Persoonsschade en immateriële schade - Overlijdensschade
3 belangrijke vragen over Persoonsschade en immateriële schade - Overlijdensschade
Welke schadeposten komen op grond van art. 6:108 voor vergoeding in aanmerking?
Overlijdt het slachtoffer ten gevolge van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is, dan is die ander verplicht tot vergoeding van:
- schade door het derven van levensonderhoud;
- kosten van lijkbezorging;
- affectieschade.
Hoe wordt de omvang van de schadevergoeding op grond van art. 6:108 berekend?
De omvang zal in de meeste gevallen worden vastgesteld aan de hand van wat de overledene feitelijk aan de nabestaande(n) placht te verstrekken. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de in de toekomst te verwachten omstandigheden die voor de vraag welk onderhoud door de overledene zou zijn verstrekt, van belang kunnen zijn. Hieronder vallen zowel verwachtingen rondom toekomstig inkomen als die rondom de behoeften van de nabestaande(n).
Welke rol speelt een sommenverzekering bij de berekening van de omvang van de schade op grond van art. 6:108?
De sommenverzekering vermindert het recht op schadevergoeding via de behoeftigheidstoets. Door het ontvangen van een uitkering uit een sommenverzekering zal immers in beginsel de behoeftigheid van de nabestaande verminderen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
