Samenvatting: Rechtsstaat

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Rechtsstaat

• 1 Idee en oorsprong van de rechtsstaat

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat bedacht de Franse filosoof Montesquie.

  Het parlement dat weten mag maken moet door het volk gekozen worden. Ook moet er een scheiding van machten zijn. 

• Waarom kunnen bestuurders niet zomaar straffen oploeggen?

  Ze zijn gebonden aan wetten en kunnen geen straffen opleggen onzder tussenkomst van een onafhankelijke rechter.

• Waarom is de rechtsstaat een maatstaf om te beoordelen hoe de overheid functioneert en wat wel en niet is toegestaan?

  Mensen kunnen zich beroepen op de rechtsstaatgedachte. De rechtsstaat geeft een ondergrens aan waaraan je situaties, gebeurtenissen, beslissingen en handelingen kunt afmeten.

• 2 Grondwet en grondrechten

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Vertel wat over de geschiedenis van de grondwet in de jaren 1798, 1806, 1848, 1917, 1922 en 1983.

  1798: staatsregeling van de Bataafse Replubliek
  1806: Nederland een constitutionele monarchie
  1848: Ministeriële verantwoordelijkheid en censuskiesrecht
  1917: Algemeen mannenkiesrecht
  1922: vrouwen kiesrecht
  1983: o.a. bescherming tegen discriminatie, sociale grondrechten

• Waarom wordt er vaak niet gekozen om botsingen in een Europees Verband te laten beoordelen?

  Het verschilt per plaats en tijd.

• 3 Trias politica: scheiding of evenwicht van machten?

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke drie machten waren er volgens Montesquieu?

  Eerste macht = de wetgevende macht -> algemene weten maken, wijzigen of intrekken
  
  Tweede macht = uitvoerende macht -> wetten in concrete gevallen toepassen
  
  Derde macht = rechterlijke macht -> bij onenigheid oordelen over wetten en bij conflicten rechtspreken

• Hoe moet een wetgevend orgaan verdeeld zijn?

  In verschillende kamers, zodat een wetsvoorstel van alle kanten bekeken wordt.

• Waar ligt de rechterlijke macht?

  Bij de onafhankelijke rechters. Ze worden benoemd voor het leven en staan boven de wet. Ze hebben veel speelruimte hoe ze de wetten interpreteren. 

• Welke invloed hebben rechters op het maken en wijzigen van wetten?

  Ze kunnen advies geven over nieuwe wetten. En op basis van een oordeel van een rechter kan het parlement besluiten de wet te wijzigen

• 5 Het strafproces

  Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat houdt de fase 'aanhouding ' in?

  De politie mag je staande aanhouden, laten stilstaan en vragen naar je personalia als je verdacht bent.
  
  Je mag ook worden aangehouden , gearresteerd en meegenomen worden naar het politiebureau voor verhoor
  
  bij heterdaad betrap mag iedereen de dader vasthouden totdat de politie er is.