Samenvatting: Rechtseconomie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Rechtseconomie

• 1 Formules geschillenbeslechting

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• X overweegt een onrechtmatige daad jegens Y. Het staat vast dat Y geloofwaardig kan dreigen. Wat zal X nu evalueren? Waar staat Z voor? En R? Geef de formules voor Z en R. Waarvoor staat X? En Y?

  Of X zal aansturen op een schikking (Z) of een rechtszaak (R). Kosten van een schikking. Kosten van een rechtszaak. Z = Py*S - (1- Py)*K. R = (1-Px) * (S+K). Rechtszaak. Laedens. Gelaedeerde.

• X overweegt een onrechtmatige daad jegens Y. Hij heeft de eerste twee stappen doorlopen. Aan de hand van welke formule zal X nu beslissen of hij de onrechtmatige daad pleegt of niet? Welke formule geldt als X niet geloofwaardig kan dreigen? Waarvoor staan de variabelen van deze formule? Waarvoor staat de laatste variabele?

  Nx=Gx-R of Z. Nx=Gx.
  Nx = netto-opbrengst. Gx = persoonlijk gewin. Z of R = vervolgtraject.

• Zal X altijd de onrechtmatige daad jegens Y plegen indien Y niet geloofwaardig kan dreigen? Geef de formule.  Bij welke berekening dient uit te worden gegaan van de proceskans van de pleger van de onrechtmatige daad? Wiens voordeel dient in stap 3 te worden berekend? Wat dient van het voordeel te worden afgehaald? Hoe wordt het genoemd als procespartijen hun kansen gezamenlijk groter inschatten dan 100%?

  Ja. Nx=Gx. Rechtszaak (R). Laedens (X). Kosten vervolgtraject. Gezamenlijk optimisme.

• X overweegt een onrechtmatige daad jegens Y. Wat zal X als eerste evalueren? Geef de formule. Wanneer zal X naar de volgende stap gaan? Als... Wanneer zal X naar de laatste stap gaan? Waarvoor staat de eerste variabele?

  Kan Y geloofwaardig dreigen? Ny=Py*S-(1-Py)*K. Ny>0. Als Y niet geloofwaardig kan dreigen. Netto-opbrengst Y.

• 2 Algemene aantekeningen deel 1

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wanneer treedt the tragedy of the commons op?

  Bij rivaliserend gebruik en de afwezigheid van eigendomsrechten.

• Wat wordt verstaan onder een efficiënte uitkomst? Welke criteria kennen we om een mogelijke welvaartswinst vast te stellen? Geef aan wat de eerste inhoudt. Is dat bij de tweede ook het geval? Wat is daar het geval?

  Maximale maatschappelijke welvaart. Pareto en Hicks-Kaldor. De welvaart kan worden verbeterd zonder dat iemand erop achteruitgaat. Nee. De winst van de winnaars kan het verlies van de verliezers compenseren.

• Geef de vier oorzaken van marktfalen. Geef de eigenschappen van de laatste. Geef het anagram waar ze allemaal in staan.

  1. Externe effecten. 2. Onzekerheid en informatiegebreken. 3. Onvolledige mededinging. 4. Collectieve goederen. Non-exclusief en non-rivaliserend. Coonexon.

• Geef de drie oplossingen die kunnen worden bedacht tegen contractsbreuk.

  1. Restitutie. 2. Vergoeding negatief contractsbelang. 3. Vergoeding positief contractsbelang.

• Noem de drie pijlers van marktwerking. Geef het anagram.

  1. Rivaliteit. 2. Overdraagbaarheid. 3. Exclusiviteit. Markt krijgt met de ROE.

• Welke modaliteit van schadevergoeding bij contractbreuk leidt grosso modo tot een efficiënte beslissing voor de vraag of nakoming nu wel of niet verstandig is? Met betrekking tot wat leidt dit niet tot een efficiënte beslissing? Wat zou daar in beginsel leiden tot een efficiënte beslissing? Wat is de oplossing?

  Vergoeding positief contractsbelang. Voorbereidingsinvesteringen. Restitutie. Vergoeding beperkt positief contractsbelang.