Gelderman, C.J. & Van Zanten, W.P.C. (2013) Inductie en deductie. Heerlen: Open Universiteit
11 belangrijke vragen over Gelderman, C.J. & Van Zanten, W.P.C. (2013) Inductie en deductie. Heerlen: Open Universiteit
Wat is deductie en welke geldige redeneringsvormen zijn er.
Gericht op:
- heden/verleden
- toetsen van hypothese
geldige redeneringsvormen:
- Modus Ponens
- Modus Tollens
Niet geldige redeneringsvormen:
- bevesigen consequence
- ontkennen antecedent
Wie een oorzakelijk verband (causaliteit) tussen X (oorzaak) en Y (gevolg) aannemelijk wil maken, moet voldoen aan drie eisen. Welke zijn dit?
- De vermeende oorzaak covarieert met het gevolg. Als X stijgt, stijgt Y ook (idem bij daalt).
- De vermeende oorzaak X treedt in de tijd eerder op dan gevolg Y. Er kan sprake zijn van vrijwel gelijktijdigheid, wanneer Y zeer snel volgt op X.
- Het statische verband tussen X en Y is niet ontstaan doordat een andere variabele de samenhang tot stand brengt. Er zijn geen alternatieve, mogelijke oorzaken aanwezig of actief.
Modus ponens en modus tollens uitleggen
q = consequence
bij de geldige redeneringsvormen volgen de conclusie logischerwijs uit de permissen.
Modus Ponens:
P1: als p dan q
P2: p
C: dus q
vb.
P1: als je goed studeert dan slaag je voor je examen.
P2: je studeert goed
C: dus je slaagt voor je examen
Modus Tollens:
P1: als p dan q
P2: niet p
C: dus niet q
vb.
P1: als je goed studeert dan slaag je voor je examen.
P2: je studeert niet
C: je slaagt niet voor je examen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Er zijn vier mogelijkheden wanneer twee verschijnselen correleren, welke zijn dit?
- Ontstaat doordat X een bijdrage levert aan de totstandkoming van Y
- Ontstaat doordat Y een bijdrage levert aan de totstandkoming van X
- Ontstaat doordat een derde factor zowel X als Y teweeg brengt.
- Berust op toeval of op logische samenhang
Welke zijn de twee niet geldige redeneringsvormen
Bevestigen consequent:
P1: als p dan q
P2: q
C: dan p
vb.
P1: alle mensen zijn sterfelijk
P2: Socrates is sterfelijk
C: Socrates is een mens
Ontkennen antecedent:
P1: als p dan q
P2: niet p
C: dan niet q
vb.
P1: honden zijn zoogdieren
P2: mensen zijn geen honden
C: dan zijn mensen ook geen zoogdieren
Wat is falsificatie (in relatie tot het inductieprobleem)
De falsificatietheorie stelt dat theorieen geen waarheidspretentie moeten hebben. Ze hebben een voorlopig karakter en onderzoekers moeten juist proberen te bewijzen dat de theorieen onwaar zijn
Is causaliteit hetzelfde als statistische samenhang
Wat is uni-causaliteit en multi-causaliteit
multi causaliteit: meerdere oorzaken (effecten van meerdere verklarende variabelen / wisselwerking tussen variabelen
Welke vier deductieve redeneervormen staan in het werkboek?
Modus tollens = geldig
bevestigen consequens = ongeldig
ontkennende antecedent = ongeldig
Wat is de falsificatietheorie (filosoof Karl Popper 1902-1994)?
3 eisen om oorzakelijk verband tussen X en Y aan te tonen
- Als X stijgt, stijgt Y ook. Idem bij dalen
- X treedt eerder op dan Y of er is sprake van gelijktijdigheid
- Er zijn geen andere variabelen aanwezig die invloed hebben
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden