Samenvatting: Publiekrecht
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Publiekrecht
-
Staatsrecht week 1
Dit is een preview. Er zijn 81 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 04/02/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Welke wetten en verdragen horen bij strafrecht (publiekrecht)?
Wetboek van strafrecht en Strafvordering + losse wetten -
Typische staatsrechtelijke onderwerpen zijn:
De totstandkoming van wetten en regelingen
De gebondenheid van de overheid aan wetten en regelingen
De gebondenheid van de burger aan wetten en regelingen
De verdeling van bevoegdheden binnen een staat
De bescherming van burgers tegen het optreden van de staat
De handhaving van individuele vrijheden van burgers
(grondrechten) -
Kenmerk staat: grondgebied
(territorium) het stuk land tot aan de grens.
Omvang maakt niet uit
Nederland bestaat uit het grondgebied van Nederland (Europese deel) + Bonaire, Sint-Eustaitus en Saba (overzeese gemeenten)
en het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland, Curacao, Aruba en Sint-Maarten) -
Kenmerken staat: gezag
Het hoogste gezag wordt uitgeoefend door iedereen die zich binnen de staat bevindt.
De Nederlandse staat (en alle andere staten) is soeverein:
1. Iedere staat heft het recht om het gezag binnen zijn staat uit te oefenen en
2. Andere staten mogen zich niet bemoeien met binnenlandse aangelegenheden en moeten zich onthouden van agressie tegen een andere soevereine staat -
Wat staat er in het statuut?
Het statuut is een regeling met betrekking tot de organisatie van het Koninkrijk en de verhouding tussen de landen die daartoe behoren
Het statuut:
Bepaalt dat de 4 afzonderlijke staten hun eigen aangelegenheden mogen behartigen.
Aruba, Curaçao en Sint-Maarten hebben daarom, net als Nederland, een eigen bestuur (regering), wetgever en rechterlijke macht.
De staten behartigen zelfstandig hun eigen aangelegenheden
De staten werken samen op bepaalde gebieden, zoals verdediging van het Koninkrijk en de buitenlandse betrekkingen -
Juridische benadering van het Nederlanderschap
Vrije toegang tot Nederland
Exterritoriale werking Wetboek van Strafrecht
Diplomatieke bescherming in buitenland
Niet-uitleveringsbeginsel
Nederlanders vallen in buitenland onder NL erfrecht en personen- en familierecht
Kiesrecht
Vervulling sommige openbare functies
Aanspraak op voorzieningen -
Vreemdelingen met rechtmatig verblijf in Nederland - welke soorten verblijfsvergunningen zijn er?
1. Visum (korter dan drie maanden)
2.Verblijfsvergunning regulier : bijvoorbeeld voor werken, studeren ofgezinsvorming . Hiervoor moet wel altijd eerst eenmachtiging tot voorlopig verblijf worden aangevraagd in het land van herkomst. Als die wordt afgegeven, dan pas kan je NL in reizen en eenreguliere vergunning aanvragen.3. Verblijfsvergunning asiel: een vergunning wegens ''bescherming''. Hoeft in land van herkomst niet eerst een visum aan te vragen
!!BOVENSTAANDE GELDT NIET VOOREU-BURGERS : die mogen vrij reizen, wonen en werken binnen deEU . -
Staatsrecht week 1 - studiehandleiding
Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 04/02/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom geldt in Nederland een identificatieplicht en hoe kunnen burgers hieraan voldoen?
In 1985 is het Verdrag van Schengen gesloten waarbij de paspoortcontroles aan de binnengrenzen van Europa zijn afgeschaft. Hierdoor is de noodzaak om in Nederland iemands identiteit te kunnen controleren, toegenomen. Iedereen vanaf 14 jaar, zowel Nederlanders als niet-Nederlanders moeten een identiteitsbewijs kunnen laten zien bij politiecontroles. -
Historische schets staatsvorming NL
•Voor 1579 is het huidige Nederland onderdeel van andere ‘rijken’.
•1579 Unie van Utrecht, Republiek 7 verenigde NL (statenbond).
•1581 Acte van Verlatinghe. Afscheiding van Spanje.
•1648 Vrede van Munster. 1581-1795 Nederland is een zelfstandige staat.
•1795 – 1813 Huidige Nederland onder invloed van en later bezet door Frankrijk.
•1814 Koninkrijk der Nederlanden (nwe Grondwet)
•1831 Afscheiding België
Datum hoef je niet te weten, alleen dat Nederland bij Spanje hoorde -
Wat is een bondsstaat en noem twee voorbeelden
Staat bestaande uit grotendeels onzelfstandige federale staten met een centraal federaal gezag.
Deelstaten deel van hun soevereiniteit overgedragen aan centraal gezag: federale bestuur/regering
regeling: constitutie
een deel van de macht ligt op één centraal punt, maar de regio’s binnen de staat hebben een grote vorm van autonomie
Voorbeelden: VS, Duitsland
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden