Samenvatting: Reader De Staat En De Mensen

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Reader de Staat en de Mensen

• 2 Natie en Nationalisme

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke drie paradoxen aangaande de natie onderscheidt Anderson?

  1. objectieve moderniteit (historici) vs subjectieve antiquiteit (nationalisten)
  2. formeel gezien zijn nationaliteiten een universeel begrip, maar elke natie heeft een eigen identiteit
  3. politieke macht van nationalisme vs filosofische armoede nationalisme (nauwelijks grote denkers voortgebracht)

• Hoe definieert Anderson de natie in antropoligische zin?

  Een verbeelde politieke gemeenschap, en verbeeld in de zin van zowel inherent beperkt als soeverein.
  

  • verbeeld: meeste leden kennen elkaar niet, toch gevoel gemeenschappelijkheid
  • beperkt: zelfs de grootste natie heeft grenzen, waar andere naties liggen. geen enkele natie heeft het beeld samen te vallen met hele mensheid
  • soeverein: naties ontstonden tijdens Verlichting--> ideaal van vrijheid. 
  • gemeenschap: natie is diepgaand, horizontaal kameraadschap. (sterven voor vaderland) 
    

• Leg de rol van volkstellingen binnen kolonialisme en verbeelding van de gemeenschap uit.

  Uit volkstellingen kan blijken hoe we tegen bepaalde groepen mensen aankijken en waarop de nadruk ligt, bijvoorbeeld hoeveel waarde er wordt gehecht aan religie. Grote groepen mensen worden ingedeeld in een categorie waarmee ze zichzelf niet direct zouden identificeren. Deze volkstellingen leveren wel beeld op van de gemeenschap. 

• Leg de rol van kaarten binnen kolonialisme/de verbeelde gemeenschap uit.

  Toen in Siam door buitenlandse invloeden het type kaarten veranderde, veranderde de woordenschat van de Thaise politiek mee. De nieuwe kaarten waren niet een afspiegeling van de natie, maar een model voor de natie. In het kolonialisme speelden kaarten een belangrijke rol voor de beeldvorming over de gemeenschap; historische kaarten rechtvaardigden het erven van de macht over kolonies door kolonialisten, en doordat kaarten telkens op dezelfde manier werden afgebeeld werd het beeld van de kaart bij de leden van de gemeenschap bekend en onderdeel van het beeld van het volk. 

• Leg de rol van musea uit binnen kolonialisme/ verbeelding van de gemeenschap.

   In een museum kan de gemeenschap op een bepaalde manier worden voorgedaan, door de manier waarop de informatie wordt gepresenteerd aan de bezoeker. Ook kan de staat zich bijvoorbeeld voordoen als hoeder van de lokale traditie door veel aandacht te besteden aan archeologie. Musea zijn zo verbonden met politiek. 

• 3 Groepsvorming en Groepsdenken

  Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat houdt de realistic group conflict theory in?

  Conflict tussen groepen komt voort uit competitie aangaande schaarse voorzieningen zoals voedsel, territorium, macht, energie...

• Wat verstaan we onder het discontinuity effect?

  Competitie tussen groepen is groter dan competitie tussen groep en individu of tussen individuen.

• Geef 4 oorzaken van het discontinuity effect.

  • hebzucht is groter in groepen
  • meer angst voor groep dan voor individu
  • groepsleden menen verplicht te zijn bij te dragen aan collectieve belang groep, ten koste van outsiders
  • verdeling van verantwoordelijkheid

• Wat houdt de social dominance theory in?

  Mensen hebben de neiging om subgroepen te vormen en deze groepen vechten om voorzieningen. Sommige groepen slagen hier beter in dan anderen. Leden van de dominante groep hebben het idee dat de ongelijke verdeling gerechtvaardigd is.

• Geef (de uitkomsten van) het onderzoek van Insko.

  twee condities: economic power condition (één groep iets meer middelen tot productie dan andere twee groepen) en coercive power condition (een groep mag stelen van andere groep). --> economic power condition: alle groepen hoge productiviteit, met bevoordeelde groep iets hoger
  --> coercive power condition: lage productiviteit: bevoordeelde groep steelt liever en benadeelde groepen geen motivatie