Methoden/ aansprakelijkheid/ middeleeuwen
11 belangrijke vragen over Methoden/ aansprakelijkheid/ middeleeuwen
Welke verschillen in het recht zijn er tussen de middeleeuwen en de oudheid
in de oudheid werd het sleutelwoord geassocieerd met publieke daden en uitspraken van met gezag beklede personen en instellingen.
Wie werd beschouwd als de grondlegger van het echt als academische discipline?
In welke periode floreerde de school der glossatoren?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Om welke twee hoofdzaken draaien rechtsgeleerdheid in de middeleeuwen?
D. 9,2 (over de lex Aquilia),9 (Ulpianus in het achttiende boek van zijn Edictscommentaar),3
U heeft het paard waarop mijn slaaf reed aan het schrikken gebracht en daardoor is de slaaf van het paard afgeworpen, in de rivier beland en omgekomen. Ofilius schrijft dat een actio in factum verleend moet worden; net als in het geval wanneer mijn slaaf door de één in een hinderlaag gelokt, en door een ander gedood is.
Waarom wordt hier een actio in factum verleend en niet de gewone actie op grond van de Lex Aquilia?
Kenmerkend voor de noxale acties in het klassieke Romeinse recht is
b. dat de gedaagde veroordeeld kan worden tot het dubbele van het berekende schade-bedrag.
c. dat de aangesproken eigenaar door uitlevering van het dier of de slaaf die/dat de schade heeft veroorzaakt, van verdere aansprakelijkheid is bevrijd.
d. dat deze acties zowel actief als passief overerfelijk zijn.
Welke vier personen vertegenwoordigen een samenhangende ontwikkelingslijn in het denken over de verbintenis uit onrechtmatige daad?
b. Aristoteles – Accursius – Martinus de Azpilcueta – Hugo de Groot.
c. Aristoteles – Thomas van Aquino – Dominicus de Soto – Hugo de Groot.
d. Accursius – Gratianus – Hugo de Groot – Pothier.
De middeleeuwse rechtswetenschap is in drie hoofdpunten samen te vatten:
b. tekstualiteit, logica en autoriteit.
c. logica, graeca leguntur (“men leest Grieks”) en systematiek.
d. tekstualiteit, ad fontes (“terug naar de bronnen”) en autoriteit.
Welke volgorde van stromingen in de rechtswetenschap is chronologisch juist?
b. Glossatoren, Humanisme, Historische School.
c. Klassiek Romeins recht, Usus modernus Pandectarum, Postglossatoren.
d. Justiniaans Romeins recht, Historische School, Rooms-Hollands recht.
Waarin verschilt het delict diefstal in de middeleeuwen met die van de Romeinse tijd als het komt op proces?
in geval privaatrechtelijke acties van een delict worden ingesteld, dan kunne zijn allen tot een schadevergoeding leiden. De plicht tot betalen van schadevergoeding gaat volgens de canoniseren Juist wel over op erfgenamen met de dader.
Welk deel van de justiniaanse codificatie vormde een bloemlezing uit de klassieke juristengeschriften?
1. Digestum vetus
2. Informatiatum
3. Digestum novum
De beschikbaarheid van de digesten was belangrijk voor het vervullen van de herleving van het Romeins recht in de middeleeuwen samen met de aanwezigheid van het technisch en intellectuele potentieel.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden