De Gouden Eeuw en Rembrandt - Landschap

92 belangrijke vragen over De Gouden Eeuw en Rembrandt - Landschap

Hoe ontwikkelde het landschap zich in de loop van de zeventiende eeuw?

Minder grillig dan het historiestuk.
- In het eerste decennium: een fase waarin voornamelijk fantasielandschappen werden geschilderd met grillige boompartijen in ingewikkelde composities.
- In het tweede decennium: een groeiende belangstelling voor het Hollandse landschap met open composities, veelal uitgestrekte vergezichten met duinen en rivieren, aanvankelijk nog behoorlijk kleurrijk, maar in de jaren twintig steeds monochromer.
- In de jaren veertig: meer kleur en het uitvergroten van bepaalde landschapselementen en composities werden weer vaker duidelijk afgesloten.
- Vanaf de jaren vijftig regelmatig nadrukkelijk aanwezige architectonische elementen, die een bepaalde monumentaliteit verlenen aan de landschappen.

Welke fases kent men in de ontwikkeling van het landschap in de 17de eeuw

  • 1ste decennium fantasielandschappen met grillige boompartijen en ingewikkelde composities
  • 2de decennium Hollands landschap, open composities met uitgestrekte vergezichten met duinen en rivieren deze waren aanvankelijk kleurrijk maar worden in jaren 20 monochromer
  • Jaren 40 meer kleur en gaan schilders bepaalde landschapselementen uitvergroten en worden composities vaker duidelijk afgesloten
  • Vanaf jaren 50 worden nadrukkelijk aanwezige architectonische elementen opgenomen die bepaalde monumentaliteit verleenden aan landschappen

Het landschap ontwikkelde zich minder grillig dan het historiestuk, maar wat waren de belangrijkste ontwikkelingen in de 16e eeuw?

- In het eerste decennium werden voornamelijk fantasielandschappen geschilderd met grillige boompartijen in ingewikkelde composities - Gillis van Coninxloo
- In het tweede decennium werden het Hollandse landschappen  met open composities , veelal uitgestrekte vergezichten , eerst nogal kleurrijk maar later meer een ontwikkeling naar een monochroom palet- Paul Bril
- jaren 40: Italianiserende landschap, meer kleur en uitvergroten van landschapselementen en afgesloten composities - Cornelis van Poelenburgh en Bartholomeus Breenbergh
- jaren 50 nadrukkelijk aanwezige architectonische elementen, die voor monumentaliteit zorgen.
- Het zuidelijke licht van de italianisanten in de Hollandse landschappen
- vanaf 1680 het idealiserende, arcadische italianiserende landschap ook wel classicistische landschap.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke groep opereerden los van deze ontwikkeling vanaf het begin van de eeuw?

De zogenaamde Italianisanten, die zich specialiseerden in de weergave van zonovergoten zuidelijke landschappen.
Omstreeks 1650 zien we bij meerdere schilders van het Hollandse landschap het zuidelijke licht van de Italianisanten zijn intrede doen.  Het Italianiserende landschap werd van 1680 tot het einde van de eeuw zelfs dominant in een iets andere vorm, namelijk het geïdealiseerde, arcadische landschap, dat ook wel het classicistische landschap wordt genoemd.

Wie was een van de belangrijkste landschapschilders van de eerste fase in de 17e eeuw en hoe schilderde hij?

De Vlaamse schilder Gillis van Coninxloo schilderde in de Vlaamse traditie, complexe composities met als het ware gestapelde boompartijen. willekeurig afwisselende donkere en lichte partijen en zeer gedetailleerde bladeren.(zie 10.17 Boslandschap met jagers)

Hoe kwam het 'realistische landschap' over het algemeen tot stand?

De realistische landschappen (bijv Esaias van de Velde) werden in de werkplaats van de kunstenaar gecomponeerd mede aan de hand van in de buitenlucht vervaardigde schetsen. De natuur werd aangepast ten behoeve van de compositie en het beoogde effect.

Wie was een van de belangrijkste landschapsschilders van de eerste fase?

Gillis van Coninxloo. Hij schilderde aan zijn fantasie ontsproten panorama's en boslandschappen in de Vlaamse traditie: complexe composities met als het ware gestapelde boompartijen, willekeurig aandoende afwisselingen van donkere en lichte partijen en zeer gedetailleerd geschilderde bladeren, samen een decoratief patroon vormen.

Welke ontwikkeling volgden op de fantasielandschappen begin van 17e eeuw?

Hollandse lanschappen
Open compositie
Uitgestrekte vergezichten, duinen.

Wat was de positie van Rembrandt in de landschappen?

Rembrandt en zijn leerlingen sloten met de enkele landschappen die zij maakten aan bij de vroege fase van de tonale traditie in de landschapsschilderkunst. Rembrandt maakte circa 8 landschappen.

Wie waren naast de Vlamingen in Holland ook belangrijk voor de vroege ontwikkeling van het Hollandse landschap?

Dat waren de in Rome werkende Hollanders, met n.m. Paul Bril.

Welke twee ander Vlaamse immigranten waren zijn belangrijkste navolgers?

David Vinckboons, die sinds 1602 in Amsterdam werkte, en Roelant Savery, die zich in 1619 in Utrecht vestigde.

Grote veranderingen in de ontwikkeling van de landschapsschilderkunst vonden plaats in de loop van de jaren 40. Welke en door wie?

Jacob van Ruisdael, hij concentreerde zich veel meer op een klein onderdeel, zoals een enkele heuvel met een paar bomen en struiken.
In de jaren 50 kregen zijn landschappen oom monumentaliteit. De schaal werd groter, de kleuren levendiger en architectonische elementen gingen het beeldvlak domineren.

Albert Cuyp tussen 1640-1660. Hij specialiseerde zich in meer open, panoramische Hollandse landschappen en overgoot die met het warme, gouden licht, van de Italianisanten.

Waarop baseerde Bril zijn landschappen?

Bril baseerde zijn fantasielandschappen op van Coninxloo, maar vereenvoudigde dat tot minder gevulde composities met geleidelijke overgangen (10.18 Landschap- met Psyche en Jupiter).

In welke ontwikkeling zou David Vinckboons ook een belangrijke rol spelen?

In de ontwikkeling van het genrestuk, doordat hij grote op Pieter Brueghel de Oude geïnspireerde groepen figuren in zijn Coninxloo-achtige landschappen plaatste.

Paul Bril was belangrijk voor de ontwikkeling van het Hollandse landschap, waarin verschilde hij met Van Coninxloo

Bril baseerde zich op het type fantasielandschap van Van Coninxloo maar vereenvoudigde dat tot minder gevulde composities met geleidelijkere overgangen.

Wat introduceerde Cornelis Poelenburch en Bartholomeus Breenberg en op wie was dat gedeeltelijk gebaseerd?

Zij introduceerde het Italiaanse landschap, vergezichten en ruines overgoten met een warm gouden licht. Deze stijl was gedeeltelijk gebaseerd op Brils schilderijen en tekeningen.

Waarmee werd Savery een belangrijke schakel in de opkomst van het dierstuk, zoals we dat kennen van drie generaties leden van d'Hondecoeter familie: grootvader Gijsbert, vader Gillis en zoon Melchior?

Savery legde zich tevens toe op het schilderen van dieren in landschappen.

Wat hebben de schilderijen van Coninxloo en Bril met elkaar gemeen?

Ze worden veelal beschreven als fantasielandschap.

Cornelis van Poelenburch en Bartholomeus Breenbergh bezochten Rome toen Bril daar nog actief was, gebaseerd op Brils werk schiepen zij een nieuw type landschap, welk en wat zijn de kenmerken hiervan

Het Italianiserende landschap, met vergezichten en ruïnes gebaseerd op tekeningen die kunstenaars in Rome en omgeving hadden gemaakt. Deze composities overgoten zij met een warm gouden licht.

Wie introduceerden vergezichten en ruïnes, die gebaseerd waren op tekeningen die ze in Rome en omgeving hadden gemaakt en overgoten deze composities met een warm, gouden licht, dat doet denken aan de opkomende zon op het Italiaanse platteland?

Cornelis van Poelenburch en Bartholomeus Breenbergh. Het Italianiserende landschap. Ze keerden circa 1625 en circa 1630 naar Holland terug, waar ze vele volgelingen zouden krijgen: de zogenaamde Italianisanten of Italianiserende landschapsschilders.

Welke ontwikkeling zou leiden tot het monochrome of tonale Hollandsche landschap?

Pieter de Molijn, Jan van Goyen en Salomon van Ruysdael zouden in de loop van de jaren 20 de tekenachtige manier van Van de Velde inruilen voor een vloeiende manier van schilderen met een gedempter palet met nadruk op bruine, grijze en groene tinten, dan het kleurrijke van Van de Velde.

Sommige Hollandse schilders specialiseerden zich in een niche, welke (5)?

-Alexander Keirincx schilderde nog tot in de jaren '40 in de traditie van Van Coninxloo's fantastische bos- en berglandschappen
-Hercules Seeghers schilderde fantastische rotslandschappen met een unieke grove, pasteuze verfbehandeling
-Hendrick Avercamp  specialiseerde zich in winterlandschappen
-Aart van der Neer schilderde naast winterlandschappen ook zgn. 'maneschijntjes'
-Frans Post schilderde, na terugkeer van een expeditie naar Brazilie, Zuid-Amerikaanse landschappen voor verzamelaars

Wat hebben de landschappen van Van Coninxloo en Bril en hun navolgers met elkaar gemeen

Ze wekken niet de indruk een bestaande locatie weer te geven.

Hoe maakte Jan van Goyen o.a. zijn schilderijen meer 3dimensionaal, en levendiger.

Door lichteffecten en details zodat de blik van de toeschouwer diagonaal van de voorgrond in de verte werd geleid. (zie 10.22 Landschap met twee eiken)

Binnen de specialisatie 'zeestukken en rivierlandschappen' is globaal eenzelfde ontwikkeling te schetsen als bij de landschappen. Welke schilders kun je noemen?

-Eerste twee decennia: tamelijk kleurrijke composities - Hendrick Cornelisz. Vroom, Adam Willaerts
-Vanaf de jaren 20: monochrome stukken in grijze en blauwe tonen - Jan Porcellis, Simon de Vlieger
-vanaf de jaren 50: meer kleur en warm Italianiserend licht - Ludolf Bakhuizen, Jan van de Capelle, Willem van de Velde de Jonge

In welk soort landschappen specialiseerde Hendrick Avencamp zich?

In winterlandschappen, op geheel eigen  wijze en heel minutieuze details (10.24)

Wanneer ontstonden schilderijen die het landschap tonen zoals dit zich aan kunstenaars voordeed?

Pas in het tweede decennium van de zeventiende eeuw. De voornamelijk in Haarlem werkzame Esaias van de Velde was pionier op het gebied van dit zogenaamde realistische Hollandse landschap. Doordat zijn composities opener en weidser zijn en meer een eenheid vormen, lijken ze naar de werkelijkheid geschilderd.

Wie zijn de belangrijkste navolgers van Van Coninxloo?

  • David Vinckboons (genrestuk)
  • Roelant Savery (dierstuk)

Pas in het 2de decennium van de 17de eeuw ontstaan in Holland realistische landschappen. Esaias van de Velde was een pionier op dit gebied, wat is kenmerkend voor zijn schilderijen

Open en weidse composities die eenheid vormen, hierdoor lijken deze naar de werkelijkheid geschilderd.

Wie waren de belangrijkste navolgers van Gillis van Coninxloo?

David Vinkboons
Roelant Savery

In de architectuurschilderkunst en het stadsgezicht is een ontwikkeling moeilijk te beschrijven. Waarom? Welke schilders kun je noemen?

De ontwikkeling is moeilijk te benoemen omdat het aantal specialisten (en daarmee het aantal stukken) beperkt is.
-Bartolomeus van Bassen, Dirk van Delen (fantasie-interieurs van kerken en paleizen)
-Pieter Saenredam, Gerard Houckgeest, Hendrick van Vliet, Emmanuel de Witte  (realistische weergave van interieurs van bestaande kerken)
-Job en Gerrit Berckheyde, Jan van der Heyden (stadsgezichten, vnl. van Amsterdam)

Hoe lijken zijn composities naar de werkelijkheid geschilderd?

Doordat ze opener en weidser zijn en meer een eenheid vormen. Het zogenaamde realistische, Hollandse landschap. Deze werden in de werkplaats van de kunstenaar gecomponeerd mede aan de hand van de in de buitenlucht vervaardigde schetsen. De natuur werd aangepast ten behoeve van de compositie en het beoogde effect.

Wie schilderde er veel landschraptaferelen in net maanlicht?

Aert van der Neer.

Waar vond Van der Velde inspiratie voor dit type landschap

Series prenten die o.a. Amsterdamse kunstenaar en uitgever Claes Jansz. Visscher vanaf 1610 op de markt bracht met gezichten op de omgeving van Haarlem en Amsterdam

Welke drie schilders zouden in hun vroegste schilderijen nog geheel aansluiten bij de tekenachtige stijl van Van de Velde?

Pieter de Molijn, Jan van Goyen en Salomon van Ruysdael.

Welk noordelijke kunstenaars die in Rome werkte was ook belangrijk voor ontwikkeling Hollands landschap?

  • Paul Bril (1610)
  • Vereenvoudigde fantasielandschap Van Coninxloo
  • Minder gevulde composities.  

Wat zouden alle drie deze meesters in de loop van de jaren twintig met hun stijl doen?

Deze inwisselen voor een vloeiendere manier van schilderen en hun palet, dat aanvankelijk nog, net als dat van Van de Velde, behoorlijk kleurrijk was, zou steeds gedempter worden, met een nadruk op bruine, grijze en groene tinten.

Pieter de Molijn, Jan van Goyen en Salomon van Ruysdael sluiten in hun vroege werk aan bij de trant van Van der Velde, waar wisselen deze meester in de jaren 20 deze stijl voor in

Vloeiender manier van schilderen met een nadruk op bruine, grijze en groene tinten, deze ontwikkeling zou leiden tot de monochrome of tonale Hollandse landschap

Hoe verlevendigden De Molijn, Van Goyen en Ruysdael hun composities

D.m.v. lichteffecten en details werd de blik van de toeschouwer diagonaal van de voorgrond de verte ingeleid, ook vonden ze uit dat d.m.v. de weergave van de weersgesteldheid de schilderijen verlevendigd werden

Met welke schilder is Rembrandts Landschap van de stenen brug(10.26) te vergelijken?

Goyen's Landschap met de twee eiken. Beide kunstenaars gebruikten de tonen van de grondering van hun panelen, die hier en daar onbedekt werd gelaten of slechts met een transparante laag werd behandeld.

Wie specialiseerde zich in winterlandschappen en deed dit op geheel eigen wijze met vele minutieuze details?

De Kampense schilder Hendrick Avercamp.

Wanneer vonder er grote veranderingen plaats  in de landschapsschilderkunst en door wie?

In de loop van de jaren '40 door de jonge Haarlemse schilder Jacob Isaackz. van Ruisdael.

Welke schilders specialiseerden zich ook en waarin?

Aert van der Neer schilderde ook veel winterse taferelen en richtte zich daarnaast op landschappen in maanlicht, de zogenaamde maneschijntjes. Frans Post, die vanaf 1636 deelnam aan een expeditie naar Brazilië in het gezelschap van prins Johan Maurits van Nassau-Siegen, schilderde na terugkeer in Haarlem in 1644 gedurende de rest van zijn leven Zuid-Amerikaanse landschappen voor verzamelaars. Allart van Everdingen was in Noorwegen en produceerde vanaf zijn terugkeer in 1645 vooral Scandinavische landschappen.

Binnen de landschapsschilderkunst ontstonden verschillende genres, welke en noem schilders die in dat genre gespecialiseerd waren

  • Winterlandschap: Hendrick van Averkamp, Aert van der Neer (ook landschappen in het maanslicht)
  • Zuid-Amerikaanse landschappen: Frans Post
  • Scandinavische landschappen: Allart van Everdingen

Waarin verschilde van Ruisael in met bv van Goyen?

Van Ruisdael nam net als zijn voorgangers vaak de Hollandse duinen tot onderwerp, maar hij concentreerde zich veel meer  op een klein onderdeel zoals een enkele heuvel met een paar bomen en stuiken, deze wordt compositorisch afgesloten, de achtergrond werd gereduceerd tot een doorkijkje.

Wanneer kreeg de Italianiserende stijl van Poelenburch en Breenbergh navolging?

1625 - 1630
  • Jan Both
  • Jan Asselijn,
  • Herman Swanevelt.  
  • Nicholas Berchem
  • Philips Wouwerman
    Karel Dujardin

Naast de bovengenoemde specialisten waagden verschillende historie- of genreschilders zich incidenteel aan het schilderen van landschappen. Wie bijvoorbeeld?

Rembrandt, verscheidene van zijn leerlingen, zoals Govert Flinck en Ferdinand Bol, en daarnaast Jan Lievens, Adriaen en Isaac van Ostade en Jan Steen.

Een nieuwe weg wordt in de loop van de jaren 40 ingeslagen door Jacob Isaacksz. van Ruisdael, welke veranderingen bracht hij aan

Hij concentreerde zich op een klein onderdeel van het landschap, b.v. een paar bomen. Deze werd compositorisch afgesloten waardoor de achtergrond gereduceerd werd tot doorkijkje. In de jaren 50 werd de schaal groter en gingen architectonische elementen het beeldvalk domineren

Wanneer kregen van Ruisdaels landschappen de monumentaliteit waarmee hij beroemd werd, en wat was dit?

In de jaren '50, de schaal werd groter, de kleuren levendiger en ruines, kastelen, molens enz. gingen het beeldvlak domineren (Gezicht op kasteel Bentheim 10.27)

Welke Italianisten waren zelf daadwerkelijk in Italië geweest?

  • Jan Both
  • Jan Asselijn
  • Herman van Swanevelt  

Met welk schilderij liet Hobbema, zijn enige gedocumenteerde en bekenste leerling, zien waar hij compositioneel toe in staat was en voor o.a. welke schilder was deze nieuwe richting typerend.

De zeer open structuur van 10.29 Het laantje van Middelharnis, deze zeer open structuur was typerend voor een grote groep schilders waaronder Aelbert Cuyp.

Wat is het verschil tussen Jacob van Ruisdael en Meindert Hobbema

Hobbema's composities zijn opener minder dynamisch, helderder en kleurrijker, kenmerkend Landschap met watermolen hierin ligt de nadruk op de zon

Wanneer was Aelbert Cuyp actief, en waar specialiseerde hij zich in?

Hij was vooral van 1640 tot 1660 productief, en hij specialiseerde zich in open, panoramische Hollandse landschappen en overgoot die met het typerende warme, gouden licht van de Italianisten (10.30 De Laan te Meerdervoort).

Waarom kan men Aelbert Cuyp niet tot een Italianisant rekenen ondanks dat zijn werk kenmerken van deze stroming vertoont, welke

Aelbert Cuyp schildert geen Italiaans heuvellandschap maar panoramische Hollandse landschappen, wel komt zijn gebruik van warm goud licht overeen met de Italianisanten

Hoe zou het Italiaanse landschap in het laatste kwart van de 17e eeuw het classicisme een rol spelen?

Het classicistische landschap deed in Holland zijn intrede, wat deels terugging op het werk van de Italianisanten. Hierin worden vooral in grote mate geidealiseerde landschappen weergegeven (10.31 Een zuidelijk landschap met waterval). Ook typerend is de horizontale geleding, het Hollandse, realistische landschap lieten deze schilders weer helemaal varen.
O.a. De Heusch in Utrecht.

In wiens oeuvre zien we het type landschap dat Cuyp schilderde terug

Jan Wijnants, Adriaen van de Velde landschap en warm licht, Philips Koninck landschap en koel Hollands licht

In welk specialisme is nog een ontwikkeling te zien die te vergelijken is met die van de landschappen?

In het gebied van zeestukken en rivierlandschappen, zien we in de eerste 2 decennia van de 17e eeuw kleurrijke composities, waarin de figuren en boten een verhalende rol spelen. (10.32 Zeeslag tussen een Hollands en een Engels oorlogschip, Hendrick Cornelizs.Vroom)

Wie was de bekendste leerling en navolger van Van Ruisdael?

Meindert Hobbema. Beide meesters deelden een voorliefde voor het gedetailleerd schilderen van bomen, maar gaandeweg werden Hobbema's composities opener, minder dynamisch, helderder en kleurrijker dan die van zijn leermeester.

In de laatste kwart van de 17de eeuw doet het classicistische landschap zijn intrede op wiens werk is dit landschap gebaseerd, en wat is kenmerkend voor dit type landschap

Dit type is gebaseerd op het werk van de Italianisanten, en Franse meesters als Nicolas Pousiin, Gaspard Dughet en Claude Lorrain.  Belangrijkste tendens in het werk van de classicisten is dat de landschappen in grote mate geïdealiseerd zijn.

Hoe veranderde Jan Porcellis vanaf de jaren 20 het zeeschilderij?

In monochrome stukken in voornamelijk grijze en blauwe tonen. Lucht en water werden veel meer het onderwerp (10.33 Schipbreuk op het strand)

Waarom is in de architectuurschilderkunst en het stadsgezicht een dergelijke ontwikkeling moeilijk te beschrijven?

Omdat het aantal stukken en specialisten beperkt is.

Wie specialiseerde zich in een meer open, panoramisch Hollands landschap en overgoot deze met het warme gouden licht, dat we eerder zagen bij de zogenaamde Italianisanten?

Aelbert Cuyp, die zijn gehele leven in Dordrecht werkte, maar voornamelijk tussen circa 1640  en 1660 productief was.

Er waren ook schilders die zich toelegden op aanverwante gebieden van de landschapsschilderkunst, welke

  • Marine
  • Stadsgezichten
  • Architectuurstukken

Wat zou in het laatste kwart van de zeventiende eeuw een dominante rol gaan spelen?

Het Italiaanse landschap, maar dan in een ander vorm. Het classicistische landschap deed in Holland zijn intrede, wat deels terugging op het werk van eerder genoemde Italianisanten, maar waarin we ook duidelijk sporen vinden van Franse meesters die in Rome actief waren geweest zoals Nicolaas Poussin, Gaspard Dughet en Claude Lorrain.

Waarin specialiseerde Pieter Saenredam zich in Haarlem ongeveer in 1628 geheel toe?

Op het schilderen van perspectieven  van realistische weergave van interieurs van bestaande kerken (10.35 Het interieur van de Sint-Odulphuskerk is Assendelft)

Wat is de belangrijkste tendens in het werk van de classicisten, zoals Johannes Glauber, Albert Meijeringh en Jacob de Heusch?

Dat in hun werk weer in grote mate geidealiseerde landschappen werden weergegeven. Ook de voor deze schilders typische horizontale geleding van de compositie is zichtbaar. Het Hollandse, realistisch aandoende landschap lieten deze schilders weer helemaal varen.

Welke ontwikkeling kent men binnen zeestukken en rivierlandschappen

  • Eerste 2 decennia kleurrijke composities waarin prominente plaats voor boten en figuren die een verhalende rol spelen
  • Vanaf jaren 20 monochrome stukken in grijze en blauwe tonen
  • Vanaf jaren 50 meer kleur en het Italianiserende licht

Wie legde zich vooral toe op stadsgezichten in de jaren '60?

Gerrit Berckheyde, 10.36 Gezicht op de Grote Markt te Haarlem.
Jan van der Heyden vooral in Amsterdam.

Hoe is de ontwikkeling binnen de zeestukken en rivierlandschappen?

Globaal vergelijkbaar met die van de landschappen. In de eerste twee decennia van de zeventiende eeuw zien we tamelijk kleurrijke composities, waarin de weergegeven boten en figuren een prominente, verhalende rol spelen. Vanaf de jaren twintig schilderde Jan Porcellis zeer monochrome stukken in voornamelijk grijze en blauwe tonen, waarin water en lucht veel meer het onderwerp werden.

Pieter de Molijn, Jan Goyen en Salomon van Ruysdael schilderden eerst in trant van Van de Velde (realistische landschappen). Hoe veranderde hun stijl in de jaren 20?

  • Tekenachtiger ==> vloeiender schilderen
  • Gedempter palet: meer bruine, grijze, groenen tinten.
  • Monochrome, tonale Hollandse landschap.
  • Verlevendigen door lichteffecten, details
  • Drie dimensionaliteit
  • Levendigheid door weer (bewolking, zonlicht)

Hoe veranderen De Molijn, Van Goyen en Van Ruysdael hun schilderstijl?

Van tekenachtig naar meer vloeiende manier schilderen, palet steeds gedempter, nadruk bruine, grijze en groene tinten.

Verlevendiging door weersgesteldheid.

Wie schilderden eerst nog in de trant van Van de Velde en en veranderden daarna hun stijl => vloeiender en meer meer gedempter palet

  • Pieter de Molijn
  • Jan van Goyen
  • Salomon van Ruysdael.  

Waarom was Jan van Goyen zo belangrijk voor de landschapschilderkunst?

  • Werkzaam eerste helft 17e eeuw, veel ontwikkelingen
  • Van tekenachtige stijl in meer vloeiende schildertrant
  • Grondlegger tonale, monochrome fase
  • Meer dimensionaliteit door lichteffecten en diagonalen
  • Weersgesteldheid
  • Kreeg veel navolging!

Wat kenmerkte Hercules Seghers?

  • Leerling Van Coninxloo
  • Fantasie rotslandschappen
  • Grove pasteuze toets

Noem een schilder van Zuid-Amerikaanse  landschappen

Frans Post.
(Gezicht op Olinda, Brazilië, 1662)

Welke verandering bracht Van Ruisdael in zijn landschappen?

  • Concentratie op klein deel, Heuvel met paar bomen en struiken.
  • Achtergrond als doorkijkje.
  • Architectonische elementen: ruïnes, kastelen en bomen.  

Hoe pasten Isaac van Ostade en Jan Steen het landschap toe?

Als setting voor figuren en hun activiteiten
Ostade -->  monochroom.

Wat kenmerkt de landschappen van Rembrandt en zijn leerlingen?

  • Vroege fase tonale tradities.
  • Lichtcontrasten.

Met welk landschap is Rembrandts 'Landschap met stenen brug'(1640) vergelijkbaar? En waarom?

Jan van Goyen, Landschap met twee eiken (1641)
Beide kunstenaars gebruiken tonen grondering van hun panelen, op sommige plekken onbedekt.  (Ook bij Flinck en Bol)

Wat kwamen Rembrandt en Van Goyen overeen in hun landschappen?

Gebruikten tonen van grondering panelen. Hier en daar onbedekt of alleen behandeld met transparante laag.

Wanneer vonden grote veranderingen plaats in de landschapsschilderkunst? En wat veranderde er?

  • 1640
Jacob van Ruisdael
  • Concentratie enkele onderdelen landschap, bv heuvel met bomen.
  • Compositie afgesloten. Achtergrond doorkijkje.
  • Meer kleur
  • Horizontalen ipv diagonalen


Welke veranderingen waren in de jaren 40 waarneembaar bij landschapsschilder Van Ruisdael?

  • Concentratie op kleiner stuk landschap.
  • Compositie afgesloten.
  • Achtergrond doorkijkje. 
  • Grotere schaal, kleuren levendiger.
  • Architectonische elementen domineren beeldvlak.

Welk schilderij is dit? Kenmerken, jaar?

Meindert Hobbema, Landschap met een watermolen (1664)
  • Compositie meer open, minder dynamisch, kleurrijker. 

Welk schilderij is dit? Kenmerken?

Aelbert Cuyp, De Laan te Meerdervoort (1650 -1652)
  • Open, panoramische Hollandsche landschappen
  • Zonovergoten warm en goud licht.
  • Hobbema's tunnelperspectief Laantje Middelharnis

Welke schilders waren belangrijk voor de ontwikkeling van meer open weidse landschappen?

De Italianisanten
  • Nicolaes Berchem
  • Jan Asselijn
  • Karel Dujardin.
(Namen Italiaanse landschap als uitgangspunt)

Noem twee schilders van architectuurschilderkunst en het stadsgezicht.

  • Bartholomeus van Brassen
  • Dirck van Delen.

Welke specialismen ontstonden er nog meer naast het landschap

Marines, zeestukken, rivierlandschappen
(Ontwikkeling vergelijkbaar met landschappen)

Hoe ontwikkelden de marines zich?

  • 1600 - 1620 Kleurrijk, boten en figuren verhalende rol
  • 1620 < ==> monochromer, grijs en blauw - meer water en lucht.

Waarom is de ontwikkeling door de jaren heen van architectuurstukken moeilijker te omschrijven?

Aantal specialisten, en daarmee stukken is  te beperkt

Wie legden zich toe op fantasie-interieurs van kerken en paleizen?

Bartholomeus van Brassen
Dirck van Delen

Wie was een belangrijke schakel in de opkomst van het dierstuk?

Roelant Savery

Wie legden zich toe op stadsgezichten?

Job en Gerrit Berkheyde
Jan van der Heyden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo