De objectieve zijde van een strafbaar feit - de Hullu .3, 2 - Daderschap

8 belangrijke vragen over De objectieve zijde van een strafbaar feit - de Hullu .3, 2 - Daderschap

H3 1.1 Wat is daadstrafrecht?

Het strafrecht dat ageert tegen uiterlijke handelingen en als zodanig ultimum remedium is; het gedachtegoed is strafrechtelijk vrij (t.o. Gesinnungsstrafrecht, dat de motivatie van de dader voorop stelt).

Nederland kent een daadstrafrecht, hetgeen betekent dat de gedragingen in de gemiddelde delictsomschrijving een belangrijke plaats innemen.

H3 1.2 Wat is een belangrijke variant van de verboden toestand-delicten?

Het aanwezig of voorhanden hebben van bepaalde goederen (drugs, wapens, van misdrijf afkomstige voorwerpen).
Handelen / nalaten staat niet op de voorgrond, maar het gaat vooral om de vraag wie verantwoordelijk is voor het anwezig hebben.

Subjectieve kant speelt een rol: ook zonder wettelijk opzetvereiste is wel een zeker bewustzijn noodzakelijk, en wie bewust was, is als snel verantwoordelijk.

H3 1.2 Geef drie voorbeelden van soorten delicten die niet / nauwelijks een bepaalde gedraging op de voorgrond stellen.

  1. strafbepalingen die het gevolg op de voorgrond plaatsen;
  2. omissiedelicten;
  3. delicten die een verboden toestand betreffen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

H3 1.3 Waar verwijst objective en subjectieve zijde van het delict naar?

Deze twee zijden hebben een zekere samenhang:
Objectief = gedrag
subjectief = wil

Strafrechtelijk gezien zijn slechts gedragingen relevant die in zeker verband staan met de wil en bewustzijn (t.o.v. Reflexbewegingen).

Noot: bij een slapende die een kaars omstoot waardoor brand ontstaat, kan onder omstandigheden sprake zijn van verwijtbaar onvoorzichtig gedrag, dus het intentionele aspect van de gedraging is niet allesbepalend.

H3 1.3 Is het wils- en bewustzijns-aspect van een gedraging gelijk aan een opzet- of culpavereiste?

Nee, opzet en culpa zijn inhoudelijk meer omvattend dan de 'wil', en hebben doorgaans betrekking op meerdere bestanddelen van delictsbeschrijving.

H3 1.3 Bij een gedraging denkt men vaak aan een puur fysieke handeling. Welk ander aspect is tegenwoordig ook belangrijk?

Het bewerkstelligen van een bepaald resultaat door degene die verantwoordelijk is (als voorbeeld: het bewerkstelligen van oplichting dmv een tussenpersoon (HR 6 dec 2005) of wegnemen van geld werkgever door misbruik tankpas (HR 17 dec 2013).

H3 1.3 Wat is de strekking van het Azewijnse paard-arrest?

HR 6 april 2015 - Paard op Nederlands grondgebied vanaf de overkant van het kanaal, op Duits grondgebied, middels een touw naar Duitsland "uitgevoerd", in oorlogstijd.
Voor het territorialiteitsbeginsel moest de "plaats van het delict" bepaald worden.
HR: verdachte was op Nederlands grondgebied werkzaam.
(A-G Besier: van verdachte tot paard maakt het touw 1 geheel uit, dus de spierbeweging beperkt zich niet alleen tot Duitsland, maar zicht uitstrekt over ieder deel van het touw, dus ook dat stuk in NL.

Dit arrest is een voorbeeld dat ook vroeger de wetgever en rechter niet uitsluitend van puur fysiek handelingsbegrip uitgingen.

H3 1.3 Wat wordt bedoeld met 'de sociale handelingsleer'?

Het fysieke gedragingsbegrip wordt als uitgangspunt genomen (de dief heeft het goed weggenomen, de koerier vervoerde de drugs, dus "de dader heeft het gedaan"), waarbij fysiek gedrag wordt gezien in het licht van de in het geding zijnde norm, de omstandigheden van het geval, en de persoon van de dader.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo