Meetkunde op de basisschool - Meetkunde als leerstof - Wiskundetaal bij meetkunde

7 belangrijke vragen over Meetkunde op de basisschool - Meetkunde als leerstof - Wiskundetaal bij meetkunde

Wat is de meetkundetaal in de onderbouw?

Kleuters leren oa ruimtelijke begrippen van plaatsaanduiding: in, voor, achter, ver, dichtbij naast, onder, boven, links en rechts maar ook begrippen die een richting inhouden, omhoog, omlaag, van naar ervandaan ernaartoe, eromheen, onderdoor, voorlangs, achterlangs.
Leren de namen van vormen en figuren: cirkel, vierkant, lijn en het benoemen van handelingen die met vormen en figuren kunnen worden uitgevoerd, zoals dubbelvouwen en draaien.

Waarom leren leerlingen wiskundetaal (ruimtelijke begrippen en meetkunde-taal) bij meetkunde?

- In staat zijn om eenvoudige beschrijvingen te kunnen geven.

- Ze in staat zijn met andere over hun waarnemingen te communiceren.

Wat is meetkundetaal in de bovenbouw?

Hier wordt de basis gelegd voor de meetkunde die in het voortgezet onderwijs aanbod komt. Verkennen van de begrippen: roteren, lijnsymmetrie, puntsmmetrie en draaisymmetrie, coördinatie, loodrechte lijnen en evenwijdige lijnen, vlakke en ruimtelijke figuren, balk, kubus, piramide, bol en kegel, maar ook draai, kwartdraai, halve draai, hele draai, hoek, afstand, schaal en richting, parallel, doorsnede en diagonaal. Dit wordt ondersteund door bouwtekeningen, perspectieftekeningen, doorsnedes, plattegronden etc.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe komt het dat de schaduwen in ons land in de winter langer zijn dan in de zomer?

Dit heeft te maken met de stand van de aarde ten opzichte van de zon (waar we ook de seizoenen aan te danken hebben).
(In de zomer is het noordelijk halfrond naar de zon gekeerd. Op het noordelijk halfrond bewegen de schaduwen zicht van west via noordelijke richting naar oost, en op het zuidelijk halfrond van west via zuidelijke richting naar oost). 

Kleuters in de onderbouw, kan de plek waar hij zich heeft verstopt aanduiden met 'hier.' Hij kan nog niet met taal omschrijven wat 'hier' betekent, maar weet wel de plek te bepalen. Wat leren kleuters wat betreft meetkunde-taal in de onderbouw? (5)

- Ruimtelijke begrippen van plaatsaanduiding zoals: in, voor, achter, ver, dichtbij, naast, onder, links.
- Ruimtelijke begrippen die een richting inhouden: omhoog, omlaag, eromheen, onderdoor, voorlangs.
- Namen van vormen/figuren: vierkant, lijn, cirkel.
- Namen van handelingen met vormen/figuren: dubbelvouwen, omdraaien.

- Leren benoemen waar iets bevindt, wat je ziet en hoe je naar iets kijkt.

De basis wordt gelegd, op het VO zal op formeel gewerkt worden met gebrilden zoals: roteren, lijnsymmetrie, coördinaten etc. Welke meetkunde-taal leren de kinderen in de bovenbouw?

- Verkennen van begrippen zoals: halve draai, kwart draai, hoek, afstand, schaal, richting, loodrecht, evenwijdig, symmetrie etc.
- Beschrijven van figuren: parallel, doorsnede en diagonaal.

Hoe wordt in de bovenbouw het groeiende begrippenkader ondersteund?

Door de toenemende vaardigheid in het maken van plattegronden en bouwtekeningen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo