Samenvatting: Regulatie En Integratie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Regulatie en Integratie
-
1 Inleiding en het autonome zenuwstelsel (deel 1)
Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat gebeurt er naarmate het belang van een vitale parameter groter is?
Hoe groter het vitale belang van een parameter is, hoe meer regelkringen bij de homeostase ervan zijn betrokken. Wanneer er dysfunctie van een van de regelkringen is zijn er dan andere regelkringen die het over kunnen nemen.
Deze regelkringen kunnen aanwezig zijn op subcellulair niveau, maar ook binnen de cel, (bijv. samenwerking tussen cellen, weefselvorming tussen deze cellen, orgaanvorming tussen deze weefsels en regulering binnen het lichaam door de organen). -
Het belang van de parameter kan ook leiden tot een belangenstrijd. Wat wordt hiermee bedoeld? Geef voorbeeld van bloeddrukregulatie:
Er is dus een bepaalde hiërarchie tussen de regelkringen. Binnen de bloeddrukregulatie zijn twee systemen:
-Volumeregulatie (dan genoeg druk opbouwen)
-Osmolariteitregulatie (wilt niet dat bloed te zout wordt)
In dit systeem is de volumeregulatie belangrijker dan de osmolariteitregulatie, en staat deze dus hoger in de hiërarchie. Als het volume namelijk te veel afneemt kan niet genoeg druk geleverd worden en zal de bloeddruk gaan dalen. Het wordt op dat moment voor lief genomen als de osmolariteitregulatie wat tekort schiet.
-
Wat is uitbreiding en verdieping van regelsystemen?
-Afstemmen van functies van individuele organen op elkaar
-Informatieoverdracht tussen organen: nerveuze of humorale signalen
-Voorbeelden van samenwerking AZS, hormonaal systeem, somatisch zenuwstelsel -
Hoe blijft het milieu intérieur constant?
Open systeem is mooi, maar de input is normaal niet constant en de output dus ook niet. Grote variaties kunnen voorkomen worden door terugkoppeling. Oftewel:
Meten, weten, regelen
-Meten: met een sensor (S)
-In te stellen waarde (Referentie)
-Vergelijken (Comparator)
-Versterken (amplify): Effector -
Geef het regelsysteem weer als de bloeddruk daalt:
120 over 80 is ideale bloeddruk, deze referentie zit in de hypothalamus. Een organisatie van neuronen die ingesteld is op het setpoint van 120 over 80.
Als de bloeddruk zakt wordt dit gemeten door de sensor, in geval bloeddruk is dit de baroreceptor. Setpoint speelt informatie door naar de comparator.
De comparator vergelijkt informatie die binnenkomt van de sensor met de referentie. Vanuit de comparator wordt opdracht gegeven aan vasomotorcentrum om bij te sturen.
In geval bloeddruk moet de Cardiac Output omhoog (dus hartfrequentie en/of contractiliteit omhoog). -
Wat voor soort verstoringen kunnen er zijn en wat is de ernst?
-Een verstoring van buiten Z of fout in effector E heeft wel invloed maar hoeft niet ernstig te zijn. Compensatie is vaak mogelijk.
-Echter een fout in de sensor S of referentie R is fataal, want er kan niet goed geregeld worden. -
Hoe kunnen verstoringen in het systeem voorkomen?
De verstoring kan ook door ouderdom komen. Op het moment dat de verstoring in de effector zit (myocard infarct) kan de sensor wel proberen bij te sturen maar dit zal weinig effect hebben. Er zal dan bijgestuurd moeten worden met medicatie. Medicatie is nodig maar wordt door het systeem gezien als een verstoring -
Waarom is het problematisch wanneer er een verstoring in de regelkring komt omdat de sensor of referentie niet goed werkt?
Het wordt echter problematischer wanneer de dysfunctie van de regelkring komt omdat de sensor of referentie niet goed werkt. Er kan dan geen goede regulatie meer plaatsvinden. Informatie van sensor die bij comperator binnenkomt kan dan niet goed meer vergeleken worden met de referentiewaarde. -
Wat is sensor van bloeddruk regulatie, wat de comparator en wat het effect?
Sensor: baroreceptoren in aorta en carotis. In nier zitten ook sensoren die onafhankelijk van sensoren in aorta en carotis kunnen werken. Deze sensoren geven informatie door aan setpoint voor normale bloeddruk.
Comparator: regelcentrum in hypothalamus die hier iets mee kan doen. Ook bijsturingsmogelijkheden in de nier bijv. renine-angiotensine systeem en het aanzetten hiervan middels sensor in juxtaglomerulaire apparaat.
Vervolgens bloeddruk bijsturen door effectoren in circulatie maar ook nieren. -
Hoe is een herseninfarct een voorbeeld van disregulatie?
-Herseninfarct: momenten van (ont)koppeling van het autonome zenuwstelsel en regeling van de bloeddruk via baroreceptor systeem.
Bij eerste pijl zie je dat de hartfrequentie toeneemt, als gevolg hiervan neemt de bloeddruk ook toe.
De bloeddruk zou eigenlijk moeten zakken maar dit gebeurt niet, er is dus een probleem met de sensor.
Bij tweede pijl zie je bloeddruk die heel erg zakt wat door de baroreflex zou moeten leiden tot een hartslag die toeneemt, dit gebeurt echter niet.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden