Samenvatting: Reader Basis Mediation

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Reader Basis Mediation

• 4 Wat is Mediation

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de 7 V's (onderscheidende kenmerken)?

  1. Vrijwilligheid maar wel commitment.
  2. Verplichting tot inspanning - niet vrijblijvend.
  3. Vertrouwelijkheid.
  4. Verbod tot vuren - opschorting van procedures.
  5. Voorbehoud - pas gebonden zodra alle afspraken zijn vastgelegd en ondertekend.
  6. Vrijheid - zelfbeschikking - uitkomst/oplossingen
  7. Vaststellingsovereenkomst.
     

• Wat is Neutraliteit, Onpartijdig, Onafhankelijk?

  • Neutraal - geen mening over de inhoud.
  • Onpartijdig - niet verbonden met 1 van de partijen.
  • Onafhankelijk - geen belang bij de uitkomst van de mediation.
    

• Wat zijn de nadelen van mediation?

  1. Geen beslissing door een derde.
  2. Partijen moeten voor zichzelf opkomen.
  3. Als het mislukt: dubbele kosten, tijdsverlies, enz..
     

• Wat zijn de verschillende mediation stijlen?

  1. Evaluatieve mediation - houdt zich actief bezig met de inhoud en evalueert de uitkomsten (advocaat, accountant, financieel planner, etc).
  2. Faciliterende mediation - geen inhoudelijke regie maar procesregie. Met nadruk op het gezamenlijke belang en zoveel mogelijk oplossingen.
  3. Transformatieve mediation - geen inhoudelijke en geen procesregie - doel is te bouwen van een negatieve interactie naar een positieve.
  4. Narratieve mediation - samen op zoek naar een nieuw verhaal waardoor men weer open kan staan voor elkaars belangen.
  5. Systemische mediation - oog voor het grotere geheel (systemen) daarmee inzicht in het waarom krijgen en daarmee de oplossingsruimte vergroten.
  6. Forensische mediation - combinatie van deskundigenonderzoek met mediation.
     

• 5 De Mediator

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke vragen stelt de mediator zichzelf voorafgaand aan elke fase?

  1. Wat moet ik zelf aan het einde van deze fase bereikt hebben?
  2. Wat moeten partijen aan het eind van deze fase bereikt hebben?
  3. Welke technieken kan/moet ik in deze fase inzetten?
     

• Wat zijn de 10 ethische principes van Daniel Hofman voor de mediator?

  1. Voorkom een belangenconflict.
  2. Ken grenzen van je eigen competentie.
  3. Wees onpartijdig.
  4. Een vastst. Ovk moet gebaseerd zijn op vrije weil.
  5. Bewaak de vertrouwelijkheid.
  6. Breng geen geestelijke schade toe.
  7. Zorg dat partijautonomie gehandhaafd blijft.
  8. Zorg dat partijen kunnen beslissen obv voldoende informatie.
  9. Bewaak de belangen van evt een derde die niet bij de mediation betrokken is.
  10. Wees eerlijk.
      

• 5.1 Gedragsregels

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat wordt verstaan onder partij autonomie?

  1. De mediator toetst het commitment en vrijwillige deelname.
  2. De mediator begeleidt alleen het proces en ondersteunt partijen bij het maken van keuzes en zoeken naar een oplossing.
  3. De mediator doet geen uitspraak/geeft geen mening.
     

• 6 Communicatie

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6
  Laat hier meer flashcards zien

• Binnen de drie vormen van communicatie (verbaal, non verbaal en paraverbaal). Wat wordt verstaan onder paraverbale communicatie?

  Verschillende aspecten van de stem zoals klank, intonatie, volume, etc.

• Wat zijn de 4 aspecten van een boodschap van Schultz von Thun?

  1. Zakelijke aspect: feitelijke informatie - Het is groen
  2. Expressieve aspect: legt de zender iets van zichzelf in - Ik heb haast.
  3. Relationele aspect: hoe verhoud jij je tot de ander - Je kan niet rijden.
  4. Appellerende aspect: zender probeert invloed uit te oefenen op de ontvanger. Geeft aan wat hij verwacht. Geef gas - rij door.
     

• Wat zijn de 5 niveaus van communicatie?

  1. Inhoudsniveau - zakelijke uitleg
  2. Gevoelsniveau of onderstroom - gevoelens en opvattingen tav het gespreksonderwerp
  3. Betrekkingsniveau -hoe de boodschap moet worden opgevat.
  4. Relatieniveau
  5. Meta niveau - communicatie over de communicatie zelf (gesprek over hoe met elkaar om te gaan)