Groeiend getalbegrip in voorschoolse periode en groep - Tellen-en-rekenen in groep 2
8 belangrijke vragen over Groeiend getalbegrip in voorschoolse periode en groep - Tellen-en-rekenen in groep 2
Voorwaarden contextgebonden niveau?
Welke vragen kan je stellen in het contextgebonden niveau?
- Hoe duur?
- Hoe laat?
- Hoe hoog?
- Hoeveel kinderen/nachtjes slapen?
- Hoe oud?
Wanneer doet object gebonden tellen-en-rekenen zich voor?
Direct gestelde hoeveelheidsvragen worden wel begrepen, maar alleen wanneer ze betrekking hebben op concrete objecten.
(Hoeveel dropjes zitten er nog in het blikje?)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is het tussendoel bij het objectgebonden niveau?
Eenvoudige erbij en eraf situaties tot ten minste 10 te doen mbv passende strategiën.
Niet alleen tellen, samenvoegen en wegnemen, maar ook ordenen, koppelen, vergelijken en redelijke schatting maken van aantallen objecten.
Wat is het pure tellen-en-rekenen?
Hoe ga je van concrete representatie naar cijfersymbolen?
Van vingers naar cijfersymbolen ->
- Vinger naar andere Symbolen (stippen, lepel, streepjes) (na lange verkenning)
- Symbool naar Cijfersymbool
Belangrijk is de koppeling tussen symbool en cijfersymbool
3. Cijfersymbolen kennen, herkennen en gebruiken
Wat moeten kinderen kunnen eind groep 2?
- Telrij tot tenminste 10
- In betekenisvolle contextsituaties aantallen tot tenminste 10 tellen, ordenen, redelijk schatten en vergelijken op meer, minder en evenveel (context gebonden niveau)
- Aantal objecten tot 10 ordenen, vergelijken, schatten en tellen. Tijdens bedekspelletjes (ed.) eenvoudige erbij en eraf strategiën te kiezen (object gebonden niveau)
- Benoemde aantallen tot 10 telbaar representeren met bv vingers, streepjes en stippen. En toepassen bij erbij en eraf situaties.
EIND GROEP 2:
- Tellen tot tenminste 10 en deze vaardigheid inzetten bij het maken van een redelijke schatting, ordenen, vergelijken en bepalen van aantallen, en opereren ermee.
Wat kan je doen op nieveauverhoging te stimuleren?
- Grootte van aantallen aanpassen
- Zichtbaarheid en bewegelijkheid van aantallen
- Structureren of niet
- Situatie veranderen (racebaanspel
- Verwijzen naar een context waarbij het oplossen wel lukte.
- De aard van de vraag aanpassen (context/object/pure)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden