Bloeddrukregulatie

14 belangrijke vragen over Bloeddrukregulatie

Welke vaten bepalen voornamelijk de perifere weerstand? welke factoren bepalen de stromingsweerstand?

de arteriolen (oppervlak). stromingsweerstand wordt bepaald door viscositeit, vatdoorsnede, wandspanning (elasticiteit), compliantie (rekbaarheid), lengte, sheer rate en sheer stress.

de straal van het vat heeft de grootste invloed

Wat is de invloed van NO en endotheline bij de perifere weerstand?

NO:
acetylcholine, serotonine, histamine of shear stress zorgt ervoor dat endotheelcellen NO afgeven, waardoor guanylyl cyclase in gladde spiercellen geactiveerd wordt -> er ontstaat gCMP in de gladde spiercel -> fosforyleert MLCK (myosine light chain kinase) -> MLCK minder actief -> minder fosforylatie MLC door MLCK -> SERCA2 in SR neemt toe -> Ca daalt -> relaxatie vaatwand -> vasodilatatie

endotheline:
hypoxie of adrenaline, angiotensine II, vaatwandbeschadiging zorgt ervoor dat endotheelcellen endotheline afgeven -> ET-1 bindt aan endothelinereceptoren -> zorgt via fosfolipase C dat IP3 ontstaat -> IP3 zorgt voor een verhoging Ca concentratie -> Ca2+-CaM geactiveerd -> stimulatie MLCK om MLC te fosforyleren -> vasoconstrictie

Wat zijn de informatiekanalen van de baroreceptorreflex?

zenuwbanen die meelopen met de sinus zenuw en de n. glossopharyngeus (carotis)

zenuwbanen die meelopen met de depressortak van de n. vagus (aorta) -> naar de nucleus tractus sollitarius
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Geef aan welke verstoring optreedt bij orthostatische hypertensie

er is een te lage CO, doordat bloed niet snel genoeg terugkomt naar het hart en er dus een verlaagde venous return is.

Waarom is de baroreceptor niet voor de lange termijn geschikt?

omdat het setpoint na een tijd aanpast. acute regulatie is afhankelijk van schommelingen. na 2 dagen neemt de vuurfrequentie af, ookal is de bloeddruk nog steeds hoog

Stel dat je een 1/2 liter bloed doneert. dan krijg je een bloeddrukdaling en baroreflex om dit op te lossen. hoe vul je je circulerend volume echter weer aan?

  • vocht vanuit interstitium naar de bloedvaten (= transcapillaire refill) -> ECF neemt dan dus af
  • daarna zal de GFR afnemen, waardoor er dus minder urine zal worden uitgescheiden. de GFR neemt hierdoor af. verder worden osmoreceptoren gestimuleerd door de verlaagde osmolariteit van het bloed, als gevolg van het vocht dat vanuit het interstitium de vaten in is gegaan. -> drinken

Wat nemen de JGA cellen in de nieren precies waar?

een afgenomen GFR, dus dan denken ze dat dat komt door een afgenomen circulatoir volume, dus geven ze renine af.

Waarom is het soms ongunstig dat je RAAS systeem geactiveerd wordt bij uitdroging?

je krijgt dan meer Na reabsorptie en je hebt al een te hoge osmolaliteit door minder circulerend volume. door angiotensine II krijg je bovendien vasoconstrictie, waardoor iemand zijn warmte niet kwijtkan

Wat gebeurt er bij een toegenomen osmolaliteit?

  • stimulatie osmoreceptoren in hypothalamus -> ADH afgifte -> waterretentie
  • osmoreceptoren waardoor dorst ontstaat

de ontladingsfrequentie neemt toe van osmoreceptoren als ze in geringe mate krimpen door een verhoogde osmotische druk, waardoor ze gaan vuren.

Waarop reageren osmosensoren precies en welk ion levert de grootste bijdrage aan de osmolaliteit?

de osmosensoren in de hypothalamus en de macula densa in de nier reageren op verhoogde concentratie opgeloste stoffe nin bloed. Na levert hier de grootste bijdrage aan

Hoe hangen het setpoint en de gevoeligheid van de osmosensoren af van de bloeddruk?

bij daling van de bloeddruk verschuift het setpoint van de osmosensoren naar een lagere waarde, bij een hogere bloeddruk naar een hogere waarde. de daling/stijging moet wel groot zijn (15%), voordat er iets wil veranderen, dus onder fysiologische omstandigheden is het antwoord: nauwelijks.

Stel je eet veel zout en drinkt sinas. is je urine hypo, iso of hypertoon?

hypertoon: zowel zout als sinas is hypertoon, want veel opgeloste stoffen, dus verhoogde osmolaliteit in het bloed

Stel dat je alcohol drinkt ipv sinas en wel veel zout. wat gebeurt er dan met je urineproductie?

alcohol remt de afgifte van ADH, dus dan heb je een sterkere urineproductie en kan je uitdrogen. roken doet het tegenovergestelde.

Op welke drie manieren kan ADH worden afgegeven?

  1. stimulatie secretie door AngII
  2. baroreceptoren: lage bloeddruk
  3. osmoreceptoren: hoge osmolaliteit

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo