Samenvatting: Rechtsfilosofie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Rechtsfilosofie

  • Rechtspositivisme en natuurrecht; De verhouding tussen recht en rechtvaardigheid

    Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/02/2021
    Laat hier meer flashcards zien

  • Waar houdt de rechtsfilosofie zich mee bezig? Op welke twee manieren kunnen rechtsfilosofische theorieen worden onderscheiden?

    Met de aard en grondslagen van het recht en de relatie tussen recht en rechtvaardigheid. 

    De theorieen kunnen worden onderscheiden in normatieve en descriptieve theorieen.
  • Wat zijn normatieve en descriptieve theorieen?

    Descriptieve theorieen zijn theorieen waarbij het gaat over hoe recht feitelijk is en in de praktijk wordt toegepast. Het gaat er niet om of het moreel juist of rechtvaardig is maar probeert te beschrijven wat kenmerkend is voor bestaand recht.

    Normatieve theorie gaat over de vraag hoe recht behoort te zijn en of het wel of niet gehoorzaamd moet worden. Of het recht rechtvaardig is doet er binnen deze richting wel toe.
  • Wat houdt het natuurrecht en het rechtspositivisme in? Hoe verhouden beide zich tot elkaar?

    * Beide kennen normatieve als descriptieve varianten. 

    * Natuurrecht => Locke => mens heeft van nature recht op veiligheid, leven en goederen. De overheid mag geen regels instellen die hier tegenin gaan. Doet de overheid dit wel dan mag de burger in verzet. Is dus normatief, omdat het recht alleen maar gelding heeft als het rechtvaardig is (niet tegen natuurrechten ingaan). 

    * rechtspositivisme. Deze stroming gaat uit van rechtsregels (gedragsvoorschriften) die komen van bevoegd gezag (wetgevende macht). Deze regels gelden, of het moraal juist of  rechtvaardig is.
  • Hoe is rechtszekerheid een bestanddeel van rechtvaardigheid?

    1) Rechtszekerheid:

    Een rechter kan een regel niet buiten beschouwing laten wanneer hij deze niet rechtvaardig vindt. De burger weet dat namelijk niet hoe hij zijn gedrag moet aanpassen. De rechter kan immers de regel naast zich neerleggen. Rechtszekerheid is dan een bestanddeel van rechtvaardigheid. Onrechtvaardige regels moeten ook worden toegepast. Hoe lullig ook.   

    2) legitimatie. De wetgevende macht maakt wetten of moet wetten aanpassen, dit is niet aan de rechter omdat deze niet gekozen is. De politiek gaat dus over moraal en wenselijkheid.
  • Hoe stond Gustav Radbruch ten aan zien van recht?

    Positivistisch uitgangspunt. Normatief. Rechters moesten recht toepassen. Niet eigen opvatting over of de regel rechtvaardig was of niet, toepassen. Dit in het kader van rechtszekerheid. 

    Komt hier na WO 2 later op terug.
  • Lon Fuller bekritiseert het positivistische onderscheid van Hart tussen recht en moraliteit. Hoe precies?

    Strijd met interne moraliteit van het recht. Een regel heeft in zichzelf al een moraliteit. Als een regel bv. Niet publiek bekend is gemaakt, dan kunnen burgers hun gedrag er niet op afstemmen. Het kan dan niet een rechtsgeldige regel zijn die aanspraak maakt op gezag. 

    Recht kan ook niet met terugwerkende kracht worden toegepast, want mensen moeten hun gedrag kunnen afstemmen. Je kunt dus niet een regel legaliseren die eerst niet bestond zodat je een executie juridisch kunt rechtvaardigen.
  • VRAAG 1b DEZE Waarom draagt rechtszekerheid volgens Radbruch gewoonlijk bij aan rechtvaardigheid?

    Wanneer je weet hoe een regel is, dus rechtszekerheid, weet je ook hoe je je moet gedragen, dus is de regel rechtvaardig.
  • VRAAG 2aWelke theoretische reden ziet Hart om regels die overduidelijk onrechtvaardig zijn, zoals het recht van de nazi’s, niettemin als rechtsregels te beschouwen? 

    Het is volgens Hart gewoon geldend recht - ook al is het onrechtvaardig, omdat je op die manier kunt zien hoe staten recht kunnen misbruiken. Dit kun je dan in de rechtsgemeenschap bespreken.
  • 2b. Welke praktische redenen ziet Hart om zulke onrechtvaardige regels te beschouwen als rechtsregels? Noem tenminste twee redenen. 

    1. Burgers zullen in opstand komen
    2. P.210 tekst hart checken
  • Rechtsvinding

    Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 08/02/2021
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat houdt het intern perspectief in en wat het extern perspectief in (Hart)?

    Intern = je volgt de regel vanuit eigen (innerlijke) overtuiging op omdat je vindt dat de regel juist is. 

    Extern =  je bent bang voor de consequenties dus je volgt de regel op, ook al ben je het er niet mee eens (dus geen innerlijke overtuiging).

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart