Organizing Groups and Teams

4 belangrijke vragen over Organizing Groups and Teams




Om de groepsstructuur goed te krijgen moeten pertinente contextuele variabelen in overweging genomen worden:




  • Wat is onze missie?
  • Welke acties zijn noodzakelijk?
  • Wie moet wat doen?
  • Wie is de baas?
  • Hoe moeten we beslissingen maken?
  • Hoe coördineren we inzet?
  • Waar geven individuele leden het meeste om: tijd, kwaliteit of participatie?
  • Wat zijn de speciale vaardigheden en talenten van de groepsleden?
  • Hoe verhoudt deze groep zich tot anderen?
  • Hoe bepalen we succes?




Het formele netwerk is cruciaal voor het functioneren van het team. In grotere organisaties wordt het altijd iets gecompliceerder. Teams in bedrijven kunnen vergeleken worden met teams bij verschillende sporten. In elke sport is een ander soort team en teamstructuur belangrijk. Ook de sociale structuur verschilt per sport.




Baseball: individuele inzet is erg autonoom. Het is een losjes geïntegreerde federatie. Football: tussen de ‘zetten’ in, plant het team een strategie voor de volgende zet. Spelers werken intensief samen. Elk lid is onderdeel van de ‘machine’ en als één onderdeel niet werkt, werkt de machine ook niet. Er is top-down aansturing.
Basketball: nog meer samenwerking dan in alles hierboven. Ieder teamlid is afhankelijk van een ander teamlid om een goede prestatie neer te zetten




Keidel geeft aan dat er enkele belangrijke vragen zijn in het beslissen over het geschikte structurele ontwerp:




De structuur moet passen bij wat de organisatie wil bereiken.

-  Wat is de natuur en graad van taak-gerelateerde interactie tussen individuen?
-  Wat is de ruimtelijke verdeling van unit-leden
-  Waar komt autoriteit vandaan?
-  Hoe wordt inzet geïntegreerd?
-  Welk woord beschrijft de benodigde structuur het best: conglomeraat (samenvoegen), mechanisch of organisch.
-  Welk sportbegrip beschrijft metaforisch de taak van het management?: het invullen van de opstelling, het voorbereiden van het wedstrijdplan of het beïnvloeden van de stroom van de wedstrijd.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart




Er zijn ook teams zonder manager/baas. Zij werken bottom-up. Deze teams hebben de volgende eigenschappen:




Zelfsturende teams produceren vaak betere resultaten en hebben een hogere moraal dan teams die onder een baas werken. Het opstarten van zo’n team is wel erg lastig.

  • Ze managen zichzelf (plannen, organiseren, controleren, staff)
  • Ze wijzen banen toe aan teamleden (wie doet welk werk)
  • Ze plannen het werk (doelstellingen, werktempo)
  • Ze maken productie- en service gerelateerde beslissingen (verantwoordelijkheid
    nemen voor inventaris etc.)
  • Ze ondernemen actie om problemen te verhelpen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo