Samenvatting: Rekenmaar Deel 1
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Rekenmaar deel 1
-
1 Hoofdstuk 1 ontwikkeling van organisatietheorie
-
1.2 Evolutie van de organisatietheorie
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Twee dimensies die een verklaring geven voor de organisatietheorie
- Organisaties zijn systemen, voor 1960 gesloten systeem perspectief. Na 1960 open systeem perspectief.
- Structuur van de organisatie, strategische perspectief stelt dat structuur gebaseerd is op de doelen en het sociale perspectief stelt dat structuur gebaseerd is op op conflicten. -
Welke school ontstond in de jaren 1900 tot 1930 en wat betekende deze school?
Classical school. Ze zagen de organisatie als een gesloten systeem om doelen zo efficiënt mogelijk te behalen. -
Welke drie theorieën ontstonden er in de jaren 1900 tot 1930?
- Frederick Taylor met wetenschappelijk management. Wilde hiermee de productiviteit verbeteren en opstaan van managers.
- Henry Fayol en de beginselen van de organisatie. Twee belangrijke functies van managers zijn verdeling van werk (specialisatie) en esprit de corps (promoten van teamspirit).
- Max Weber en bureaucratie
- Ralph Davis en het rationele-planningsperspectief. Geeft een organisatiemodel die gebaseerd is op doelen en het plannen om deze doelen te behalen. -
Welke school ontstond er van 1930-1960 en wat betekende het?
Human relations school. Er werd meer gekeken naar de wensen van de mens. -
Welke twee aanpakken ontstonden er van 1950-1970?
- Populistische: Door middel van humor en satire aandacht vragen voor bepaalde zaken.
- Academische onderzoek zocht naar diepliggende thema's waarvoor specialisatie nodig was. -
Welke twee populistische aanpakken ontstonden er van 1950-1970?
- Het Peter-principe. Kritiek op het leveren van een baan voor het leven.
- parkinsons wetten -
Welke twee academische onderzoeken ontstonden er in 1950-1970?
- Herbert Simon en satisficing. De administrative man neemt beslissing die goed genoeg zijn maar niet het beste.
- March, Lindblon en de complexiteit van beslissingen. Beslissingen worden belemmerd binnen organisaties. -
Welke approach ontstond in de jaren 1960-1980 en wat houdt het in?
Contingency approach en het gaat ervan uit dat de beste structuur van organisaties voorspelbaar zijn. Lawrence en Lorsch sloten zich hierbij aan. -
Welke vier principes ontwikkelde Lawrence en Lorsch over organisatie?
- Het doel van een afdeling is gebaseerd op de omgeving van deze afdeling.
- De tijdsorientatie hangt af van hoe snel ze feedback krijgen.
- Hoe simpeler en duidelijker de taak hoe formeler de structuur is.
- differentiatie en integratie moeten in balans zijn. -
Welke 3 andere onderzoeken waren er van 1960-1980?
- Herbert Simon en the principle of backlash. Principes waren te oppervlakkig en er het moest duidelijk worden wanneer je welk principe moest toepassen.
- Katz en Kahns omgevingsperspectief. Kijken of je je moet aanpassen aan de omgeving.
- Miles en Snow en het strategische imperatief. Gekozen strategie kan alleen succesvol zijn als het bedrijf de juiste structuur heeft.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Rekenmaar Deel 1
-
Ontwikkeling van organisatietheorie - Evolutie van de organisatietheorie
-
Organisatiestructuur en grootte - Organisatiestructuur
-
Organisatiestructuur en grootte - Organisatiegrootte
-
Technologie - Wat is technologie
-
Uitdagingen van het zoeken naar structuur en groei- en krimpmanagement - Functies van een organisatiestructuur
-
Uitdagingen van het zoeken naar structuur en groei- en krimpmanagement - Het managen van groei en krimp