Samenvatting: Pulsar | Ton van den Broek, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Pulsar | Ton van den Broek, Sjef Buil, Gerben de Jong, Joost Massolt, René van der Veen, Jos Verbeek, Paul Zuurbier
-
2 Licht
-
2.1 Spiegelen
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de hoek van de inval?
De hoek tussen de lijn vanuit het beeld waar je naar kijkt (dus bijv. de mond in de spiegel) en de normaal. -
Geef de formule voor de spiegelende terugkaatsing
i = t -
Hoe teken je de lijnen voor het 'spiegelbeeld' van de mond?
1. teken een lijn horizontaal vanuit de 'mond' door de spiegel heen.2. het spiegelbeeld van de mond ligt net zo ver achter te spiegel als er voor.3. Teken een lijn vanuit de ogen door de spiegel naar het spiegelbeeld.4. Teken een lijn vanaf de mond naar het punt weer de lijn vanuit de ogen de spiegel raakt.5. Teken de normaal. Dit is de lijn die loodrecht op de spiegel staat, daar waar de invalslijn (lijn vanuit de mond) in de spiegel komt. -
Wat is de brekingsindex? Wat weet je als hij groter wordt?
De brekingsindex isHoe groter de brekeingsindex, hoe groter de knik. -
Wat weet je van de knik van de lichtstraal als deze van lucht naar stof gaat?
- Knikt naar de normaal toe
- Hoek wordt dus kleiner
-
2.3 Lenzen
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Geef 4 kenmerken van als het beeld groter is dan het origineel
- Voorwerpafstand is kleiner dan de beeldafstand
- de grootheid V is kleiner dan de grootheid B
- om beeld groter te maken moet je de voorwerpafstand kleiner maken of de beeldafstand groter
- het beeld is een reëel beeld (kopie)
-
Wat gebeurd er als een lens sterker is?
- Hoe sterker de lens, hoe dichterbij het brandpunt
- Hoe sterker de lens, hoe groter de breking
-
3 Kracht en beweging
-
3.1 Krachten
Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Noem drie gevolgen van de werking van een kracht.
- de vorm kan veranderen (uitgerekt elastiek)
- de grootte van de snelheid van een voorwerp veranderd (snelheid krijgen van een voetbal)
- de richting van de snelheid veranderd (auto door de bocht)
-
Wat is een normaalkracht op een vloer?
een combinatie van de veerkracht van de vloer (die deukt in), je gewicht (kracht die je op de vloer uitoefent.) -
Hoeveel newton is 1 kg
9,8 N
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden