Startpagina / Samenvattingen / Religie en Ethiek / bentham-kwantitatieve-individuen

Utlitarisme (Peter Bentham & John Stuart Mill)

5 belangrijke vragen over Utlitarisme (Peter Bentham & John Stuart Mill)

Benoem de sociale en politieke verandering.

De nieuwe kijk op de natuurwetenschap wordt toegepast op het morele leven en de gemeenschap.

De atomen van de samenleving zijn de individuen. De samenleving is een conglomeratie van atomaire individuen die tot samenklontering kunnen komen. Dit wordt gelegitimeerd aan de hand van een sociaal contract.

Wat heeft de shift naar een money-interested economie tot gevolg?

Dat er een universele maat vereist word om de ruil vast te kunnen stellen. Dit is geld of handelscontracten.

Waarom is het zo opmerkelijk dat Bentham zijn stellingen presenteert als evident en zonder argumenten?

Omdat het tegen de utilitaristische bereidheid te discussiëren over eigen standpunten in gaat.

Noem een probleem van de hedonistische calculus.

Deze slaagt alleen als het gelukt, uitgedrukt in termen van lust, gemeten kan worden en kwantitatieve waarden gegeven kan worden.

Wat heeft John Stuart Mill betekent voor het programma van Bentham?

Hij heeft kwalitatieve eigenschappen toegevoegd aan het kwantitatieve programma van Bentham.

Hij zag in dat het geluk niet rechtstreeks is uit te drukken in termen van lust, het is namelijk niet zo dat mensen iets kiezen om na te streven omdat zij weten dat het bijdraagt aan het geluk. Zij streven iets na omdat ze het de moeite waard vinden en zijn daarom gelukkig.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Religie en Ethiek

Bekijk samenvatting