Samenvatting: R26131 Werkboek Juridische Vaardigheden 1

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van R26131 Werkboek Juridische Vaardigheden 1

  • 1 Hoe los ik ook alweer een casus op?

  • 1.3 Een algemene aanpak voor het oplossen van juridische casus

    Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is noodzakelijk om het rechtsgevolg te laten intreden?

    Voldoen aan de voorwaarden van de rechtsregel. Zonder voldaan te hebben aan de voorwaarden geen rechtsgevolg.
  • Op basis waarvan worden er de rechtsregels geselecteeerd die mogelijk relevant zijn voor de oplossing van de casus?

    Op basis van de kwalificatie van feiten uit de stap 2: KIEZEN VAN EEN (OF MEER) MOGELIJKE KWALIFICATIE(S) 
  • Wat houdt het kwalificeren van een feit in?

    Dat dit feit vertaald wordt naar een juridische term.
    Bij de kwalificatie gaat het ook om het vertalen van de concrete probleemstelling naar juridische deelvragen.
  • Welk aspect moet er tijdens het kwalificeren van feiten in de gaten gehouden worden?

    Dat er ook nog andere kwalificaties mogelijk zijn.
  • 1.4 Enkele belangrijke aspecten van het casusoplossen nader belicht

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke richtlijnen gelden er bij het beantwoorden van een vraag uit een casuus?

    a) vermeld probleemstelling;
    b) vermeld kwalificaties;
    c) vermeld de relevante rechtsregels;
    d) bespreek de voorwaarden;
    e) geef conclusie aangaande het gevolg;
    f) eindig met het antwoord op de probleemstelling.
  • Is het er nodig om altijd alle voorwaarden van een rechtsregel te toetsen?

    Ja. Ook als er na de toetsing van een van de voorwaarden logisch geconcludeerd kan worden dat het gevolg niet van toepassing is.
    Voorbeeld:
    Wanneer in bepaalde casus geconcludeerd kan worden dat er geen sprake is van onrechtmatige daad, omdat er geen causaal verband (6:162, eerste lid BW) is, moeten toch de andere voorwaarden voor onrechtmatige daad worden getoetst. Hiermee kunnen meerdere inzichten worden verkregen.
  • 1.5 De casus Patoe: enkele belangrijke aspecten van het casusoplossen nader belicht

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het doel van de casus Patoe?

    Hij is ten eerste geschikt om om nog eens te oefenen met casusoplossing.
    Ten tweede met de uitwerking van de casus Patoe wordt geillustreerd in leereenheid 2 en 3 hoe de benodigde bronnen voor deze casus gevonden kunnen worden.
  • 3 Zoeken naar digitale juridische informatie

  • 3.6 Handvatten voor het selecteren van betrouwbare informatie

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.6
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoe kun je bepalen of een bron voldoende academisch en betrouwbaar is?

    1. Welke organisatie biedt de website aan? (Bronvinding.)
    2. Wie zijn de auteurs? bijv. hoogleraar of een stagiaire?
    3. Heeft de auteur meer publicaties? Check ze.
    4. In welk stramien wordt de infomatie aangeboden? Neutraal of juist niet?
    5. Waarom is deze bijdrage geschreven? Wetenschappelijk of informatief, reclame of een standpuntinname?
    6. Waar haalt de auteur zijn informatie vandaan? Zijn dit krantenartikelen, juridisch wetenschappelijke informatie of rechterlijke uitspraken?
  • 4 Het lezen van juridische teksten

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
    Laat hier meer flashcards zien

  • In welke categorieen worden hier teksten onderverdeeld?

    Betogende en niet betogende teksten.
  • Wat zijn de doelen van het hoofdstuk "Het lezen van juridische teksten?"

    -   kunnen benoemen wat het verschil is tussen een betogende en een niet-betogende tekst
    −  wat uw leesdoel is
    −  wat de onderdelen zijn waaruit een betogende tekst is opgebouwd
    −  wat indicatoren en signaalwoorden zijn en wat het verschil tussen beiden is
    −  wat de centrale vraag in een gegeven tekst is
    −  wat de opbouw en het onderwerp zijn van een tekst, zonder de hele tekst gelezen te hebben.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: R26131 Werkboek Juridische Vaardigheden 1