Histamine

Question

Wie was Sir Henry Dale?

Answer 1

- pionier in de neurofarmacologie

- acetylcholine als neurotransmitter

- ontdekker van de rol van histamine in acute overgevoeligheidsreacties

Answer 2

- De ontdekker van propanolol.

- De ontdekker van H1 en H2 receptoren

- De ontdekker van cimetidine (H2-receptorantagonist)

Answer 3

- mestcellen en basofiele granulocyten

- enterochromaffine-achtige cellen in de maag

- zenuwcellen in CZS.

Answer 4

- allergische reacties die IgE gemedieerd zijn.

- basische eiwitten

- weefselschade en infecties

Answer 5

bij de neurotransmissie.

Answer 6

Het wordt gesynthetiseerd uit het aminozuur L-histidine door decarboxylatie. Histamine is zelf een basisch amine. Na vorming wordt het ook weer vrij snel afgebroken en komt het in de urine terecht.

Answer 7

Dit vindt in mestcellen plaats via granules. Deze zitten vol met opeengepakte histamine. De oorzaak dat histamine de cel uit gaat is dat er een verhoging van de calciumconcentraties plaatsvindt.

Answer 8

Dan bindt het aan een basisch eiwit, histamine is namelijk positief geladen. Dit basische eiwit heeft verschillende positieve groepen die binden met de negatieve groepen van heparine. heparine is een glucosaminoglycaan.

Answer 9

Deze bevindt zich op glad spierweefsel, endotheelcellen, CNS en het hart. Ze zitten ook op allerlei sensibele zenuwen in de huid. En ook in de bronchien.Hij werkt via een Gq eiwit en zorgt ervoor dat fosfolipase C omhoog gaat.

Answer 10

Deze bevinden zich met name in de maag en in het hart. Daarnaast komt hij ook niet in beperkte hoeveelheid voor in glad vaatspierweefsel en cellen van het immuunsysteem. Ze zijn altijd gekoppeld aan Gs. Ze zorgen er dus altijd voor dat adenylyl cyclase omhoog gaat.

Answer 11

Deze komen met name voor in het CNS en in mindere mate in het perifere zenuwstelsel. Ze zijn gekoppeld aan Gi/0. Hierdoor wordt de adenylyl cyclase activiteit geremd. cAMP in neuronen zorgt voor activatie van neuronale activiteit. Op deze manier kunnen histaminaire neuronen een soort van feedback hebben op hun eigen neuronen.

Answer 12

Hij komt veel voor in het beenmerg en in witte bloedcellen. Deze cellen worden geactiveerd door histamine. Deze receptor is betrokken bij de eosinofiele vormverandering en chemotaxis van mestcellen. Maar dit laatste gebeurt via de beta/gamma unit die fosfolipase c activeert. Het G-eiwit dat hierbij betrokken is is de Gi/0

Answer 13

Histamine wordt afgebroken in de lever. Dit gaat in 4 stappen:

1) afbraak tot Histamine-N-methyltransferase

2) MAO-B

3) Aldehyde dehydrogenase

4) N-Methyl-imidaxoazijnzuur

Answer 14

Deze kunnen geactiveerd raken via mestcellen. Ze zorgen voor bronchoconstrictiee in de bronchien, verhoogde peristaltiek in de darmen, jeuk in de huid. Ook zorgt het voor vasodilatie van de kleine vaten en voor vasoconstrictie van de grote vaten. Dit bevortdert plasma lekkage bij ontstekingen. (oedeem) Verder kunnen H1 receptoren ook een grote rol spelen bij alertheid, misselijkheid (wagenziekte).

Answer 15

Ze kunnen in sommige vaten ook voor vaatverwijding zorgen en ze zorgen er in de maag voor dat er maagzuur geproduceerd wordt.

Answer 16

De enterochromaffine actige cellen maken en scheiden histamine uit. Deze cellen worden oa door gastrine geactiveerd. Histamine zorgt er vervolgens voor dat maagzuur uitgescheiden wordt uit de parietale cellen.

Answer 17

Op de endotheelcellen zit de H1 receptor. Wanneer hieraan histamine bindt dan wordt fosfolipase C geactiveerd via Gq. Dit veroorzaakt dat er calcium vrijkomt. Calcium is de prikkel om NO te gaan maken. Tegelijkertijd zorgt de verhoogde calciumspiegel ook voor contractie van de endotheelcel. Je krijgt daardoor vasculaire lekkage en oedeem. De NO zorgt ervoor dat er gunaylyl cyclase wordt geactiveerd. hierdoor wordt er cGMP aangemaakt.Tegelijkertijd wordt de H2-receptor op de gladde spiercel geactiveerd. Deze zorgt ervoor dat AD wordt geactiveerd en er dus cAMP wordt aangemaakt. Dit zorgt uiteindelijk voor relaxatie.

Answer 18

Ze hebben een zwak positief chronotroop effect en een zwak inotroop effect. Ze spelen dus wel degelijk een rol in het hart. De bovendruk gaat iets naar beneden en de onderdruk gaat heel sterk naar beneden hierdoor.

Answer 19

IgE antilichamen worden gevormd bij allergeenbinding. Dit gaat niet via een G-eiwit. er wordt namelijk een fosfolipase gamma geactiveerd, dit omdat de IgE receptor een tyrosine kinase is. Dit gaat via fosforylatie van celeiwitten. Hierdoor gaat de calciumconcentratie omhoog en wordt er histamine vrijgegeven.

Answer 20

op de mestcel zit ook een H2 receptor en een beta 2 receptor. Wanneer deze geactiveerd raken dan wordt cAMP verhoogd, wat de ca-concentratie weer remt.

Answer 21

de beta2 receptor desensitiseer vrij snel. een andere manier om de histamineafgifte alsnog te remmen kun je doen door PDE te remmen (het enzym dat cAMP afbreekt).

Answer 22

mestcellen worden hierbij geactiveerd via complementfactoren. Deze factoren ontstaan door splitsing van een plasmaeiwit. 2 hiervan zijn in staat om op de receptor te binden waardoor de mestcel geactiveerd wordt. (C3a en C5a) Deze worden ook anafylactoxines genoemd. Deze receptoren zijn wel weer gekoppeld aan een G-eiwit.

Answer 23

Dit kan via Gi-eiwitten te activeren. En dan zou met name het beta/gamma gedeelte actief worden. Dit is een theorie.

Een andere mogelijkheid is dat de CD47 receptor geactiveerd raakt. Deze heeft maar 5 transmembranen, hierdoor kan deze een interactie aangaan met integrines. Met dit complex krijg je een 7 transmembraanstructuur.

Answer 24

- gefermenteerd voedsel zoals wijn of gefermenteerd rundvlees (salami)

Answer 25

- roodheid: lokale vasodilatie (flush; snel proces)

- een grotere rode plek (flare)

- een klein wit blaasje (wheal)

Answer 26

- omalizumab: Dit is een biological die de IgE antilichamen onschadelijk maakt.

- cromoglycinezuur: remt influx calcium. Wordt nu niet meer zoveel gebruikt.

- beta -agonist: niet heel erg effectief

- Theofylline gebruiken om PDE te remmen.

- H1- antihistaminicum: dit kan op de perifere histaminereceptoren gaan zitten zodat histamine wel vrijkomt maar niet voor de negatieve effect gaat zorgen.

Answer 27

- beta agonist,

- cromoglycinezuur

- theofilline

- omalizumab

- montelukast

Answer 28

De 1e generatie geneesmiddelen wekten slaperigheid op en de 2e generatie niet meer.

Answer 29

Door ervoor te zorgen dat deze niet door de BBB kan. Dit kun je doen door de stof een lading te geven.

Answer 30

H1 antagonisten hebben allemaal hydrofobe zijgroepen, ethylaminegroepen.

H2 antagonisten hebben juist allemaal een thioethyl aminegroep. Het zwavelatoom hierbij is erg belangrijk.

Answer 31

Het is nuttig omdat het heel effectief is bij misselijkheid, want naast de H1 receptor bindt het ook aan de muscarine en dopamine receptoren. Deze zijn allemaal erg van belang bij misselijkheid.

Answer 32

- terfenadine

- fexofenadine

- cetirizine

Answer 33

antipsychotische activiteit. antagonisten van dopaminereceptoren zorgen hier bijv. voor.

Answer 34

Het zorgt vooral ervoor dat cyt. P450 geremd wordt. Hierdoor vindt ophoping van het medicijn plaats. Daarnaast is terfenadine ook in staat om K-kanalen te blokkeren in het hart.Het gaat hierbij om zogenaamde hERG K-kanalen. Hierdoor krijg je aritmieen.

Answer 35

Deze passeert en niet de BBB en niet cardiotoxisch.

Answer 36

- profylaxe (ziekte voorkomend) en als therapie voor allergische reacties

- misselijkheid en evenwichtstoornissen

- sedatie

Answer 37

- oraal/ lokaal bij hooikoorts of allergische reacties in de huid.

- intraveneuze toepassing bij anafylactische shock (samen met adrenaline)

Answer 38

een massieve histaminerelease. Er is sprake van hypotensie en bronchoconstrictie. en ook van een zwelling van de epiglottus (strottenhoofd).

Answer 39

Adrenaline stimuleert zowel alfa als betareceptoren. alfa1 receptoren zorgen voor vasoconstrictie, beta1 receptoren zorgen voor versterkte hartwerking, beta2 receptoren voor bronchusverwijding. Naast adrenaline worden er ook nog H1- antagonisten gebruikt.

