Samenvatting: Rekenen En Wiskunde

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 70 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Rekenen en Wiskunde

  • HC1

    Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 10/02/2015
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke getal soorten zijn er?

    Aantal -> 8 knikkers
    telgetal -> 8ste knikker
    meetgetal -> 8 meter lang
    naamgetal -> nummer 8
    rekengetal -> 8 + 8
  • Hoe differentiëren bij rekenen?

    Veel methoden zijn op verschillende niveaus ingericht. Betere kinderen kunnen delen overslaan en in een ander boek gaan werken.

    BV. Methode pluspunt, er is een lesboek, opdrachtenboek en een plusboek. Daarnaast mogen kinderen oplossingsmethoden en strategiën gebruiken. Hierdoor sluit je aan op verschillende niveaus. Mogelijk om in verschillende groepjes les te geven en zo te differentiëren.
  • Hoe werd vroeger rekenles gegeven?

    Vroeger werd er mechanistisch lesgegeven. Reproductie didactiek.
    De focus lag op:
    • Individueel onderwijs, met steeds opzeggen van rijtjes (herhaald)
    • Trucjes, weinig aandacht voor begrip
    • Weinig verband met de werkelijkheid door kale sommen

    Jaren 80: Wiskobas -> project voor onderwijsvernieuwing in het BO (1965-1985) met veel aandacht voor contextrijk, realistisch reken-wiskunde onderwijs.
  • Wat is realistisch rekenonderwijs?

    Het is een reconstructiedidactiek. Gebaseerd op vijf onderwijsleerprincipes: principeparen.
    Tafels wel uit het hoofd maarVia een proces van reconstructie: 7x8 is 2x8 meer dan 5x8.
  • Principepaar 2: Sociale context-Interactie

    Leerlingen: Sociale context
    Leren speelt zich af in een gemeenschap of binnen een sociaal-culturele context. Kinderen leren vooral van elkaar, van discussie, luisteren naar de ander en anderen laten delen in hun inzicht.

    Leerkracht: Interactie:
    Rekenonderwijs moet interactief zijn. Gelegenheid bieden voor uitwisseling van ideeën en argumenten is van belang. De leerling maakt mogelijkheid tot interactie en neemt zelf deel aan discussie.
  • Principepaar 5: Reflectie-Eigen productie

    Leerlingen: Reflectie
    Leren van rekenen wordt bevorderd door reflectie. Dit leren is in grote mate een denkactiviteit. Leren start bij het nadenken over eigen en andermans handelen

    Leerkracht: Eigen productie
    Kinderen moeten gelegenheid krijgen om op belangrijke knooppunten in de leergangen zelf opgaven te produceren. Eigen producties komen tot stand door open opdrachten, die stimuleren tot zelf bedenken en uitwerken. Dit maakt het mogelijk terug te blikken en te anticiperen.
  • Wat zijn de voordelen van realistisch rekenen?

    Voordelen realistisch rekenen:
    • Zelfvertrouwen groeit
    • Zelf uitvinden=beter onthouden
    • Zelf nadenken= inzicht in wat belangrijk is
    • Prestaties gaan vooruit
    • Plezier neemt toe
    • Praktisch nut is groter
    • Rekenmachine maakt cijferen minder nodig, samenleving is veranderd.
  • Hoe komt de omslag naar interactief onderwijs?

    Door ander beeld van een lerend kind:

    • Leren is niet puur individueel, maar ook een sociaal proces (PP: sociale context-interactie)
    • Kinderen leren productief en niet reproductief. Actief en niet mechanisch (PP: construeren/concretiseren)
    • Kinderen kunnen geleidelijk aan meer verantwoordelijkheid nemen voor het het leren. (PP: niveaus/modellen & reflectie/eigen productie)
    • Kinderen kunnen leren zelf mathematiseren. Het bedenken van experimenteren met strategieën (PP: reflectie/eigen productie)
    • Interactie onderwijs vraagt een minimum aan vertrouwen in wat kinderen kunnen.

    Leerkracht biedt ruimte en bedenkt open opdrachten enz.
  • Welke factoren bepalen interactie?

    (Granott, Gerdnes, Bruner, Nelissen)

    1. Mate van intensiteit van de interactie  of samenwerking
    2. Mate van verschil in expertise in termen van kennis en ervaring
    3. Inhoudelijke dimensie (Nelissen): pas wanneer het onderwerp of probleem voor kinderen boeiend/interessant is, zullen ze met aandacht en plezier met elkaar en de lk willen praten. Kinderen kunnen pas meepraten/denken wanneer ze enige kennis of ervaring hebben.
  • Welke verschillende typen van interactie zijn er?

    1. Horizontale interactie: Interactie tussen leerlingen
    2. Verticale interactie: Interactie tussen leerkracht en leerlingen
    3. Simultane interactie: Interactie die verbonden en geïntegreerd is, zowel verticale als horizontale interactie.
LET OP!!! Er zijn slechts 70 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart