Het op schrift stellen van privaatrechtwetgeving in Nederland

18 belangrijke vragen over Het op schrift stellen van privaatrechtwetgeving in Nederland

Wat is het homologatiebevel dat Karel V in 1531 uitvaardigde?

In 1531 verordonneerde Karel V de homologatie van de costumen. Het lokale gewoonterecht van gewesten en steden moest op schrift gesteld worden om beoordeeld te worden door de landsheer, waarna het werd bekrachtigd (gehomolo­geerd). Bij niet-naleven van de verordening zouden de lokale costumen komen te vervallen.

Was Karel V succesvol met zijn homologatiebevel?

Nee, hoewel meerdere costumen vastgelegd zijn en enige unificatie plaatsvond, waren de meeste steden zeer terughoudend met het op schrift stellen van het recht. De door keizer Filips II gezonden landvoogd Alva (1507-1582) maakte veel werk van het project, maar deze landsheerlijke ingreep werd uiteindelijk in de jaren 1550-’60 afgeblazen. In deze peri­ode werden 92 costumen opgetekend, er werd er echter maar een enkele gehomologeerd.

Wie was een van de eerste juridische auteurs in de Lage Landen en wanneer leefde hij?

Filips van Leiden (ca. 1326 - 1382).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom beriep Filips van Leiden zich op het Romeinse recht toen hij voor graaf Willem V werkte?

Filips betoogde dat de graaf in zijn graafschap hetzelfde recht als de keizer moest kunnen uitoefenen en geüsurpeerde rechten die veelal aan de hoogste bieder waren verkocht moesten daarom weer door de graaf in bezit worden genomen. Om de rechten van de graaf te onderbouwen maakte Filips gebruik van het Romeinse recht.

Wanneer en met welk doel werden de vertegenwoordigers van de Staten van alle gewesten van de Nederlanden door Filips de goede voor het eerst in Brugge samengeroepen?

In januari 1464, doel was de regelgeving over de belastingheffing te vereenvoudigen en de samenhang van de Lage Landen te bevorderen door de provinciale munteenheden te stabiliseren en te coördineren.

Wat hield het Groot Privilege in dat de Staten-Generaal in 1477 afdwong doordat de jonge hertogin Maria van Bourgondië op het slagveld bijstand van de gewesten nodig had om een greep naar de macht door vreemde vorsten te verhinderen?

Met het Groot Privilege werd de centralisatie van Karel de Stoute grotendeels ongedaan gemaakt en bijvoorbeeld vastgelegd dat de coutumen van de gewesten niet zouden worden aangetast. Zo bleef in de privaatrechtelijke regelgeving de lokale identiteit gewaarborgd.

Wanneer en met welk doel verordonneerde Karel V de homologatie van de coutumen?

In 1531 met als doel de unificatie van wetgeving en hervorming van de rechterlijke organisatie.

Welke tegenreactie van de steden in de Nederlanden riep het centralisme van de Habsburgse machthebbers op?

Een reactie die was gericht op het behoud van het 'eigene'. Dit particularisme richtte zich op het versterken van de macht van regio's en steden.

Hoe kwam in de Republiek de afkeer van het katholicisme tot uiting in het huwelijksrecht?

Alleen een huwelijk voor het stadhuis of voor een gereformeerd predikant werden nog erkend.

Door deze en andere  wetgeving werd een scheiding van de katholieke en de protestantse bevolkingsgroepen tot stand gebracht.

Waarom was het vanwege de staatskundige structuur in de Republiek haast onmogelijk om tot een codificatie van het privaatrecht te komen?

Doordat de lokale bestuurders zich keerden tegen uniforme huwelijkswetten in Holland werden ook andere projecten om 'de voornaamste pointen van Rechten' te vernieuwen niet opgepakt. De verschillende gewesten ontwikkelden hun eigen landrecht, met het Romeinse recht als secundaire rechtsbron.

Waarvoor was de schepenbank op plaatselijk niveau verantwoordelijk ten tijde van de Republiek?

Voor bestuur en rechtspraak. Zij was de voorloper van B&W, maar had op de eerste plaats een rechterlijke taak t.a.v. personen die binnen hun rechtsgebied vielen.

Wat werd er geregeld in de Ordonnantie op de Justitie van 1 april 1580 en hoe effectief was deze wet?

Het procesrecht. De wet functioneerde niet; de Staten van Holland waren niet in staat een uniform procesrecht tot stand te brengen voor de lagere gerechten.

Waardoor was er in de Republiek een grote noodzaak om te komen tot een interregionaal privaatrecht?

Door de zeven gewesten met een eigen wetgeving, met daarbinnen weer steden en andere gebieden die privaatrecht hadden, waarbij in de hiërarchie van rechtsbronnen het lokale recht voor het regionale en nationale recht ging.

Wat was de noodzaak voor de Republiek om te komen tot de ontwikkeling van een internationaal privaatrecht?

Er kwamen veel buitenlanders naar de Nederlanden, vooral Amsterdam, om zich te vestigen en huwelijken te sluiten.

Welke rol kreeg het Romeinse recht binnen de rechtswetenschap in Holland en Duitsland in de 17-18e eeuw?

Het Romeinse recht was een subsidair recht dat op grond van de rede die erin verwoord was, toegepast kon worden daar waar een norm uit het gewoonterecht, stadsrechten of leenrecht ontbrak.

Wat was het verschil in de positie van de verdachte tussen het ordinaire proces en het extraordinaire proces, ten tijde van de Republiek?

In het ordinaire proces waren de verdachte en het slachtoffer gelijkwaardige procespartijen. In het extraordinaire proces was de verdachte onderwerp van onderzoek, geen gelijkwaardige partij.

Het extraordinaire proces was het gebruik, alleen in uitzonderlijke gevallen kon het ordinaire proces gevoerd worden.

Wanneer vond de Bataafse Revolutie plaats in de Republiek?

In de periode van 1780 tot 1838.

Wanneer werden de provinciale hoven onder een Hoge Raad als hoogste rechtscollege gevoegd?

In 1838.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo