De objectieve zijde van een strafbaar feit - de Hullu .3, 2 - Plaats en tijd van het delict
6 belangrijke vragen over De objectieve zijde van een strafbaar feit - de Hullu .3, 2 - Plaats en tijd van het delict
Welke problemen bestaan er omtrent de leer van de gedraging?
- Begin, duur en einde niet altijd eenduidig vast te stellen
- Complex daderschap - niet altijd één duidelijk waarneembare fysieke gedraging, kan ook bestaan uit complex van handelingen, of doen/laten
Welk standpunt heeft de HR over gedragingen die deels in NL, deels in het buitenland kan worden gesitueerd?
(Hiermee wordt de ubiquiteitsleer uitgebreid; als plaats van het hele delict geldt die plaats waar een deel kan worden gesitueerd - ook relevant voor complex daderschap, daar waar daderschap ten dele wordt gelokaliseerd, geldt als relevante locus delicti voor het complete daderschap).
Welk standpunt heeft de HR over ubiquiteit bij deelnemingsvormen?
Dit zou ook zijn bereikt obv de leer van het instrument: medeplichtigheidshandelingen hadden hun effect op de plaats van de poging en het beoogde gronddelict.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke conclusies trekt het boek over plaats van het delict?
- De (niet overvloedige) jurisprudentie is uitbreidend geweest door de leer van het gevolg, en vooral door op ruime schaal de ubiquiteit te aanvaarden.
- De werking van het NL strafrecht naar plaats kent niet veel beperkingen wanneer enig verband met de NL rechtsorde aan te wijzen is = "territorialiseren".
- Rechtsmachtconflicten kunnen worden onstraan door ruime opvatting locus delicti; 'hetzelfde feit' wordt op meerdere plaatsen gesitueerd én vervolgd, vraagt om waarborgen tegen meervoudige aansprakelijkstelling voor 'hetzelfde feit' (en om goede coordinatie).
Waarom is ook het tijdstip van het delict belangrijk?
- Voor jeugdigen: ihkv evt strafrechtelijke aansprakelijkheid en toepassing jeugdstrafrecht
- ivm verbod op terugwerkende strafwetgeving, en mogelijk overgangsrecht
- ivm verjaring (startpunt 'de dag na die waarop het feit is gepleegd')
- in uitzonderingsgevallen: tijdsomschrijving in de delictsomschrijving: bv art. 311 lid 1 sub 3 Sr: diefstal 'gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd'
- voor opzet of ontoerekenbaarheid zijn het moment van de gedraging doorslaggevend, net als bij toepassing jeugdrecht.
- Voor verjaring wordt meer aangesloten bij voltooiing van het delict.
Wat kun je zeggen over tijdsbepaling in de TLL?
- Tll vereist een gespecificeerde tijdsaanduiding (art. 261 lid 1 Sv)
- Normaal sluit dit aan bij vervuld zijn van de hele delictsomschrijving
- HR aanvaardt ook andere tijdstippen; bv doodslag: het tijdstip waarop de dader het zijne heeft gedaan.
- meerdere tijdstippen kan bij materiële en voortdurende delicten, omdat begin en eind van strafbare feit uit elkaar kunnen liggen.
- Moet wel consistentie tussen tijd en plaats bewaren in tll meerdere plaatsen als locus delicti zijn geaccepteerd.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden