Samenvatting: Regulatie En Afweer 1
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Regulatie en Afweer 1
-
1 Week 1 Metabolisme (DM)
-
1.1 Energiemetabolisme
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Stofwisseling is het metabolisme. Dit wordt mogelijk gemaakt door balans tussen katabolisme en anabolisme. Wat is katabolisme? En wat is anabolisme?
Katabolisme is het afbreken van stoffen via gecontroleerde biochemische processen.
Anabolisme is het synthetiseren van stoffen via gecontroleerde biochemische processen. -
Wat zijn enzymen, en wat is de functie van enzymen?
- Enzymen zijn eiwitten
- Enzymen zijn substraat specifiek
- Enzymen verlagen de activeringsenergie die nodig is om een chemische reactie te laten verlopen.
- De reactie energie is het verschil in energie tussen de beginproducten en de reactieproducten.
- De enzymactiviteit is de snelheid waarmee een enzym de reactie versnelt.
- Enzym heeft een optimumtemperatuur.
- bij te hoge temp veranderen de eiwitten van structuur: denatureren.
- Enzym heeft een optimale pH waarde.
- Enzymen hebben soms een co-factor nodig:
- enzymmolecuul zonder co-factor = apo-enzym
- organische co-factor = co-enzym.
- Enzymen zijn eiwitten
-
1.2 Glucose- en vetmetabolisme
Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe halen we energie uit ons voedsel?
Digestie in hetmaag-darmstelsel - Lever krijgt veel glucose binnen. Glucose producent, via bloedbaan aan andere organen geven.
- Lever kan het overtallig glucose opslaan als
glycogeen. Spieren kunnen glucose opslaan alsglycogeen . (bewaren voor spieractiviteit)
-
Wat is de functie van glycogeen in de spier en in de lever?
In de lever:- Glycogeen draagt tijdens de geavste priode bij aan de glucose homeostase in het bloed.
- Glycogeen in de spieren is voor eigen gebruik: de glucose-residuen uit glycogeen worden vrijgemaakt om ATP te genreren voor de spiercontractie en de energiehuishouding.
- Met voldoende zuurstof, verloopt dit via glucolyse > omzetting van pyruvaaata naar acetyl-CoA > citroenzuurcyclus > oxidatieve fosforylering.
- Met onvoldoende zuurstof: anaerobe glycolyse > omzetting van pyruvaat naar lactaat.
-
Wat is de functie van glycogeen in skeletspierweefsel?
- Glycogeen dient als opslag van glucosyl-groepen, die gebruikt kunnen worden voor de vorming van ATP in glycolyse.
- Tijdens glycogenolyse wordt glycogeen afgebroken tot glucose-1-fosfaat > tot glucose-6-fosfaat.
- glucose-6-fosfaat staat aan de start van glycolyse.
- Glycogeen dient als noodvoorraad door anearobe glycolyse.
- Glycogeen dient als opslag van glucosyl-groepen, die gebruikt kunnen worden voor de vorming van ATP in glycolyse.
-
Wat is de functie van glycogeen in de lever?
- Dient als eerste en snelste bron voor glucose om de bloedsuikerspiegel op peil te houden.
- glucose-fosfaat wordt gehydrolyseerd tot glucose-6-fosfatase (alleen in nieren en lever).
- Opgeslagen glycogeen dient als bron van glucose voor het bloed, voor als de inname van glucose vermindert.
- Glycogenolyse en gluconeogenese worden beide door glucagon geactiveerd.
- Dient als eerste en snelste bron voor glucose om de bloedsuikerspiegel op peil te houden.
-
Benoemd de verschillende paden voor glycogeensynthese (en afbraak).
- Glycogeensynthese begint met fosforylering van glucose tot G6P door hexokinase og glucokinase (in de lever).
- G6P wordt omgezet in glucose-1-fosfaat door fosfoglucomutase. (= reversibel)
Biosynthese van glycogeen vereist veel energie:- UTP (uridine trifosfaat) wordt gebruikt om glucosyl-groepen te activeren tot UDP-G.
De afbraak van glycogeen:- Verbindingen tussen de glycosyl-groepen in glycogeen worden verbroken door de additie van fosfaat.
- Er wordt glucose-1-fosfaat geproduceerd.
- Er wordt geen UDP-G aangemaakt.
- Glycogeensynthese begint met fosforylering van glucose tot G6P door hexokinase og glucokinase (in de lever).
-
1.3 Hormonale regulatie, insuline en glucagon
Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het mechanisme van insuline secretie?
Glucose komt de β-cel binnen via specifiekeglucose-transport eiwit:GLUT2 .Glucose isgefoforyleerd door de werking vanglucokinase om glucose-6-fosfaat te vormen.- Dat wordt
gemetaboliseerd door glycolyse,tricarbonzuur cyclus enoxidatieve fosforylering .- > verhoging van de
ATP-spiegels in de β-cellen.- >
activiteit vanmembraangebonden ATP-afhankelijk K + kanaal wordt gesloten/geremd.- > leidt tot
membraanpolarisatie - >
voltage-gated Ca-kanaal activeert > instroomCa2 +- >
stimuleert de fusie vaninsulinebevattende exocytotische blaasjes- = insuline secretie
-
Via welk mechanisme produceert de pancreas glucagon?
Glucagon is een polypeptide hormoon, gesynthetiseerd in de α-cellen van de pancreas.- in de alfa-cellen, door splitsing van het perproglucagon. (160 aminozuren)
- > preproglucagon wordt op het RER omgezet tot proglucagon in ER lumen.
- > protetolytische splitsing zorgt voor glucagon (29 aminozuren) en grotere glucagon-bevattende frgmenten (glucagonachtige peptide 1 en 2).
- Glucagon wordt snel gemetaboliseerd (lever en nieren).
- t1/2 is 3 tot 5 minuten
-
Wat is het mechanisme van glucagon secretie?
Secretie van glucagon wordt voornamelijk gereguleerd door circulerende glucose-insuline spiegels.- Toenmende spiegels van glucose en insuline remmen de glucagon afgifte.
- zowel direct als indirect effect op onderdrukking van de α-cel.
- Bloedstroom in de eilandjes van de pancreas transporteert insuline van de β-cellen (in het midden) naar de α-cellen (meer perifeer) waar het de glucagonsecretie onderdrukt.
- Omgekeerd stimuleren bepaalde hormomen glucagonsecretie:
- catecholamines (eoinefine)
- cortisol
- Bepaalde aminozuren stimuleren de afgifte van glucagon.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Regulatie En Afweer 1
-
Hormonale regulatie, insuline en glucagon
-
Epitheliale barriere
-
Beschadiging en celdood
-
Bovenbuik klachten
-
Lever en galwegen
-
Ontsteking 1 (acute ontsteking)
-
Ontsteking 2 (chronische ontsteking)
-
Gal, cholestasis en galstenen
-
Immuunaacativaatie door endogene en exogene pathogenen
-
Bouw en functie van lymfeknoop en milt
-
Farmacotherapie antibiotica
-
Virusuitbraken
-
Virale infecties van de huid
-
Serologie interpretatie in de klinische setting
-
Veel voorkomende oppervlakkige schimmels en parasitaire infecties vd huid