De structuur van :228 (dwaling)
4 belangrijke vragen over De structuur van :228 (dwaling)
Artikel 6:228 lid 1 noemt drie dwalingssituaties. Het bepaalt dat een overeenkomst die is tot stand gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten vernietigbaar is indien:
- de dwaling te wijten is aan een mededeling van de wederpartij;
- de dwaling te wijten is aan het zwijgen van de wederpartij;
- beide partijen van dezelfde onjuiste veronderstelling zijn uitgegaan (wederzijdse dwaling).
Kunnen er nog andere dwalingssituaties voorkomen dan genoemd in artikel 6:228 lid 1?
Als aan de vereisten van dwaling volgens artikel 6:228 lid 1 wordt voldaan slaagt dan het beroep op dwaling altijd?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Zal de rechter altijd overgaan tot het vernietigen van de overeenkomst op grond van artikel 6:228 (dwaling) of 6:229 (voortbouwende overeenkomst)?
1. De bevoegdhied tot vernietiging op grond van de artikelen 228 en 229 vervalt, wanneer de wederpartij tijdig een wijziging van de gevolgen van de overeenkomst voorstelt, die het nadeel dat de tot de vernietiging bevoegde instandhouding van de overeenkomst liijdt, op afdoende wijze opheft.
2. Bovendien kan de rechter op verlangen van een der partijen, in plaats van de vernietiging uit te spreken, de gevolgen van de overeenkomst ter opheffing van dit nadeel wijzigen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden