Methoden/ aansprakelijkheid/ middeleeuwen

11 belangrijke vragen over Methoden/ aansprakelijkheid/ middeleeuwen

Welke verschillen in het recht zijn er tussen de middeleeuwen en de oudheid

Beiden hanteerden auctoriaal (gezag) als een sleutelwoord. echter hadden ze voor beide perioden een andere betekenis. Voor de middeleeuwen werd he sleutelwoord gebouwd op overtuiging dat men waarheid kon vinden op basis van gezaghebbende teksten met behulp van rationele methoden te discussiëren.

in de oudheid werd het sleutelwoord geassocieerd met publieke daden en uitspraken van met gezag beklede personen en instellingen.

Wie werd beschouwd als de grondlegger van het echt als academische discipline?

Irnerius was de grondlegger van het recht als academische discipline. Hij gaf les in Bologna. Hij wordt ook wel aangeduid als de lantaarn van het recht.

In welke periode floreerde de school der glossatoren?

het floreerde rond 1100 (12e eeuw) tot midden 13e eeuw. de bekendste onder de school der glossatoren waren vier leerlingen van Irnerius: Martinus, Bulgarus, Hugo en Jacobus. en dit tijdperk werd afgesloten met belangrijke samenvattingen van werken.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Om welke twee hoofdzaken draaien rechtsgeleerdheid in de middeleeuwen?

Omdat de Justiniaanse codificatie vele tegenstrijdigheden bevatte werd er veel energie gestopt aan het oplossen van de tegenstrijdigheden. het draaide toen om de kennis van de teksten en om de vaardigheid om effectief te gebruikten voor de oplossing van de theoretische of praktische problemen.

D. 9,2 (over de lex Aquilia),9 (Ulpianus in het achttiende boek van zijn Edicts­commen­taar),3
U heeft het paard waarop mijn slaaf reed aan het schrikken gebracht en daardoor is de slaaf van het paard afgeworpen, in de rivier beland en omgekomen. Ofilius schrijft dat een actio in factum verleend moet worden; net als in het geval wanneer mijn slaaf door de één in een hinderlaag gelokt, en door een ander gedood is.


Waarom wordt hier een actio in factum verleend en niet de gewone actie op grond van de Lex Aquilia?

Dit heeft te maken met het feit dat het niet gaat om corporeel toebrengen van de schade. De schade wordt indirect veroorzaakt, daarom dus een actio in factum.

Kenmerkend voor de noxale acties in het klassieke Romeinse recht is

a. dat deze acties zowel actief als passief onovererfelijk zijn.
b. dat de gedaagde veroordeeld kan worden tot het dubbele van het berekende schade-bedrag.
c. dat de aangesproken eigenaar door uitlevering van het dier of de slaaf die/dat de schade heeft veroorzaakt, van verdere aansprakelijkheid is bevrijd.
d. dat deze acties zowel actief als passief overerfelijk zijn.

Welke vier personen vertegenwoordigen een samenhangende ontwikkelingslijn in het denken over de verbintenis uit onrechtmatige daad?

a. Accursius – Christian Thomasius – Hugo de Groot – Pothier.
b. Aristoteles – Accursius – Martinus de Azpilcueta – Hugo de Groot.
c. Aristoteles – Thomas van Aquino – Dominicus de Soto – Hugo de Groot.
d. Accursius – Gratianus – Hugo de Groot – Pothier.

De middeleeuwse rechtswetenschap is in drie hoofdpunten samen te vatten:

a. ad fontes, graeca leguntur en systematiek.
b. tekstualiteit, logica en autoriteit.
c. logica, graeca leguntur (“men leest Grieks”) en systematiek.
d. tekstualiteit, ad fontes (“terug naar de bronnen”) en autoriteit.

Welke volgorde van stromingen in de rechtswetenschap is chronologisch juist?

a. Justiniaans Romeins recht, Rooms-Hollands recht, Postglossatoren.
b. Glossatoren, Humanisme, Historische School.
c. Klassiek Romeins recht, Usus modernus Pandectarum, Postglossatoren.
d. Justiniaans Romeins recht, Historische School, Rooms-Hollands recht.

Waarin verschilt het delict diefstal in de middeleeuwen met die van de Romeinse tijd als het komt op proces?

opmerking verdient dat om het moment er sprake is van delict het canonieke recht in de middeleeuwen geen privaatrechtelijke acties richt op boete, maar enkel publiekrechtelijke vervolging kennen. canonisten betogen dat "alle misdaden behoren tot het publiekrecht".

in geval privaatrechtelijke acties van een delict worden ingesteld, dan kunne zijn allen tot een schadevergoeding leiden. De plicht tot betalen van schadevergoeding gaat volgens de canoniseren Juist wel over op erfgenamen met de dader.

Welk deel van de justiniaanse codificatie vormde een bloemlezing uit de klassieke juristengeschriften?

De Digesten die was onderverdeeld in 3 delen.
1. Digestum vetus
2. Informatiatum
3. Digestum novum

De beschikbaarheid van de digesten was belangrijk voor het vervullen van de herleving van het Romeins recht in de middeleeuwen samen met de aanwezigheid van het technisch en intellectuele potentieel.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo