Schmidt-5
15 belangrijke vragen over Schmidt-5
Wat kan je zegen over alfa-sympatomimetische drugs.
LET OP ! Vervelende uitzondering is middelen die via Alfa2 werken en via de Beta/gamma unit van het G-eiwit ook fosfolipase activeren en zo contractie veroorzaken terwijl de normale werking van de Alfa2 presynaptische neurotransmitter vreijzetting remt.
Indicatie bijvoorbeeld bepaalde oogontstekingen. (conjunctivitis) Alfa agonist in druppel in oog. Ook hier reductie zwelling en slijmafgifte.
Wat wordt bedoeld met reactieve hyperemie. (een probleem na gebruik bepaalde drugs)
Wat is nog een ongewenst bijeffect van de neussprays.
Bij ouderen komt het in het systeem en die krijgen nier-effecten; urine retentie en bloeddruk.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke indeling kun je geven van de sympatolytische drug (dus die het sympatische effect tegengaan.)
-Alfa1 of Alfa2 specifiek.
-reversible of irreversible
-kort of langwerkend (langwerkend middel voor prostaat)
Beta-blokkers
-non specifiek of specifiek
-lipofiel of hydrofiel
-met of zonder intrinsieke sympatomimetische activiteit (middelen die geen puur antagonist zijn)
Wat kun je zeggen over phenoxybenzamine en phentolamine
irreversible Alfa1 en Alfa2 blokker.
Dit middel wordt in experimenten gebruikt en in 1 soort kanker. Dit omdat het irreversible is.
phentolamine;
reversible Alfa1 en Alfa2 blokker
Wat is het probleem van non specifieke Alfa-blokkers. bijvoorbeeld fentolamine.
Bijvoorbeeld bij gebruik om ervoor te zorgen dat je alleen de Beta1 activeert zodat het hart geactiveert wordt kan dat dus te veel worden geactiveert en tot problemen leiden.
Een Alfa1 specifieke blokker geeft dit probleem niet.
Wanneer toch gebruik van non-specifieke Alfa blokkers. (bijv; phenoxybenzamine)
tumor in nier op jonge leeftijd bij mannen. Gevolg zeer grote productie catecholamines, zeer sterke stimulering sympaticus.
Wat kun je zeggen over het gebruik van Alfa1 blokker prazosine.
Voordelen;
-geen effect op Alfa2
-klein effect tachycardia hart
-geen metabool effect op glucose en vetzuren. Nivo blijft goed.
LET OP; Bij hoge concentraties verdwijnt de specificiteit !! Algemeen effect bij middelen !!
Welke specifieke Alfa1 blokker ken je.
Wat zijn indicaties voor Beta blokkers nu.
In oogdruppels tegen glaucom.
Welke problemen zijn er bij B sympato-mimetische drugs
Men is bezig met middelen waarbij dit niet gebeurt.
Wat is een probleem bij langdurige Beta-blokker behandeling.
Hoe werkt het mechanisme van desensitisatie van een Beta2 receptor.
Wat kun je zeggen over de purinerge receptoren.
adenosine P1, GPCR, meest Gs en Gi
Metabotrope P2y, GPCR meest Gq
ionotrope P2x, ligand gated.
Zie tabel voor details.
Welke soorten adenosine-receptoren zijn er.
Het Alfadeel van het G-eiwit verminderd cAMP
Het Beta-Gamma deel opent een K+ kanaal
Het werkt dus net als de M2 receptor op het hart !
-A2A, type Gs
-A2B, type Gs
-A3-R, type Gi/Gq
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden