Het Maatschappelijk contract - Redenen voor redenen voor redenen

Question

Welke belangrijke vraag stelde Zwiebach zich over de contracttheorie?

Answer 1

Volgens Zwiebach is de juiste vraag niet of een burger ergens daadwerkelijk mee heeft ingestemd, maar de normatieve vraag of hij ermee behoorde in te stemmen.
Wat zijn dus goede redenen om in te stemmen?

Answer 2

'Zou men kunnen instemmen met dit overheidsgezag'?
Een bevestigend antwoord zou een legitimatie vormen voor overheidsgezag.

Probleem:

Instemming met overheidsgezag betekent nog niet dat het overheidsgezag is gerechtvaardigd.
Dit is niet het geval wanneer de mensen die instemmen in de war of onredelijk zijn.

Answer 3

Locke; een bevestigend antwoord vormt een legitimatie voor overheidsgezag. Een afwijzend antwoord sterkt bekritiseren van de overheid.

Answer 4

A. van nature bestaat de menselijke neiging tot X

B. de menselijke neiging tot X moet worden vervuld

C. de overheid moet gericht zijn op vervulling van menselijke neiging tot X

D. staten die zijn gericht op X zijn rechtvaardig

Answer 5

De werkelijke vraag is; 'behoor ik hiermee in te stemmen'?
Om die vraag te beantwoorden moet ik nadenken over de dingen om mijn twijfel op te heffen.
Daarom gaat het niet om het feit van de instemming zelf, maar de voorwaarden die de instemming rechtvaardigen.

Answer 6

Instemming met overheidsgezag betekent nog niet dat het overheidsgezag is gerechtvaardigd. De feitelijke instemming is geen goede graadmeter, Zwiebach duidt op deze moeilijkheid.

Volgens Zwiebach is de juiste vraag niet of en burger ergens daadwerkelijk mee heeft ingestemd maar de normatieve vraag of hij ermee behoorde in te stemmen

Answer 7

Er wordt dan een normatieve uitspraak afgeleid uit een feitelijke uitspraak (bijv. het is verboden voor vrouwen om boven de 55 jaar kinderen te krijgen).

Answer 8

Stap B (menselijke neiging tot X moet worden vervuld) volgt niet noodzakelijkerwijs uit stap A (van nature bestaat de menselijke neiging tot X), en moet worden gebaseerd op een norm die stelt dat natuurlijke neigingen moeten worden vervult. Ontbreekt die norm van is er sprake van een naturalistische drogreden.

Answer 9

dat de menselijke neiging tot X moet worden vervuld volgt niet uit dat van nature bestaat de menselijke neiging tot X.
Dat de menselijke neiging tot X moet worden vervuld wordt gebaseerd op een norm. Ontbreekt die norm, dan is sprake van een zogenaamde naturalistische drogreden.
In zo'n drogreden (= schijnreden) wordt een normatieve uitspraak over wat behoort direct afgeleid uit een beschrijvende uitspraak van het feit.

Answer 10

op het feit dat we allen Gods schepselen zijn.

Answer 11

= vanzelfsprekende uitgangspunten die zelf niet weer gerechtvaardigd hoeven te worden.

Answer 12

Zien we die ultieme grond als de wil van God of als Gods rationele bouwplan?
Dit is niet alleen een onoplosbare vraag, maar leidt ook tot theologische haarkloverij in plaats van een rechtvaardiging van overheidsrecht.