Samenvatting: Rekenen Op Nima-B Niveau: Commerciële Calculaties 2 | 9789001768843 | G H Minnaar N van der Sluijs
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Rekenen op Nima-B niveau: Commerciële calculaties 2 | 9789001768843 | drs. G.H. Minnaar drs. N. van der Sluijs
-
1 Productcalculaties 13
-
Welke vier methoden van productcalculaties zijn er?
1. Terugverdientijdmethode2. De netto-contantewaardemethode3. De portfolio-analyse van de BCG groep4. De portfolio-analyse van General Electric -
1.2 Netto-contantewaardemethode 16
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke input heb je nodig om de netto-contantewaardemethode toe te kunnen passen?
1. Het investeringsbedrag.2. De economische levensduur.3. De cashflows gedurende de jaren van economische levensduur.+4. De minimale rendementseis: minimale rendement dat ondernemer wil verdienen. -
1.3 Portfolio-analyse van de Boston Consultancy Group 19
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het doel van de BCG analyse?
Vaststellen welke activiteiten/producten rendabel zijn en welke meer investeringen nodig hebben en welke juist niet. -
Waarop kun je de BCG matrix toepassen?
Op SBU's (Strategic Business Units)Op PMC's (Product Market Combinations) -
Welke gegevens heb je nodig om een een BCG analyse te kunnen uitvoeren?
1. De groei van de totale markt van desbetreffende activiteit/product.2. Het eigen marktaandeel van de activiteit/het product.3. Het marktaandeel van de activiteit/het product van de grootste concurrent. -
1.4 Portfolio-analyse van General Electric 24
-
Wat is het verschil tussen de BGC matrix en de negencellenmatrix van GE?
Bij de negencellenmatrix van GE spelen ook kwalitatieve factoren een rol. Zo spelen concurrentiekracht en de aantrekkelijkheid van de bedrijfstak een rol. -
2 Prijscalculaties 37
-
2.1 Vraaggeorienteerde prijsstelling 39
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Voor welke verkoopprijs wordt bij een vraaggeoriënteerde prijszetting gekozen?
Voor de verkoopprijs waarbij de winst/omzet het grootste is. -
2.3 Kostengeorienteerde prijsstelling 45
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Welke gegevens heb je nodig voor een concurrentiegeoriënteerde prijsstelling?
-Variabele kosten per stuk
-Vaste kosten per periode
-Normale bezetting vd capaciteit
-Afzet op korte en lange termijn als alle aanbieders de verkoopprijs niet veranderen
-Afzet en marktaandeel op korte en lange termijn als de ondernemer de verkoopprijs verlaagt -
2.3.1 Prijsstelling op basis van integrale kosten
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wast vormt de input voor de calculatie van de verkoopprijs op basis van de integrale kosten?
1. De variabele productiekosten per product.2. De vaste productiekosten per periode.3. De variabele verkoopkosten per product.4. De vaste verkoopkosten per periode.5. Gewenste opslag voor winst, risico enz. -
Hoe gewenste opslagpercentage voor winst, risico etc via cost-plus pricing berekenen?
1. bereken fabricagekostprijs met (C/N + V/W)
2. totale fabricagekosten = fabricagekostprijs * normale productie (N)
3. totale fabricagekosten + verkoopkosten + algemene kosten + winstopslag
4. gewenste verkoopprijs krijg je door dit bedrag delen door normale afzet (= productie)
5. Opslag = ((Vp-Fabr. kostprijs)/Fabr. kostprijs) *100%
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden