Ontsteking 1 (acute ontsteking)

16 belangrijke vragen over Ontsteking 1 (acute ontsteking)

Welke factoren zorgen voor de vorming van oedeem?

De combinatie van hogere hydrostatische druk (door vasodilatatie van de capillairen) en een lagere colloïd osmotische druk leidt toe en toename van extravasculaire vloeistof: oedeem.  

Wat is het nut van het uittreden van vocht?

  • Verdunning van eventuele schadelijke stoffen.
  • Aanvoer van ontsekingsmediatoren.

Welk type leukocyt infiltreert doorgaans als eerste in het ontstekingsgebied en is in de grootste aantallen aanwezig?

Neutrofiele granulocyt
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Exsudatie en emigraatie vinden beide plaats in postcapillaiare venulen, maar niet via dezelfde openingen. Benoem de verschillende processen.

  • Exsudatie onder invloed van vasoactieve ontstekingsmediatoren.
  • Emigratie is alleen na activatie van endotheel en leukocyten.

Zodra de uittredende leukocyten het endotheel hebben gepasseerd moeten ze een volgende barrière passeren. Welke barrière is dat?

De lamina basalis. 

Het enzym collagenase is nodig om de lamina basalis door te breken:
  •   Breekt collageen type IV af.

De neutrofiel is de vaatwand volledig gepasseerd. Granulocyten en monocyten worden aangetrokken door stoffen uit het aangedane gebied, door aanwezigheid van een concentratiegradiënt. Hoe heet dit?

Gerichte migratie: chemotaxie.

Wat zijn de belangrijkste factoren die chemotaxis kunnen bewerkstelligen?

  • Factoren afkomstig uit necrotisch weefsel:
  • Verschillende ontstekingsmediatoren die het lichaam aanmaakt als onderdeel van de ontstekingsreactie.
  • Componenten van micro-organismen (LPS)

Wanneer de bacterie door de neutrofiel is opgenomen wordt deze gedood en afgebroken door enzymen in de neutrofiele granulocyt. Benoem de belangrijkste enzymen:

  • Myeloperoxidase
    • betrokken bij oxidatieve burst van granulocyten tijdens hun activatie
  • Lysozomen
    • gericht op de celwand van bacterien
  • Collagenase
    • nodig om te kunnen voortbewegen in het weefsel.

Welke vier soorten cascades zijn er


  • coagulatiecascade
  • Complement cascade
  • Fibrinolytische cascade
  • Kininevorming
`

Bij de proliferatie treden er 4 celtypes op in de organiserende fibinemassa. Welke zijn dit?

  • Capillairen (endotheel)
    • Groeien uit tot een dicht capillairennet dat veel wijder is dan normaal weefsel.
  • Fibroblasten
    • synthetiseren matrixcomponenten waardoor weefsel wordt gevormd.
  • Neutrofiele granulocyten
    • Ruimen aanwezige micro-organismen op.
  • Macrofagen;
    • ruimen micro-organismen en weefselresten op.

Welke drie matrix componenten worden snel afgezet?

  • Collageen
  • glycoproteïnen
  • proteoglycanen


De extracellulaire matrix die al gauw gevormd wordt, bestaat uit collageenfibrillen die liggen in een grondsubstantie bestaande uit:
  • Netwerk van proteoglycanen; die deels geassocieerd zijn met de collageenfibrillen.
  • Structurele glycoproteinen; die deels geassocieerd zijn met het oppervlak van de aanwezige cellen.
  • Aanvankelijk zla er ook nog veel fibrine zijn, + mediatoren voor het openen van junctions


= dus waterig weefsel = granulatie weefsel.

Granulatieweefsel is waterig door dat de capillairen nog niet waterdicht zijn, en door de mediatoren die junctions openen. Granulatieweefsel ondergaat daarom twee belangrijke veranderingen. Wat zijn deze?

  • Sommige fibroblasten krijgen contractiele eigenschappen en worden myofibroblasten genoemd.
  • De vorming van collageen (type 1) blijft doorgaan, terwijl de hoeveelheid aanwezige cellen en vocht afnemen. Hierdoor ontstaat littekenweefsel.
    • littekenweefsel = collageenrijk, cel- en vochtarm

Proliferatie van binnengedrongen cellen en de afzetting van matrixcomponenten is afhankelijk van verschillende chemische factoren. Benoem 2 groeifactoren:

  • TGF-bèta
    • wordt voornamelijk door macrofagen en trombocyten geproduceerd en is belangrijk voor het stimuleren van fibroblasten.
  • VEGF en basisch FGF
    • worden gemaakt door onder andere macrofagen en zijn belangrijk voor het stimuleren van angiogenese (vaatnieuwvorming)

Welk component levert de grootste bijdrage aan de zwelling die we in principe bij elke ontsteking waarnemen?

Beginfase: exsudatieve component
  • Door uitgetreden vocht.
Eindfase: proliferatieve component.
  • Toename van bindweefsel

Wat is het verschil tussen passieve en actieve hyperemie?

Bij passieve hyperemie blijven de veulen achter met dilatatie waardoor er een stuwing plaatsvind

Wat is de functie van weibel ballade bodies

Het activeren van endotheel dmv receptors naar het luminal membraan brengen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo