormingstrend bij Westerse overheden.

New Public Management definitie:
1) bedrijfsmatig management
2) klantgerichtheid
3) markt-competitie.
performamce measures, output control, disaggregation of units, competition, private sector style management, discipline and parsimony.

Wat zijn de redenen dat vele westerse overheden in de jaren ’80 en ’90 management hervormingen invoerden?

economische recessie - overheidstekorten - bezuinigingen. Bij tekort op begroting drie oplossingen:
1) meer inkomsten c.q. belasting verhoging. (zit een grens aan)
2) uitgaven minder. Dus snijden in sociale voorzieningen.
3) meer doen met minder geld. Efficiency verbetering. Dus bedrijfsmatig zakelijk management.

Geef voorbeelden van management hervormingen begin jaren ’90 in de Verenigde Staten.

- Osborne and Gaebler (1992) Reinventing Government. Entrepreneurial Spirit in Public Sector.

- Vice President Al Gore (1993) National Performance Review. From red tape to results. Creating a government that works better and costs less.

Geef voorbeelden van ‘new public management’ hervormingen in Groot-Brittannië.

Voorbeeld bedrijfsmanagement: prime-minister Thatcher: scrutinizes, Financial management initiative, Next Steps agencies.

 

Voorbeeld klantgerichtheid: prime-minister Major: Citizen Charter.

  Voorbeeld markt competitie: Major: Competing for Quality. Market 

Waarom houden ontwikkelingen in bestuurswetenschappen verband met ontwikkelingen in praktijk van openbaar bestuur? Waarom geldt dit anders/minder/niet in natuurwetenschappen?

Studie van openbaar bestuur houdt uiteraard verband met object van onderzoek. In sterk legalistische staten (nu nog in Italië, Duitsland, in 19e eeuw ook in Nederland) overheerst publiek recht. In VS en huidig Nederland meer sociaal-politiek-wetenschappelijke benadering van bestuurskunde. Voorbeeld is Amerikaanse democratie model ‘pluralisme’ dat in jaren ’70 in Europese politieke en bestuurswetenschappen wordt bekritiseerd door eigen Europees democratie model van ‘neo-corporatisme’.

 

Objectieve waarheid en algemene natuurwetten bestaan ook niet in natuurkunde. In algemene wetenschapsfilosofie van ‘kritisch rationalisme’ geldt belang van gezichtspunt, paradigma etc. 

Omdat bestuurswetenschappen verband houden met openbaar bestuur verschillen deze derhalve per land. De grote invloed van Amerikaanse bestuurswetenschappen in Noordwest Europa en Nederland is dus paradoxaal. Licht dit toe.

Bestuurskunde verschilt per land op basis van:
- staat en politiek: ge(de)centraliseerde eenheidsstaat, federatie, meerpartijensystemen, minderheidskabinetten, twee partijen systeem, rechtsstaat
- relatie tussen staat en samenleving: consensusdemocratie, neo-corporatisme vs. pluralisme, individualistisch (amerika) of betrokken (europa)
- samenleving: sociaal-politieke breuklijnen, subculturen, individualisme

 Schets belangrijke recente overheidshervormingen in Duitsland en België.

Duitsland: Hereniging in 1989 na de val van de Berlijnse Muur. Neuersturingsmodel werd ingevoerd naar Tilburgs voorbeeld.
Belgie: Werd van een eenheidsstaat een federale staat

Waarom kwamen de bezuinigingen in de jaren 1980 bij gemeenten zo hard aan

Gemeenten moeten een sluitende begroting hebben. Gebeurt dit niet , komen ze onder curatele van de provincie te staan volgens artikel 12. 

Gemeenten hebben eigen inkomsten zoals heffingen en belastingen maar dit is slechts 11% van de begroting. Gemeenten zijn voornamelijk afhankelijk van het Gemeentefonds en de specifieke uitkering van het Rijk. Als het Rijk door bezuinigingen hierop kort, wordt het voor gemeenten steeds moeilijker om de begroting sluitend te maken. 

Dit is de reden dat veel overheidshervormingen lokaal begonnen

Omschrijf het nieuw financieel management en control systeem (beleids en beheersinstrumentarium BBI).

Dit was een nieuw planning en budgeting systeem:
- informatie op maat: minder maar betere informatie
- informatie over beleid en financiën
- van doelen naar taken

Fasen in BBI: algemeen plan, jaarplan, management reports, jaarverslag en rekening.

Omschrijf het concern-diensten model. Ga daarbij in op de rol van de concern staff (gemeentesecretaris)

Decentralisatie van beleid en uitvoering naar klein aantal sector diensten. Beperkte rol concern staf (gemeentesecretarie): concern planning en control, strategie en beleidscoördinatie tussen sectoren. Verschillende mogelijke rollen voor gemeentesecretaris.

Wat was het achterliggende referentiekader achter de gemeentelijke hervorming. Waar kwam dat vandaan?

In het algemeen Business management, als toverwoord voor efficiency. In het bijzonder BBI en contractmanagement. Concern-diensten was vertaling van multidivisional corporation model van Peter Drucker naar gemeenten. Decentralisatie van large corporation naar autonome divisies.

Noem enige hervormingen in financieel management bij de rijksoverheid in jaren ‘90.

Na de operatie Comptabel Bestel die de departementale financiën op orde bracht, shift van rechtmatigheid naar doelmatigheid. Sturen op resultaat. Eerst agentschap model waarbij kosten-baten-stelsel (accrual accounting) werd ingevoerd. Toen verdere ontwikkeling resultaatgericht sturen. 

Wat is de betekenis van ‘resultaatgericht sturen’?

Op outputs en outcomes sturen. Outcomes zijn uiteindelijke effecten van prestaties van overheidsdienst. Outputs zijn gekwantificeerde prestaties van overheidsdienst.

Noem enige hervormingen in personeelsmanagement bij de rijksoverheid in de jaren ’80 en ‘90.

- Arbeidsmarkt bonus. 
- Prestatiegericht belonen. 
- Extra bonus voor excellent functioneren. 
- Normalisatie van arbeidsverhoudingen overheidspersoneel. (CAO)
- Privatisering ABP.

Wat is een Bestuursraad? Wat zijn de beoogde voordelen? Waarin verschilt het van het klassieke SG-DG-model? Wat is de kritiek op het Bestuursraad model?

Bestuursraad is collegiaal team van secretaris-generaal en directeuren-generaal. Taken waren langere termijn strategisch beleid, en sector overstijgend integraal beleid. Raad heeft collectieve verantwoordelijkheid. Kritieken: onduidelijke verantwoordelijkheden, wie is waar voor bevoegd. Bestuursraad alleen zinvol als verkokering echt probleem was en beleidssectoren homogeen waren.

Wat doet de Algemene Bestuurdienst (ABD)? Wat is de bedoeling? Wat zijn de bedenkingen tegen de ABD?

ABD is werkgever van alle topambtenaren. Bemiddelt bij vacatures. Bedoeling dat topambtenaren elke 5 jaar verkassen van departement. Interdepartementale mobiliteit. Tegengaan verkokering door generalisten te maken. Bedenkingen zijn dat ambtenaren toch primair loyaal zijn aan eigen minister, aan eigen koker.

Wat is integraal management? Wat is het D/D/D model op ministerie van Verkeer en Waterstaat?

Integraal management betekent dat staf functies (personeel, informatie, organisatie, financiën, huisvesting, afgekort PIOFAH) ondergebracht worden in de lijn.

Wat betekent verzelfstandiging van een uitvoerende overheidsdienst?

Het autonomiseren van een uitvoerende dienst. 

Wat zijn mogelijke motieven voor de oprichting van een ZBO? Geef ook voorbeelden.

Deskundigheidsmotief, onafhankelijkheidsmotief, belanghebbendenmotief. (Kadaster, CBS, CPB)

Wat is privatisering? Wat is verschil met ZBO?

Privatisering is privaatrechtelijk maken van overheidsdienst. Vormen: afstoting, verzelfstandiging, uitbesteding. Verschil is dat ZBO publiekrechtelijk is.

Wat is een ‘agentschap’? Wat was reden voor agentschappen in grote efficiency operatie?

is dienst met versoepeld beheersregime (zelfbeheer): onderscheid tussen personeel en materieel vervalt, integrale topformatie, meerjaarse reservering (baten-lasten-stelsel).

 

Bij GEO ging het uiteindelijk toch om bezuinigen. Dat was primair motief. Secundair motief was verbetering kwaliteit functioneren rijksoverheid.

Noem enkele tegenbewegingen tegen verzelfstandiging medio jaren ’90.

Tegenbeweging eerst rapport commissie Sint: waarschuwing tegen al te gemakkelijk extern verzelfstandigen. Tweede was Rekenkamer rapport: parlementaire controle op ZBO’s schoot tekort.

Wat is een ‘kerndepartement’? Waar komt die gedachte vandaan?

departement dat zich bezig houdt met beleidsmatige ‘kerntaak’. Is spiegelbeeld van verzelfstandigen. Uitvoering uit departement, blijft over beleid. Dat is kerntaak. Eigenlijk zou kerntaak niet impliciet consequentie maar expliciete uitgangspunt moeten zijn. Commissie Wiegel (departementale herindeling) en college van secretarissen-generaal waarschuwden.

Aansturing van verzelfstandigde diensten leek het voornaamste probleem te worden. Licht dit toe.

Wederzijdse aansturing tussen kerndepartement en verzelfstandigde dienst. Kan niet zoals vroeger, niet langer hiërarchisch ondergeschikt. Sturen op afstand. Geen bemoeienis met operationele details, sturen op hoofdlijnen. Gaat niet alleen om management, ook om beleid en inhoud. Professionele autonome organisatie is anders. 

Welke ‘key-features’ van politiek-administrative systemen (welke management reform beïnvloeden) onderscheiden Pollitt en Bouckaert?

1. Staat structuur (centraal-decentraal en eenheidstaat-federaal) 
2. Aard van uitvoerende centrale overheid (majoritarian en consensus) 
3. politiek-ambtelijke verhoudingen (separate-integrated en level of politicisation) 
4. dominante bestuurlijke cultuur (anglo-saxon publiek belang vs.rechtsstaat) 
5. diversiteit in politiek advies (civil servants, consultants, academics).

Hoe beïnvloedt ‘basic state strucure’ management hervormingen?

Decentrale staten kunnen hervormingen niet aan lagere overheden opleggen. Hervormingen zijn daar minder breed en uniform. Idem dito bij verkokerde (fragmented) overheid.

Hoe beïnvloedt ‘majoritarian of consensus democracy’ management hervormingen?

Hervormingen in landen met twee-partijen majoritarian democracy zijn ingrijpender dan bij meer-partijen consensus coalitiekabinet. En overleg en consensus vertraagt hervorming.

is de invloed van politiek-ambtelijke verhoudingen op management hervormingen?

Hoge mate van politisering van ambtelijk apparaat leidt tot instabiliteit van hervormingen.

Wat is de invloed van ‘administrative culture’ op hervormingen?

In Rechtsstaat domineert legalistische cultuur, ambtenaren zijn juristen. Legalisme staat haaks op economisch referentiekader van public management.

Wat is de invloed van ‘sources of policy advice’?

Hoe diverser en breder de bronnen van beleidsadvies zijn, hoe waarschijnlijker het is dat nieuwe ideeën de oren van ministers bereiken en tot hervormingen leiden.

Schets de afwijkende vormen van staatsvorming in Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Nederland.

Groot-Brittannië geen absolute monarchie. Evenwicht tussen koning en aristocratie (parlement).

 

Verenigde Staten voorbeeld van ‘zwakke staat’. Sterke decentralisatie van centraal gezag, geografisch en functioneel.

 

Nederland republiek, geen monarchie. Zeven provinciën waren autonoom. Staat gefragmenteerd. Nauwelijks centraal gezag. Pas met Bataafse republiek centralisatie en natie staat vorming.

Wat is het belangrijke juridische verschil tussen openbaar bestuur in Angelsaksische landen en continentaal Europa? Noem ook andere juridische en staatsrechtelijke verschillen.

Common law versus public law. Na revolutie Frankrijk aparte wetgeving en rechtsspraak voor staatshandelingen. In Engeland zelfde common law voor privaat en publiek.


  Verder fundamenteel verschil tussen Europees Romanic law traditie en Engelse Common law traditie. Deductief, rationeel, algemene regels versus inductief, casuïstisch, vergelijken met voorgaande gevallen.

Waarom zijn kleine continentaal Europese landen eigenlijk interessanter dan de drie grote landen Duitsland, Frankrijk en Engeland?

Vele kleine landen (Finland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, Nederland, België, Zwitserland, Oostenrijk) vertonen sterke gelijkenis in belangrijke opzichten: consensus, neo-corporatism, maatschappelijke fragmentatie.

Omschrijf consensus model van democratie versus Whitehall model.

Twee-partijen versus meer-partijen. Coalitie-kabinet versus ‘winner takes all’. Proportionele verkiezing versus district stelsel. Geschreven grondwet.

Omschrijf neo-corporatisme model van democratie versus pluralisme.

Alternatief op Noord-Amerikaans model van pluralisme. Model in termen van belangenrepresentatie. Beperkt aantal belangengroepen, coherente idee, sterke organisatie, erkend door overheid, delegatie van uitvoering van taken.

Wat zijn conceptuele verschillen en overeenkomsten tussen consensus model en neo-corporatisme?

Verschillen: consensus gaat over politiek systeem, verkiezing, parlement, kabinet etc. Neo-corporatisme gaat over relatie staat-samenleving, sociaal-economische partners, n belangengroepen, verzuiling etc. Overeenkomsten: beide gaan over samenwerking overleg, compromis vorming, consensus. Beide vormen komen in zelfde landen voor.

Waarom is Nederland zo’n duidelijk voorbeeld van overheidsturing in kleine continentaal Europese landen?

Consensus en corporatisme in Nederland extreem duidelijk en in vele beleidssectoren is inspraak, advies, overleg etc wettelijk geregeld. Dus ook geïnstitutionaliseerd voorbeeld.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo