De persoon van de beslisser
19 belangrijke vragen over De persoon van de beslisser
Noem een aantal voorbeelden van mentale shortcuts/biases.
- Framing
- Do no harm principle
- Status quo biases
- Self-serving bias
- Confirmation bias (op zoek naar informatie die eigen mening ondersteunt --> leidt tot overconfidence)
- Anchoring effect
- Hindsight bias
- Primacy effect
Wat wordt er bedoelt met het anchoring-effect? Welke voorwaarden gelden voor een dergelijk effect?
Het proces waarin iemand (onbewust) een gegeven als startpunt (anker) neemt voor zijn besluit.
Voorwaarden:
- Het doel moet geschat kunnen worden;
- Er mag geen onzekerheid bestaan over het doel,
- Schatting moet kunnen plaatsvinden op lineaire schaal
Hoe kunnen volgens Enneking biases beperkt worden?
Door:
- Beslissingsruimte te beperken; en
- Motiveringsplicht voor de rechters uitbreiden.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is er uit het onderzoek van Lensink en Husken gekomen? Wat zijn de redenen voor hoge (en stijgende) werkdruk?
- Nederlandse rechters zijn ontevreden over hun:
- werkdruk
- bemoeienis politici
- slechte wetgeving
- veeleisende burger
- Redenen voor hoge (en stijgende) werkdruk:
- Ingewikkeldheid zaken
- Personeelsbeleid binnen rechterlijke organisatie
- Gebrekkige digitalisering
- Media
Wat is volgens Lensink en Husken het gevolg van de 'Haagse bemoeienis'?
De rechtspraak lijkt meer en meer een domein te worden waarop iedereen maar vrijelijk zijn kritiek kan spuien. Dat ondermijnt op den duur het noodzakelijk vertrouwen in de rechtspraak.
Politici stralen consequent uit het beter te weten dan de rechterlijke macht, dat is zeer schadelijk (en feitelijk onjuist).
Formeel gezien heeft de rechter een grote discretionaire bevoegdheid. Hoe wordt deze bevoegdheid echter praktisch ingeperkt?
- Beslisruimte (wettelijke minima en maxima)
- Motiveringseis
- Hoger beroep
- Collegiale rechtspraak
- Eis van OvJ
- Maatschappelijke druk
Hoe heeft de rol van rechtsvinding zich bij de rechter ontwikkelt?
De rol van de rechter bij rechtsvinding is vergroot:
- Het gaat niet meer slechts over verhouding wetgever/rechter, maar er is tegenwoordig een pluratiteit aan rechtsbronnen.
- Rechter is niet langer mee de 'mond van de wet' (bouche de la loi)
- Rechtscolleges hebben systemen om te zorgen voor 'lijnen van consistente rechtspraak'; samenspel van zetels zorgt voor een geobjectiveerde rechtsontwikkeling.
Wat bedoelen Ten Velden en De Wilde met de cognitieve vuistregels?
Cognitieve vuistregels zijn eenvoudige mentale regels of geautomatiseerde reacties die mensen in staat stellen om in complexe situaties toch snel en gemakkelijk een beslissing te kunnen nemen.
Waarom is volgens Ten Velden en De Wilde de kwaliteit van een beslissing bij subjectieve groepsbeslissingen minder?
- Groepsleden zoeken en bespreken bevestigende informatie, informatie die overeenkomst met de initiële voorkeur;
- Groepsleden zijn sterk bezig met onderlinge verhoudingen, minder met de te nemen beslissing;
- Groepsleden zijn bezorg over hun reputatie;
- Productieblokkering, wanneer andere groepsleden aan het woord zijn, wordt de productie en uiting van anderen geblokkeerd;
- Overmatige druk om consensus te bereiken;
- Groepsleden gaan ervan uit dat andere groepsleden hun missers zullen opvangen;
Op welke twee manieren wordt volgens Ten Velden en De Wilde informatie verwerkt en welke twee factoren beïnvloeden deze informatieverwerking?
Informatie wordt verwerkt op:
- Individueel niveau
- Groepsniveau
Deze informatieverwerking wordt beïnvloed door:
- Sociale motivatie: beïnvloed de mate waarin vertekeningen (biases) in de informatieverwerking ontstaan; en
- Epistemische motivatie: beïnvloed welke informatieverwerkingsstrategie personen (onbewust) kiezen --> snel en moeiteloos vs. grondig en systematisch.
Welke externe factoren kunnen de sociale- en epistemische motivatie beïnvloeden?
Sociale motivatie:
- Het geven van instructies
- Onderlinge relatie van groepsleden
Epistemische motivatie:
- Tijdsdruk
- Homogeniteit voorkeuren en kritische norm
- Beslisregels en minderheidsstandpunten
- Machts- en statusverschillen en leiderschap
Wat is het verschil in informatieverwerking tussen groepsleden met een coöperatieve motivatie en groepsleden met een individualistische motivatie?
Groepsleden met een coöperatieve motivatie zijn meer genoegd om naar informatie te zoeken die bijdraagt aan de groepsdelen.
Groepsleden met een individualistische motivatie meer geneigd zijn te zoeken naar informatie die aansluit bij hun persoonlijke doelen. Bovenal zullen zij gemotiveerd zijn hun eigen persoonlijke voorkeuren in de uiteindelijke beslissing te verweren. Dit leidt ertoe dat er een systematische vertekening optreedt in de informatieverwerking.
Hoe kunnen vertekeningen ontstaan in groepsbesluitvorming?
- Advocacy (sommige informatie wordt geaccentueerd, afhankelijk van sociale motivatie, tegenstrijdige informatie wordt genegeerd)
- Gevoel van eigenaarschap over ideeën en argumenten
- Informatieverwerking (coöperatieve motivatie)
- Zelfcensuur - focus op harmonie i.p.v. op eigen afwijkende meningen
- Mutual enhencement - groepsleden die meer informatie delen worden (onterecht soms) gezien als expert en beter geïnformeerd, waardoor eigen (tegenstrijdige) informatie niet wordt gedeeld
Hoe komen rechters volgens Van Rossum tot een acceptabel oordeel?
Dit komt vooral neer op intuïtie. Rechters maken gebruik van een geoefende intuïtie die op kennis en ervaring is gebaseerd. Deze intuïtie kent een eigen rationaliteit, die gecontroleerd en getraind kan worden.
Wat zijn de vier reflecties uit het empirisch onderzoek van Van Rossum?
- De Rol van het recht in de casus
- De getrainde intuïtie van de rechter
- Het onderscheid tussen context of discovery en context of justification
- De relatie tussen empirisch onderzoek naar rechterlijke oordeelsvorming en het model van rechtsvinding
Licht de eerste reflectie uit het empirisch onderzoek van Van Rossum toe.
Het oordeel van de rechter wordt niet bepaald door de rechtsregel, maar geeft in open bewoordingen de voorwaarden aan op basis waarvan het oordeel mogelijk is.
De keuzevrijheid van de rechter wordt ingeperkt door de gangbare en dominante opvatting onder juridische professionals van wat 'het recht' op dit punt 'zegt'.
Licht de tweede reflectie uit het empirisch onderzoek van Van Rossum toe.
De 'getrainde intuïtie' omvat meer dan alleen juridische kennis. Het is ook kennis die is opgebouwd uit ervaring. Daarbij kan men denken aan:
- het beoordelen van het 'aannemelijkheidsgehalte' van uitlatingen;
- het beoordelen van 'onzichtbare dingen'; en
- de interpretatie van non-verbaal gedrag.
Licht de derde reflectie uit het empirisch onderzoek van Van Rossum toe.
Het onderscheid maakt duidelijk dat empirisch onderzoek naar rechterlijke oordeelsvorming andere inzichten oplevert dan het onderzoek naar rechtsvinding, argumentatie en motivering van juridische beslissingen in strikte zin.
Een opstelsom van op zichzelf onbetekenende details (bijv. non-verbale), tot het oordeel van een afwijzing leidt. Met het motiveren van de uitspraak gebeurt kennelijk meer dan alleen het motiveren van de uitspraak.
Licht de vierde reflectie uit het empirisch onderzoek van Van Rossum toe.
Het dominante model van rechtsvinding kan worden verruimd. Enerzijds door de 'context of discovery' mee te nemen door de sociale handelingspraktijk van de rechter in onderzoek en onderwijs te betrekken. Anderzijds door de 'context of justification' niet rationeel-positivistisch uit te leggen, maar inclusief dubbelzinnigheden (die in het recht die keuzes toelaten) op te vatten.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden