Begrippen - Losse wetten - Monumentenwet (Mw)

10 belangrijke vragen over Begrippen - Losse wetten - Monumentenwet (Mw)

7.2 Vraag 1

Welke procedure wordt gevolgd door B&W alvorens een beslissing te nemen op een aanvraag om omgevingsvergunning voor de forse uitbreiding van een beschermd Rijksmonument?

  • Voor uitbreiding monument is omgevingsvergunning nodig voor
         - Activiteit bouwen (Art 2.1 lid 1a Wabo)
         - Activiteit wijzigen (Art 2.1 lid 1f  Wabo)
  • Advies vragen aan Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed of aan gedeputeerde Staten (de gevallen waarin dit nodig is zijn aangegeven in Art 6.4 Besluit Omgevingsrecht= Bor is op de aanvraag om omgevingsvergunning de uitgebreide voorbereidingsprocedure (Art 3.10 Wabo) van toepassing.
  • Als er sprake is van een aanvraag waarbij geen advies van de Rijksdienst of gedeputeerde Staten nodig is wordt de reguliere voorbereidingsprocedure (Art 3.7 Wabo) gevolgd.

7.2  Vraag 3

Wat is in de monumentenwet geregeld ten aanzien van de aanwijzing van beschermde gemeentelijke en provinciale monumenten?

Dat is niet in de Monumentenwet geregeld. Als gemeenten ben provincies dit onderwerp willen regelen , moeten zij eigen gemeentelijke en provinciale monumentenverordeningen vaststellen.

7.2  Vraag 4

De gevraagde omgevingsvergunning voor het uitbreiden van een beschermd monument, behandeld met de reguliere procedure, wordt op grond van de Wabo geweigerd. Wat kan de gedupeerde aanvrager na bekendmaking van het besluit ondernemen?

Omdat de reguliere procedure wordt gevolgd, is de procedure:
  • bezwaar
  • beroep bij rechtbank
  • hoger beroep bij Afdeling Rechtspraak Raad vaan State
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

7.2  Vraag 5

Heeft het instellen van beroep bij de rechtbank automatisch een opschortende werking van de vergunning tot gevolg?

Nee, in Art. 6.1 tweede lid onder b en derde lid is bepaald dat de vergunning pas in werking treedt indien na ?? ommekomst ??? van de termijn uit Art 6:7 Awb tenzij er een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan.
het instellen van beroep is derhalve niet voldoende om de inwerkingtreding  van een vergunning uit te stellen, er zal tevens om een voorlopige voorziening moeten worden verzocht om de inwerkingtreding van de vergunning uit te stellen.

.7.2  Vraag 6

De belanghebbende meent dat hij schade lijdt door het weigeren van de omgevingsvergunning voor de uitbreiding van zijn beschermde Rijksmonument. Kan hij deze schade claimen bij de overheid?

Ja  de minister kent na horen schadebeoordelingscommissie schadevergoeding toe. (Art 22 t/m 29  Mw)

7.2  Vraag 7

Welk gevolg verbindt de Monumentenwet aan een onherroepelijke aanwijzing van een gebied tot beschermd stads- of dorpsgezicht?

De verplichting voor de raad om eventueel het geldende bestemmingsplan te herzien of een beheersverordening vast te stellen. (zie Art 36 lid 1 en 2 Mw)

7.2  Vraag 8

Waarom wordt een bestemmingsplan herzien als een gebied grotendeels is aangewezen als beschermd stadsgezicht ?

Dit is veelal verplicht op basis van Art 36 van de Monumentenwet. Het herziene bestemmingsplan bevat het stadsgezicht beschermde regels.

7.2  Vraag 9

Wat is een voorlopige aanwijzing (monumentenwet) en welk gevolg heeft zo,n aanwijzing?

Met een voorlopige aanwijzing wordt bedoeld dat een adviesaanvraag is gedaan waarin wordt onderzocht of de roerende zaak een beschermd Rijksmonument zou moeten worden. Vanaf het moment dat de mededeling is gedaan van de adviesaanvraag geldt ingevolge van Art 3 derde lid van de Monumentenwet samen met Art 5 tweede lid  aanhef onder a ,Monumenten wet dat de verboden van Art 11 Monumentenwet ook voor voorlopig aangewezen onroerende zaken van toepassing zijn.

7.2 Mc vraag 2

Een bedrijfsgebouw  wordt door de betrokken minister aangewezen als beschermd rijksmonument. De eigenaar is hierover ontstemd. Welke juridische mogelijkheid kan de eigenaar benutten tegen deze aanwijzing?

A- De rechtsbeschermingsmogelijkheden  van de Monumentenwet.
B- De rechtsbeschermingsmogelijkheden  van de Alg wet bestuursrecht
C- De rechtsbeschermingsmogelijkheden  van de Wet Ruimtelijke Ordening

.B- De rechtsbeschermingsmogelijkheden  van de Alg wet bestuursrecht

7.2 Mc vraag 3

Wie wijst/wijzen een beschermd stads- en dorpsgezicht in de zin van de Monumentenwet  aan?

A- Alleen de minister belast met Cultuur 
B- De ministers van Cultuur en Ruimtelijke ordening samen
C- Alleen de minister belast met Ruimtelijke ordening.

B- De ministers van Cultuur en Ruimtelijke ordening samen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo