Herroeping; aanwijzing van ander dan de derde (het derdenbeding)

3 belangrijke vragen over Herroeping; aanwijzing van ander dan de derde (het derdenbeding)

Aan wie kan de herroeping van een derdenbeding gericht worden?

  Dit kan zowel aan de promissor als aan de derde gericht worden. Aan beiden richten is verstandiger.
De promissor kan, terwijl hij niets van de herroeping wist, zich erop beroepen dat hij op redelijke gronden aannam dat de prestatie tot de derde gerechtigd was, zodat hij op grond van 6:34 (bescherming schuldenaar bij betaling aan onbevoegde) niet nogmaals hoeft te betalen.

Wie kan de stipulator aanwijzen als hij het derdenbeding tijdig heeft herroepen of de derde het beding niet heeft aanvaardt?

Wanneer de stipulator het derdenbeding tijdig heeft herroepen, of de derde het beding heeft afgewezen, kan de stipulator volgens artikel 6:255 lid 1 hetzij zichzelf het zij een andere derde  als rechthebbende aanwijzen. In het laatste geval geldt vanzelfsprekend ook voor de nieuw aangewezen derde, dat nodig is dat die het beding aanvaardt.

De promissor heeft er belang bij om te weten ten opzichte van wie hij moet presteren. Aan de onzekerheid kan hij volgens artikel 6:255 lid 2 een einde maken door de stipulator een redelijke termijn te stellen waarbinnen de aanwijzing van een nieuwe derde moet geschieden. Wat nu als de stipulator binnen deze termijn geen nieuwe derde aanwijst?

Wijst de stipulator binnen de termijn geen nieuwe derde aan, dan wordt hij geacht zichzelf als rechthebbende te hebben aangewezen. De promissor kan in dat geval dus veilig betalen aan de stipulator zelf.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo