Rembrandt: alle schilderijen - Valentiner, Bredius, Gerson: expansie en reductie

40 belangrijke vragen over Rembrandt: alle schilderijen - Valentiner, Bredius, Gerson: expansie en reductie

Wanneer had een van de vele assistenten van Hofstede de Groot een eigen overzicht van het werk van Rembrandt gepubliceerd?

Al vóór de verschijning van het aan Rembrandt gewijde zesde deel van Hofstede de Groot. Wilhelm Valentiner publiceerde in 1909 Rembrandt: des Meisters Gemälde, waarin hij 596 schilderijen van Rembrandt kort besprak en afbeeldde. Ten opzichte van het gewichtige overzicht van Bode uit 1897-1905 voegde Valentiner een zeventiental werken toe, hij voerde daarentegen weer een aantal ander werken af of plaatste die in de categorie twijfelgevallen.

Wie was Wilhelm Valentiner?

Een assistent van Cornelis Hofstede de Groot
1909 overzicht volledig geschilderde werk Rembrandt

Hoe stelde Wilhelm Martin (directeur van het Mauritshuis) in zijn bespreking van Valentiners' werk (1921-1923) voor om voortaan om te gaan met de toe- en afschrijvingen aan kunstenaars zoals Rembrandt?

Hij wilde methodisch en stap voor stap te werk gaan en de volgende vragen afvinken:
-zijn er geschreven documenten uit de tijd zelf die Rembrandts auteurschap bevestigen?
-Is de signatuur op een schilderij authentiek?
-Bestaan er getekende voorstudies die in verband kunnen worden gebracht met het schilderij? -Wat hebben gezaghebbende critici eerder over de eigenhandigheid van een bepaald werk opgemerkt?
-Hoe verhoudt het werk zich tot andere, als eigenhandige aangemerkte stukken van Rembrandt?
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wilhelm Valentiner publiceerde in 1909  Rembrandt: des Meisters Gemalde waarin hij 596 schilderijen van Rembrandt besprak en afbeeldde. Ten opzichte van Bode voegde hij er 17 toe, maar voerde er ook enkele af. Hoe zat dat in zijn publicatie van 1921?

In 1921 publiceerde hij Rembrandt: wiedergefundene Gemalde, waarin hij 688 werken aan Rembrandt toeschrijft. Ook nu vindt het proces van wikken en wegen, toe en afschrijven, en schuiven van de ene categorie naar de andere plaats.

Valentiner schrijft in 1921 688 werken toe aan Rembrandt. Zijn werkwijze zorgt voor een discussie in de kunstwereld, en tot een fundamentele herbezinning bij directeur van het Mauritshuis Wilhelm Martin. Welke vraag stelt Wilhelm Martin wat betreft de Nederlandse schilders van de 17de eeuw

Wat is goed kennerschap

Welke kanttekening kun je plaatsen bij de voorgestelde benadering van Martin?

-Antwoorden op zijn vragen zijn niet onproblematisch (vatbaar voor subjectieve interpretatie, en andere problemen die bronnen uit het verleden - of eigen observaties - aankleven)
-Elk kunstwerk (van Rembrandt of een ander) roept steeds weer  nieuwe, soms onoplosbare, kwesties van eigenhandigheid, samenwerking en toeschrijving op

Waar leidde de discussie over Valentiners werkwijze en slotsom toe?

Tot een fundamentele bezinning bij Wilhelm Martin, sinds 1909 directeur van het Mauritshuis in Den Haag, over de vraag wat - niet alleen in het geval van Rembrandt, maar bij de Nederlandse schilders van de zeventiende eeuw überhaupt - goed kennerschap nu eigenlijk was.

Wat was de reden van Wilhelm Martins voorgestelde nieuwe benadering?

De bezinning op de vraag wat goed kennerschap nu eigenlijk was, naar aanleiding van de werkwijze van Wilhelm Valentiner in zijn Rembrandt: des Meisters Gemalde (1909).

Wat kenmerkt het supplement van Wilhelm Valentiner dat in 1921 verscheen als Rembrandt: wiedergefundene Gemälde?

688 werken Rembrandt
Een proces van wikken en wegen
Dit leverde hem veel kritiek op.

Het laatste vooroorlogse overzicht is van Abraham Bredius, Rembrandt: schilderijen uit 1935. Hij kent 611 werken aan Rembrandt toe, waarin verschilt de werkwijze van Bredius met Hofstede de Groot

Hofstede de Groot baseert zijn oordeel op zijn eigen documentatiesysteem en visuele vergelijking, Bredius gaat af op zijn intuïtie en visuele geheugen

Welke kritiek had Wilhelm Martin, directeur Mauritshuis?

Ongefundeerde toe- en afschrijvingen. Hij vond dat kenners 17e eeuwse kunst methodisch te werk moesten gaan.
==> Wat is nu eigenlijk goed kennerschap?

Wat is het laatste van de vooroorlogse overzichten door connaisseurs van het complete oeuvre van Rembrandt gepubliceerde werk?

In 1935, Rembrandt: schilderijen, waarin de voormalige directeur van het Mauritshuis, verzamelaar en kunstgeleerde Abraham Bredius, 611 werken aan Rembrandt toeschreef.

Wat zijn globaal de verschillen tussen de beschrijving van Rembrandts oeuvre voor en na de tweede wereldoorlog?

-Na 1956 tentoonstellingen, die nog steunde op vooroorlogs kennerschap, gingen grote tentoonstellingen eerder op kritische reductie dan op expansie.
-in aanloop jubeleumjaar 1969 sloeg stemming radicaal om, Kurt Bauch reduceerde in zijn
Rembrandt:Gemailde (1966)de lijst van Bredius tot 562 nummers.
-Horst Gerson kwam in zijn Rembrandt Paintings uiteindelijk uit op 420 Rembrandts.

Hoeveel werken voegde Valentiner toe tenopzichte van Bode?

Zeventien
Maar voerde ook weer werken af, of in categorie Twijfelgevallen.

In 1966 publiceert Kurt Bauch een nieuw overzicht van het werk van Rembrandt (Rembrandt: Gemälde) waarin verschilt deze publicatie t.o.v. de voorafgaande overzichtswerken van Rembrandts oeuvre

Bauch vermindert de lijst van Bredius tot 562 nummers

Wat is het belang van Bredius' Rembrandt: schilderijen (1935)?

Bredius' oordeel gold als trefzeker en tijdens zijn leven werd er een enorme autoriteit aan toegeschreven: de 'Bredius-nummers' voor Rembrandts schilderijen zouden het belangrijkste referentiepunt worden bij alle sindsdien opgestelde overzichten van het oeuvre van Rembrandt.

Waarom werd Horst Gerson een ''iconoclast'' genoemd?

In tegenstelling tot Bredius, leverde hij in zijn boek volwaardige teksten ter inleiding en toelichting op de door hem gekozen schilderijen. Hoewel hij hierdoor door sommige betiteld werd als iconoclast was het hem niet te doen om radicale uitspraken.

Ook al wijkt Bauch af t.o.v. Bredius toch kent hij hem nog gezag toe, waaruit blijkt dit

Achterin zijn werk heeft hij een lijst opgenomen van werken die wel door Bredius maar niet door hem aan Rembrandt waren toegekend, samen met een summiere toelichting waarom hij deze werken niet in zijn lijst had opgenomen

Hoe was Bredius' benadering ten opzichte van zijn voormalige onderdirecteur Cornelis Hofstede de Groot (met wie hij na allerlei hoog oplopende meningsverschillen op voet van oorlog leefde)?

Anders. Bredius was enerzijds een doorgewinterde archiefonderzoeker, aan wie we ontelbaar veel gegevens over het leven, de bezittingen en het artistieke werk van honderden Nederlandse zeventiende-eeuwse kunstenaars danken. Maar in zijn artistieke oordeel ging Bredius - anders dan Hofstede de Groot (die sterk vertrouwde op zijn eigen documentatiesystemen en op consequente visuele vergelijking) - voornamelijk af op zijn intuïtie en zijn visuele geheugen.

Wat kenmerkt Kurt Bauch en Horst Gerson?

  • Ze verantwoorden hun keuzes meer
  • Reductie oeuvre
Niet meer gericht op vinden en toeschrijven 'nieuw' werk meester.

Wie was Abraham Bredius?

Voormalig directeur Mauritshuis, verzamelaar en kunstgeleerde
  • Autoriteit, oordeel gezien als trefzeker 

Welke redenen gaf Bauch waarom de afgeschreven werken uit Bredius' lijst niet van Rembrandt konden zijn

  • Niet overtuigend
  • Afwijkend
  • Werken van leerlingen
  • Werken van tijdgenoten

Wat betekende Bredius' intuïtieve benadering voor zijn catalogus Rembrandt: schilderijen?

-Bredius' Rembrandt-catalogus is primair een plaatjesboek: de foto's van de kunstwerken moesten, zo vond hij, voor zichzelf spreken.
-Bredius meende dat hij alleen die schilderijen had opgenomen waarvan het auteurschap van Rembrandt volgens hem onomstreden was
-Tegelijkertijd erkende hij dat er waarschijnlijk nog andere 'echte' Rembrandts waren, maar daarvan moest de authenticiteit nog bewezen worden.
-Hij kwam tot 611 werken

Hoeveel werken schreef Abraham Bredius aan Rembrandt toe?

661

Wat was de grote Rembrandt-tentoonstelling in het Rijksmuseum in 1956 ter herdenking van de geboorte van de kunstenaar 350 raar eerder?

In zekere zin de laatste die stoelde op het eerder op expansie dan op kritische reductie georiënteerde vooroorlogse kennerschap van mensen als Hofstede de Groot en Bredius.

Hoewel Bauchs verantwoording voor zijn toeschrijvingen summier is, deed hij allerlei waardevolle observaties en suggesties. Noem een suggestie.

Hij raadde aan om nader onderzoek te doen naar  het complete, latere oeuvre van Rembrandts leerlingen, om hun werk des te beter van dat van Rembrandt te kunnen scheiden

Wanneer sloeg de stemming radicaal om?

In de aanloop naar het volgende jubileumjaar 1969 ter herdenking van zijn overlijden driehonderd jaar eerder. Een andere voormalige assistent van Hofstede de Groot, Kurt Bauch, reduceerde in zijn Rembrandt: Gemälde (1966) de lijst van Bredius tot 562 nummers.

Kurt Bauch reduceerde de lijst van Bredius in zijn Rembrandt: Gemalde (1966). Wat kun je daar over vertellen?

-Hij reduceerde het aantal werken uit de lijst van Bredius tot 562
-Opvallend was dat Bauch achterin een lijst opnam van werken die wel door Bredius maar niet door hem waren opgenomen, met een summiere toelichting. Dit was veelzeggend voor het gezag dat Bredius' boek genoot.
-Daarnaast gaf hij een lijst van werken  die naar zijn mening door leerlingen geschilderd, en door Rembrandt verbeterd waren, en van werken van Rembrandt die slechts bekend waren als gravure of kopie.

Waarin verschilde de aanpak van Abraham Bredius met die van Hofstede de Groot?

  • Bredius - intuitie en visuele geheugen

  • Hofstede de Groot - eigen documentatiesysteem.

Wie publiceerde in 1968 zijn eigen Rembrandt-monografie: Rembrandt paintings?

Horst Gerson. In een poging het opgezwollen corpus van Rembrandts schilderijen te doen afslanken tot gezonde proporties, kwam Gerson tot het voor velen onthutsend lage getal van 420 aan Rembrandt toe te schrijven schilderijen.

In 1968 publiceerde Horst Gerson zijn Rembrandt-monografie: Rembrandt paintings. Wat was er opvallend aan deze monografie?

-Gerson kwam tot het (onthutsend) lage aantal van 420 aan Rembrandt toe te schrijven schilderijen.  Bovendien bevat zijn boek volwaardige teksten ter inleiding en als toelichting op de door hem gekozen schilderijen.
-Gerson waarschuwde zijn lezer dat zijn boek niet bedoeld was als definitieve lijst en dat hij aarzelde, soms van mening veranderde en dat de twijfelgevallen hem verontrustten.
-Gerson reflecteerde onder meer op de vraag wat de precieze betekenis is geweest van Rembrandts leerlingen voor dienst productie als kunstenaar. Hij drong erop aan een helderder onderscheid te maken tussen Rembrandts' eigenhandige werken en producten van zijn atelier.

Wie was Kurt Bauch?

  • Rembrandt: Gemalde (1966)
  • Reduceerde lijst Bredius van 661 naar 562.
  • Nam in zijn boek een lijst op van werken die wel door Bredius maar niet door hem waren opgenomen.
  • Summier in antwoorden, maar wel waardevolle observaties en suggesties. 

Wat kenmerkt Horst Gersons Rembrandt paintings? (1968)

Probeerde opgezwollen corpus Rembrandts schilderijen terug te brengen naar normale proporties.
  • Leverde in boek volwaardige teksten - waarom hij dit schilderij als een Rembrandt zag.

Hoeveel schilderijen schreef Horst Gerson aan Rembrandt toe?

420
Leverde in boek volwaardige teksten - waarom hij dit schilderij als een Rembrandt zag.

Waarom werd Horst Gerson door sommigen gezien als een iconoclast?

Iconoclasme - verzet tegen verering van iconen.
Hij schreef veel schilderijen niet aan Rembrandt toe. Kwam uit op maar 420 werken.

Welke nuancering maakt Horst Gerson in zijn boek

  • Geen pretenties definitieve lijst
  • Sprak eerlijk over zijn aarzelingen, en twijfelgevallen.
  • Wat betekende Rembrandts leerlingen voor zijn productie?
  • Onderscheid tussen eigenhandige werken en producten atelier Rembrandt.   

Waarom is het moeilijk voor te stellen, dat een serieuze kunsthistoricus nog een catalogue raisonné zou samenstellen, zoals Cornelis Hofsteden de Groot, Wilhelm Valentiner en Abraham Bredius dat hadden gedaan?

  • Geen duidelijk omschreven methodiek (WIlhelm Martin)
  • Martin vond dat er stap voor step te werk gegaan moest worden.
  • Toe- en afschrijvingen nauwelijks verantwoord
  • Bredius vond dat foto's in monografie Rembrandt maar voor zichzelf moesten spreken.
  • Horst Gerson (1968) - gaf wel volwaardige teksten ter inleiding en toelichting.

Wie was een voormalig assistent van Hofstede de Groot? En noem een verdienste.

Kurt Bauch
Reductie lijst Bredius tot 562 nummers.

Welke waardevolle suggestie deed Kurt Bauch? (1966)

Onderzoek doen naar het complete, latere oeuvre van Rembrandts leerlingen om hun werk beter van hun meester te kunnen scheiden.

Welke vraag stond voor Wilhem Martin (directeur Mauritshuis 1909 ) centraal?

Wat is nu eigenlijk goed kennerschap.
Werkwijze methodisch en stap voor stap

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo