Samenvatting: Reader Waar Sta Je Voor?

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Reader Waar sta je voor?

• 1 Waar sta je voor?

  Dit is een preview. Er zijn 38 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat wil de Nederlandse Geloofsbelijdenis duidelijk maken?

  Wat geloven is volgens Guido en de kerk

• Kerk, staat en maatschappij vormden vanuit de middel eeuwen één geheel. Welke gevolgen had dit voor de Reformatie?

  Kritiek op het geloof en de overheid. Het gevolg is vervolging.

• Wat is de betekenis van de geloofsbelijdenis voor de 21 eeuw?

  De HEERE houdt zijn Kerk in stand, daar staat Hij Zelf voor in. Wij mogen de Bijbel hebben daarin staat de weg tot behoud.
  
  Dat is niet verandert! God is onveranderlijk.
  
  De rijkdom van de belijdenis geschriften uit de 16e eeuw klinkt ook vandaag nog door. Ook vandaag bepaalt Gods Woord mensen bij het persoonlijk lijden.

• Welke persoonlijke vraag houd de belijdenis ons voor?

  Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?

• Wat word bedoeld met het zelfgetuigenis van de bijbel?

  Het zelfgetuigenis van de bijbel klinkt door in de harten van de gelovigen: Wat de Geest in het hart getuigt, mogen de gelovigen met de mond belijden.

• Waarin ligt de vaste grond van het geloof?

  In de vervulling van de belofte van Jezus kruis dood en opstanding.

• Hoe komt Gods wezen tot uitdrukking in de Bijbel?

  Door Gods wezen eigenschappen: 2. drie-enig, almachtig, barmhartig, genadig, groot van goedertierenheid, eeuwig, alwetend, rechtvaardig en volkomen wijs.

• Waarom kunnen wij God niet meer kennen zoals Adam in het Paradijs?

  Ons verstand is verduistert door de zonde.

• Wat verstaan wij onder Gods deugden?

  zijn namen en wezenseigenschappen  die Hij door Zijn Woord geopenbaard heeft.

• Welke eigenschappen van God worden er genoemd in de bijbel?

  1. Er is maar één God.
  2. Hij is eenvoudig en geestelijk.
  3. Hij heeft geen lichaam en is niet uit delen samengesteld.
  
  In God Zijn al Zijn deugden één. Zij vormen alle een onbevattelijke eenheid. er is geen enkele tegenstelling of tegenstrijdigheid in God. In zijn wezen niet maar ook niet in zijn werken!