Samenvatting: Rb2602182214

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van RB2602182214

• 1 Thema Arbeidsverhoudingen

• 1.1 LH 1 De arbeidsovereenkomst

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de essentie van het element ' gedurende zekere tijd arbeid verrichten'?

  Hiermee wordt niet bedoeld dat de looptijd van de arbeidsovereenkomst vast moet staan. De essentie si dat in elk geval de werknemer zichzelf gedurende zeker tijd beschikbaar stelt om arbeid voor de werkgever te verrichten, waarbij de werkgever door middel van aanwijzingen of opdrachten mag bepalen wat de werknemer gedurende die tijd gaat doen.

• Wat voor functie hebben de rechtsvermoedens neergelegd in 7:610a en 7:610b?

  Een processuele dan wel bewijsrechtelijke functie. Beoogd. Beoogd wordt de processuele functie van de werknemer te versterken.

• Wat houdt de Wet flexibel werken in en wat kan de werknemer verzoeken?

  De Wet flexibel werken is in werking getreden op 1 januari 2016.  In deze wet is bepaald dat de werknemer de werkgever om aanpassing kan verzoeken van de uit zijn arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling voortvloeiende arbeidsduur, arbeidsplaats of werktijd indien de werknemer tenminste 26 weken voorafgaand aan het beoogde tijdstip van ingang van die aanpassing in dienst is van de werkgever.

• 1.1.2 HR 13 december 1957, NJ 1958, 35 Zwarthoofd/Parool

• Welke rechtsregel vloeit voort uit het HR arrest Zwarthoofd-Parool?

  Als een krantenbezorger zich zonder toestemming van de werkgever door een ander mag laten vervangen wordt het contract niet als een arbeidsovereenkomst beschouwd.

• 1.1.7 Tekst Leereenheid 1

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.7
  Laat hier meer flashcards zien

• Het eerste element van een arbeidsovereenkomst (verplichting om arbeid te verrichten) valt uiteen in twee subelementen, welke?

  1. Werknemer dient de arbeid persoonlijk te verrichten 7:659 lid1 BW.
  2. De door de werknemer te verrichten arbeid moet van waarde zijn voor de wederpartij. 

• Wanneer is er van een overeenkomst geen sprake?

  Als is overeengekomen dat het ter vrije keuze van de werknemer staat om te bepalen of hij zelf de werkzaamheden verricht of dat hij dit door een derde laat doen.

• In artikel 7:695 lid 1 BW wordt aan het bepaalde dat de arbeid persoonlijk moet worden verricht een toevoeging gedaan, welke?

  Hij kan zich niet met toestemming van de werkgever door een derde doen vervangen.

• Hoe kan het begrip loon worden beschreven 7:616 BW?

  De tegenprestatie die de werkgever verschuldigd is aan de werknemer voor de arbeid die de werknemer verricht. Er bestaat geen nauwe band tussen de verrichte arbeid en het loon. Het beoordelen van loon is een juridische beoordeling (niet op het etiket wat de werknemer op de vergoeding plakt).

• Het derde element van een arbeidsovereenkomst is de gezagsverhouding. Wanneer is een gezagsverhouding aanwezig?

  Een ondergeschiktheidsverhouding - gezagsverhouding is aanwezig indien de werkgever gerechtigd is de werknemer aanwijzingen te geven en de werknemer deze aanwijzingen moet opvolgen.

• Wat houdt het begrip materiële gezagscriterium in?

  Werknemers ontvangen instructies via andere (collega)werknemers, namens de werkgever (de bevoegdheid tot het geven van aanwijzingen).