Answer 40

Eerst vindt er een gastrine release plaats uit G-cellen. Deze werkt via een CCK2 receptor op enterochromaffine achtige cellen. Hierdoor geven deze histamine vrij. histamine bindt weer op de H2 receptor van parietale cellen. Dit zorgt er weer voor dat de protonpompen geactiveerd raken. acetylcholine kan echter ook direct via de M3 receptor op de parietale cellen zuursecretie bevorderen. Daarnaast zou somatostatine een inhiberend effect hebben op zowel de G-cel, de ECL cel en de parietale cel. Dit werkt via een speciale somatostatine receptor.

Answer 41

Dit kan via protonpompinhibitors of atropine (om acetylcholine tegen te gaan).

Daarnaast kan dit ook via misoprostol: Deze remt de maagzuursecretie door de EP2/3 receptor te remmen op de ECL cel.

Ook doen NSAID's dit. Zij zorgen ervoor dat arachidonzuur niet wordt omgezet in prostaglandine E2. Dit prostaglandine E2 kan dan ook niet binden op de EP2/3 receptor. Deze receptor is er ook bij betrokken dat de ECL cel histamine vrijmaakt.

Daarnaast kun je maagzuursecretie natuurlijk nog tegengaan met H2 blockers.

Answer 42

- Het kan het P450 systeem remmen

- Het kan zorgen voor vermoeidheid, concentratiestoornissen en verwardheid,

- Het kan zorgen voor borstvorming bij mannen (antiandrogene werking)

- Het kan zorgen voor libidoverlies (verlies van seksuele lust)

Answer 43

- presynaptische werking van de afgifte van histamine en andere neurotransmitters.

- antagonist kan alertheid, attentie en leerprocessen bevorderen.

- De klinische betekenis is nog onduidelijk, er zijn nog geen geneesmiddelen voor.

-

Histamine

43 belangrijke vragen over Histamine

Wie was Sir Henry Dale?

Wie was Sir James Black?

Opslag en vrijgifte van histamine gebeurt door? (3 dingen)

Op welke 3 manieren vindt opslag en vrijgifte van histamine plaats in de mestcellen en basofiele granulocyten?

Op welke manier is histamine betrokken in het CZS?

Hoe wordt histamine gesynthetiseerd?

Hoe vindt histaminerelease plaats?

Wat gebeurt er met histamine wanneer het uit de mestcel is vrijgekomen?

Hoe werkt de H1 receptor en waar bevindt deze zich?

Hoe werkt de H2 receptor en waar bevindt deze zich?

Waar komt de H3 receptor voor en hoe werkt deze?

Waar komt de H4 receptor veel voor en hoe werkt deze?

Hoe en waar wordt histamine afgebroken?

Op welke manier kunnen H1 receptoren geactiveerd raken? en waar zorgen ze voor?

Waar zorgen H2 receptoren bijv. voor?

Hoe wordt maagzuur geproduceerd?

Op welke manier krijg je relaxatie in de kleine venen oiv. histamine?

Waar zorgen de H2 receptoren op het hart voor?

Hoe gaat allergeen geinduceerde histamineafgifte in zn werk?

Hoe werkt het feedbackmechanisme op histamineafgifte?

Waarom zijn beta-agonisten niet erg potent om histamineafgifte te remmen?

Wat gebeurt er precies wanneer infecties en weefselschade tegengehouden worden?

Op welke manier kunnen basische geneesmiddelen histamine vrijmaken?

Via welk voedsel kan een histamine intolerantie ontstaan?

Wat is de triple respons als je histamine zou inspuiten?

Hoe kan een allergie worden tegengegaan?

Welke middelen worden wel gebruikt bij astma?

Wat is het verschil tussen 1e generatie antihistaminica en 2e generatie antihistaminica?

Hoe kun je van een 1e generatie antihistaminicum een 2e generatie antihistaminicum maken?

Wat is het verschil tussen H1 en H2 receptor antagonisten?

Waar is promethazine (H1 receptorantagonist 1e generatie) juist wel nuttig?

Noem eens 3 2e generatie H1 antagonisten?

Wat is een neuroleptische werking?

Voor wat voor bijwerkingen zorgt terfenadine vooral?

Wat is de 3e generatie H1 receptorantagonisten?

Wat zijn de indicaties van H1-receptorantagonisten?

Op welke manieren worden H1-receptorantagonisten bij allergische reacties toegediend?

Wat is anafylaxie en wat zijn de symptomen?

Hoe kan adrenaline helpen bij anafylaxie?

Hoe vindt zuursecretie in de maag precies plaats?

Op welke manier kun je zuursecretie in de maag tegengaan?

Wat zijn de bijwerkingen van cimetidine?

Wat zijn de functies van de H3-receptoren en kenmerken?

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Agonist/ antagonist

Class notes - receptorfarmacologie

Molecular biology of the cell

Campbell biology.

Biochemistry

Interne geneeskunde

Pathologie

Cellular and molecular immunology

Farmacologie

Anamnese TCM

Genetics

Lecture Notes: Human Physiology

aantekeningen en antwoorden op de vragen