Aanvankelijk rekenen - Betekenissen van optellen en aftrekken

3 belangrijke vragen over Aanvankelijk rekenen - Betekenissen van optellen en aftrekken

3.4  Wat is een modelcontext, en geef een voorbeeld van een modelcontext.

1.




Sommige contexten hebben zo'n ondersteunende werking voor het rekenen en redeneren, dat ze een modelcontext vormen. De context zelf vervult dan een modelfunctie en helpt dus de figuurlijke afstand naar het formele rekenen te overbruggen.

De buscontext, waarbinnen zowel betekenissen van getallen als van bewerkingen worden geconcretiseerd. Optellen ('erbij') wordt geconcretiseerd door instappen: hoeveel passagiers komen erbij. Aftrekken ('eraf') heeft de vorm van uitstappen. De vorm van de pijlentaal sluit aan bij het idee van de bushalte en bereidt voor op de latere formele pijlentaal waarbij de pijl de actie 'erbij komen' of 'eraf halen' representeert.

3.4 Noem vier oplossingsprocedures bij de volgende betekenissen van optellen en aftrekken: 1 optellen (erbij komen of aanvullen), 2 aftrekken (wegnemen of wegdenken), 3 aftrekken (verschil bepalen), 4 aftrekken (verschil bepalen).





  1. optellen (erbij komen of aanvullen)
    1. tellend: bijtellen
    2. verkort: direct optellen
  2. aftrekken (wegnemen of wegdenken)
    1. tellend: wegtellen
    2. verkort: direct aftrekken
  3. aftrekken (verschil bepalen)
    1. tellend: terugtellen
    2. indirect aftrekken
  4. aftrekken (verschil bepalen)
    1. tellen: doortellen
    2. verkort: indirect optellen of aanvullend optellen

3.4 Noem vier oplossingsprocedures bij de volgende betekenissen van optellen en aftrekken: 1 optellen (erbij komen of aanvullen), 2 aftrekken (wegnemen of wegdenken), 3 aftrekken (verschil bepalen), 4 aftrekken (verschil bepalen).





  1. optellen (erbij komen of aanvullen)
    1. tellend: bijtellen
    2. verkort: direct optellen
  2. aftrekken (wegnemen of wegdenken)
    1. tellend: wegtellen
    2. verkort: direct aftrekken
  3. aftrekken (verschil bepalen)
    1. tellend: terugtellen
    2. indirect aftrekken
  4. aftrekken (verschil bepalen)
    1. tellen: doortellen
    2. verkort: indirect optellen of aanvullend optellen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo