Meten op de basisschool - Schets van de leerlijn meten
8 belangrijke vragen over Meten op de basisschool - Schets van de leerlijn meten
Ontluikend maatbesef.
Wat leren de leerlingen vanaf groep 1? Bij het vergelijken en ordenen? Noem er minimaal 3.
- Meettaal zoals, groot, groter, kleiner, dikker, zwaarder, lichter;
- Gebruiken van een intermediair zoals het een touw om twee verschillende bouwwerken op hoogte te vergelijken.
- Conservatie: dat er op de tafel evenveel muntjes liggen ondanks het verschil in lengte van de rij en het even volle glas wat wordt overgegoten in een smaller glas is nog steeds evenveel (dit is eveneens een cognitief conflict);
- Cognitief conflict: een kleine zware koffer en een grote lichte koffer.
Ontluikend maatbesef
Wat leren de leerlingen vanaf groep 2/3? Bij het afpassen?
- Telgetal = altijd een hoeveelheid, het laatste telgetal is het meetrestultaat;
- hoeveel schriften passen er op de tafel; Met name het tellend afpassen is een essentiele vaardigheid op weg naar inzicht in het meten. Het gaat hand in hand met het leren resutatieftellen en kan worden uitgelokt met situaties waarin leerlingen de noodzaak ervaren om een maat te gebruiken.
Kinderen gebruiken aanvankelijk natuurlijke maten, zoals een stap, een voet, een hand een stokje.
Ontluikend maatbesef
Wat leren de leerlingen vanaf groep 2/3? Bij het afpassen?
- Telgetal = altijd een hoeveelheid, het laatste telgetal is het meetrestultaat;
- hoeveel schriften passen er op de tafel; Met name het tellend afpassen is een essentiele vaardigheid op weg naar inzicht in het meten. Het gaat hand in hand met het leren resutatieftellen en kan worden uitgelokt met situaties waarin leerlingen de noodzaak ervaren om een maat te gebruiken.
Kinderen gebruiken aanvankelijk natuurlijke maten, zoals een stap, een voet, een hand een stokje.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Inzicht in meten en maten.
Wat leren de leerlingen vanaf groep 3/4? M.b.t. Standaardmaten en meetreferenties en hanteren van meetinstrumenten?
standaardmaat, zoals een meter en een liter;
referentiemaat, zoals een deur van ongeveer 2 meter.
De regenwatermeter, centimeter, weegschaal, thermometer, windroos.
Inzicht in meten en maten.
Wat leren de leerlingen vanaf groep 4/5? Bij de maatverfijning en meetnauwkeurigheid (eind groep 5)?
Maatverfijning: 1 meter = 10 decimeter = 100 cm. Deze verkenning bidt steun bij het zicht krijgen op de tinelallige verfijning van de standaardmaten.
Meetnauwkeurigheid: steeds nauwkeuriger meten.
Inzicht in meten en maten.
Wat leren de leerlingen vanaf groep 4/5? Bij de maatverfijning en meetnauwkeurigheid (eind groep 5)?
Maatverfijning: 1 meter = 10 decimeter = 100 cm. Deze verkenning bidt steun bij het zicht krijgen op de tinelallige verfijning van de standaardmaten.
Meetnauwkeurigheid: steeds nauwkeuriger meten.
Formeel redeneren en rekenen met maten en grootheden.
Wat leren de leerlingen in groep 6/7? Bij het inzicht in het metriek stelsel en het herleiden en omrekenen van maten?
Bij het herleiden en omrekenen van maten: kennis van het metriekstelsel is een must. Het werken met formules komt aan de orde zoals inhoud lxbxh.
Formeel redeneren en rekenen met maten en grootheden.
Benoem samengestelde grootheden, vanaf groep 7/8.
Dichtheid: bevolkingsdichtheid grootheid inwoners per grootheid oppervlakte)
bijzonder grootheid geld.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden