De bewijsvoering in geval van een geestelijke stoornis
5 belangrijke vragen over De bewijsvoering in geval van een geestelijke stoornis
Wie moet aantonen dat een met zijn verklaring overeenstemmende wil ontbrak bij een geestelijke stoornis?
De partij die zich beroept op het rechtsgevolg van een door haar gesteld feit, draagt van dat feit in beginsel de bewijslast.
Wie stelt dat een met zijn verklaring overeenstemmende wil ontbrak, zal zulks aannemelijk moeten maken.
Uiteraard moet aannemelijk worden gemaakt dat er ten tijde van het verrichten van de rechtshandeling inderdaad een geestelijke stoornis aanwezig was (artikel 3:34 lid 1 aanhef).
Wat is het onderwerp bij de bewijsvoering omtrent een geestelijke stoornis?
Aannemelijk moet worden gemaakt dat de stoornis een redelijke waardering der bij de handeling betrokken belangen belette, of dat de verklaring onder invloed van een stoornis is gedaan. Het bewijs van een van beide is voldoende.
Op welke wijze kun je een geestelijke stoornis aantonen?
De tweede zin van artikel 3:34 lid 1 komt de gestoorde tegemoet met een vermoeden: indien de gestoorde aantoont dat de rechtshandeling voor hem nadelig was, wordt de verklaring vermoed onder invloed van de stoornis te zijn gedaan.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wanneer werkt het 'rechtsvermoeden van een geestelijke stoornis' niet?
Hoe kan de wederpartij het rechtsvermoeden van stoornis ontzenuwen?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden