Causaliteit en vreesachtigheid (bedreiging)

3 belangrijke vragen over Causaliteit en vreesachtigheid (bedreiging)

Bij bedreiging dient causaal verband te bestaan tussen de uitgeoefende bedreiging en het verrichten van de rechtshandeling, leg dit uit:

De bedreigde moet aannemelijk maken dat hij de overeenkomst zonder de bedreiging niet of niet op dezelfde voorwaarden zou hebben gesloten.

De tweede zin van artikel 3:44 lid 2 bepaalt, dat de bedreiging zodanig moet zijn, dat een redelijk oordelend mens daardoor kan worden beinvloed, waarmee moet rekening gehouden worden bij de beantwoording van deze vraag?

Bij de beantwoording van de vraag of dit het geval is, moet rekening worden gehouden met alle omstandigheden, zoals ouderdom en ontwikkeling van de betrokkene maar ook met iemand tijdelijke geestelijke of lichamelijke toestand, bijvoorbeeld in verband met oververmoeidheid.
Voor de beoordeling zijn onder meer van belang: de reele alternatieven voor het verkrijgen van de af te persen prestatie, de ernst van de gevolgen van het al dan niet ingaan op de bedreiging, de hoedanigheid van partijen (bedrijf/consument) en de eventuele deskundige bijstand van de bedreigde.

Kan er, als niet de contractant maar een derde wordt bedreigd, een actie op grond van bedreiging slagen?

Ja, dat kan. Dat geldt in het bijzonder indien die derden familieleden in de ruime zin van het woord zijn. Buren of collega's kunnen er ook onder vallen. Voor de vraag hoe ruim de kring moet worden getrokken, is beslissend in hoeverre een redelijk oordelend mens door de bedreiging van derden kan worden beinvloed.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo