Handhaving: bevoegdheid of verplichting?

15 belangrijke vragen over Handhaving: bevoegdheid of verplichting?

Wat verstaat men onder het opportuniteitsbeginsel van artikel 167 Sv?

Geelhoed - De officier van justitie als Nichverfolger

In het strafrecht geldt het opportuniteitsbeginsel: de overheid (het OM) heeft de vrijheid om van zijn bevoegdheden wel of geen gebruik te maken.

Op welke wijze kan het opportuniteitsbeginsel worden geïnterpreteerd? Hoe staat deze interpretatie in de wet en hoe interpreteert het OM het opportuniteitsbeginsel?

Geeldhoed - De officier van justitie als Nichtverfolger

Positief geïnterpreteerd betekent het opportuniteitsbeginsel dat niet-vervolgen de regel is, en dat slechts tot vervolging mag worden overgegaan wanneer dat in het algemeen belang is.

Negatief geïnterpreteerd betekent het opportuniteitsbeginsel dat vervolgen de regel is, het het niet vervolgen de uitzondering.

Het opportuniteitsbeginsel staat negatief in de wet geformuleerd. Het OM zou, sinds de publicatie van het jaarverslag over 1970, het opportuniteitsbeginsel echter positief interpreteren.

Hoe wordt het opportuniteitsbeginsel in de praktijk en in het OM-beleid aangenomen?

Geeldhoed - De officier van justitie als Nichtverfolger

Daar gaat men uit van een negatieve interpretatie: dan is de inzet van het strafrecht beleidsmatig de regel geworden, en het niet optreden de uitzondering.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welk uitgangspunt geldt er in het bestuursrecht?

Geeldhoed - De officier van justitie als Nichtverfolger

In het bestuursrecht lijkt een omgekeerd uitgangspunt te worden genomen als in het strafrecht. Er wordt gesproken van een beginselplicht tot handhaving, die, onder omstandigheden, bestuursorganen verplicht om handhavend op te treden.

Welk principieel ander uitgangspunt introduceert het OM met het positief interpreteren van het opportuniteitsbeginsel?

Geelhoed - De officier van justitie als Nichverfolger
.
Het algemeen belang kan bij een negatieve interpretatie van het opportuniteitsbeginsel worden gezien als verzamelbegrip van uitzonderingsgronden.

Bij een positieve interpretatie moet het dienen als grondslag, cumulatief met het vereiste van legalisatie, voor de inzet van het strafrecht. De taakuitoefening van het OM moet dus volledig uit het algemeen belang kunnen worden afgeleid. Het algemeen belang heeft in deze context een veel minder heldere gerichtheid.

Waarom is bij een positieve interpretatie van het opportuniteitsbeginsel beleid van het OM zo belangrijk?

Geelhoed - De officier van justitie als Nichverfolger

De positieve interpretatie, met grote beleidsvrijheid voor het OM, vraagt om beperking en controle. Omdat het uitgangspunt is dat strafvervolging achterwege moet blijven, tenzij het algemeen belang vervolging eist, moet willekeur en rechtsongelijkheid worden tegengegaan dor zelfbinding aan beleidsregels.

Hoe kijkt het Hof van Justitie EU aan tegen de nationale beleidsvrijheid in de rechtshandhaving?

Geelhoed - De officier van justitie als Nichverfolger

Het Hof van Justitie EU eist dat het Europees recht effectief wordt gehandhaafd. Daarom moet overtreding van Europese regelgeving door doeltreffende, afschrikkende en proportionele sancties worden gevolgd, en dienen nationale handhavingsautoriteiten Europese rechtsregels even doortastend te handhaven als nationale.

Welke uitzonderingen heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak geformuleerd op de beginselplicht tot handhaving?

Geelhoed - De officier van justitie als Nichverfolger

Het bestuursorgaan is niet verplicht op te treden:
- indien er een concreet uitzicht bestaat op legalisatie van de bestaande situatie; en/of
- wanneer optreden zou leiden tot een onevenredig ingrijpende interventie ten opzicht van de te handhaven belangen (bijv. bij geringe normoverschrijdingen).

Hoe wordt de beginselplicht tot handhaving door de Raad van State verder gepreciseerd?

ABRvS 5 oktober 2011 (Beginselplicht tot handhaving)

Het bestuursorgaan dient zich in beginsel te houden aan het handhavingsbeleid. Indien het handhavingsbeleid het gebruik van een 'zachter' handhavingsinstrument (bijv. waarschuwing) voorschrijft alvorens tot oplegging van een herstelsanctie wordt overgegaan, mag een bestuursorgaan die stap niet zonder meer overslaan.

Is het gerechtvaardigd van een verzoek tot handhaving af te zien indien er in de beleidsregel van de overtreding een lage prioriteit aan die overtreding wordt gegeven?

ABRvS 4 juni 2014 (Prioritering handhavingsbeleid)

Een lage prioriteit is op zichzelf geen bijzondere omstandigheid die een uitzondering op de beginselplicht tot handhaving rechtvaardigt. Het is noodzakelijk voor het bestuursorgaan om een belangenafweging te maken.

Handelt een bestuursorgaan in strijd met het gelijkheidsbeginsel als zij n.a.v. een handhavingsverzoek een overtreding met lage prioriteit handhaaft?

ABRvS 4 juni 2014 (Prioritering handhavingsbeleid)

Het bestuursorgaan handelt niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel t.o.v. andere vergelijkbare gevallen waarin geen handhavingsverzoek is gedaan (en waar het bestuursorgaan dus niet overgaat tot handhaving van de overtreding).

Leg uit hoe de in het EVRM negatief geformuleerde verplichtingen om kunnen slaan naar positieve verplichtingen.

Hoorcollege

Het EVRM schrijft negatieve verplichtingen voor, zoals de overheid mag geen inbreuk maken op het recht op vrijheid/privacy/leven. Onder omstandigheden is het echter een positieve verplichting van de overheid om te voorkomen dat burgers onderling elkaars rec\ten schenden. Als het wel gebeurd moet de overheid daar een einde aan maken en tot een passende strafbeslissing komen.

Welk onderscheid kan er bij de positieve verplichtingen worden gemaakt?

Hoorcollege

Er is een onderscheid tussen absolute en relatieve positieve verplichtingen. De positieve verplichting om het recht op leven te beschermen is veel krachtiger (absoluter) dan de positieve verplichting om het recht op privacy te schermen (relatiever).

Wat is de essentie van het arrest EHRM 30 november 2004 (Öneryildiz/Turkije)?

Staten hebben op grond van art. 2 EVRM een positieve verplichting om het leven van burgers binnen hun jurisdictie te beschermen. Deze verplichting geldt voor alle activiteiten, publieke en niet-publieke, die het recht op leven in gevaar kunnen brengen en geldt zeker als er sprake is van industriële activiteiten die naar hun aard gevaarlijk zijn.

Wat is de essentie van het arrest HvJ EU 10 april 2012 (Mink Khoa Vo)?

Lidstaten zijn verplicht het Unierecht te handhaven. Lidstaten dienen te zorgen voor doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties, die kunnen leiden tot vaststellen en opleggen aan personen die inbreuken op het Unierecht begaan. Deze verplichtingen moeten worden nagekomen op een wijze die nuttig effect van de unierechtelijke bepalingen volledig waarborgt.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo