Aanvankelijk rekenen - Verder werken aan getalbegrip
14 belangrijke vragen over Aanvankelijk rekenen - Verder werken aan getalbegrip
Wat is de basis voor gecijferdheid?
3.2 Welke 3 getalstructuren onderscheiden we bij getallen tot en met 20?
- vijfstructuur
- tienstructuur
- dubbelstructuur
bv
- twee groepjes van 5 zijn samen 10
- 10 is 8 en 2
- 10 is 7 en 3
- tien als dubbele vijf
- het dubbele van 6 is 12
3.2 Welke 3 getalstructuren onderscheiden we bij getallen tot en met 20?
- vijfstructuur
- tienstructuur
- dubbelstructuur
bv
- twee groepjes van 5 zijn samen 10
- 10 is 8 en 2
- 10 is 7 en 3
- tien als dubbele vijf
- het dubbele van 6 is 12
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat leren leerlingen in groep 3?
Verder tellen vanaf een willekeurig getal
Tellen met sprongen vanaf een willekeurig getal
En terugtellen vanaf een willekeurig getal
Oefenen met de telrij
Wat moeten leerlingen aan het begin van groep 3 kunnen/.
Welke stappen worden er gemaakt vanaf groep 3?
2. Terug tellen
3. Ankergetallen of steunpunten herkennen (5,10,20,50)
4. Ordenen en positioneren
5. Splitsen en samenstellen (oefeningen, verband met optellen en aftrekken)
Wat voor soort vragen horen bij het leren ordenen?
Zet in de juiste volgorde
Waar wordt aandacht aan besteed bij ordenen?
3.2 Hoe kan je springen naar getallen fysiek maken en welk effect heeft het?
Kinderen springen naar ene getal toe met sprongen van 10 en huppen van 1 bv. Zo spring je naar 50 met 5 sprongen en twee huppen.
Het versterkt het inzicht en heeft een positief effect op het werken in het getallengebied tot 100.
Extra; fysiek springen is een vorm van concreet-handelend bezig zijn, wat een invloed van de cognitieve ontwikkelingspsychologie is op het reken-wiskunde-onderwijs
Getalstructuur bij grotere getallen
Interne structuren, dat zijn structuren binnen het grote getal. Bijvoorbeeld 48, dat is 40 en 8, of 4 groepjes van 10 en 8.
Externe structuren, dat zijn structuren die buiten het getal zijn. Bijvoorbeeld 48, dat is 50 eraf 2
Welke hulpmiddelen zijn er bij het rekenen en waar worden ze voor gebruikt?
Kralenketting: voorloper van de getallenlijn. Je kan kardinaal en ordinaal de getallen zien.
Meetlint: ook een voorlper van de getallenlijn
3.2 Wat wordt bedoeld met verder tellen?
Tellen vanaf een willekeurig getal. Vb. 34-35-36- enz.
Vanaf een willekeurig getal tellen gebeurt ook met sprongen (bv 26, 36, 46, 56, ..). Door zo te tellen met sprongen van 10 krijgen kinderen steeds meer grip op de structuur van de telrij en van getallen boven 10, inclusief de notatie en uitspraak.
3.2 Wat is het verschil tussen de interne en externe structuur van getallen?
Een externe structuur is bijvoorbeeld 48 is 50 eraf 2, of een grote sprong van 50 heen en een kleine sprong van 2 terug, of 48 ligt 2 voor op 50.
Positioneren van getallen op de getallenlijn
- Aanwijzen van getallen op de kralenketting.
- Kaartjes hangen aan een getallenlijn.
- Springen naar getallen op een denkbeeldige getallenlijn.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden