Materiaal-technisch onderzoek: wat maakt een Rembrandt een Rembrandt? - De verflagen

52 belangrijke vragen over Materiaal-technisch onderzoek: wat maakt een Rembrandt een Rembrandt? - De verflagen

Wat was de werkwijze in het algemeen in de laatste fase van een schilderij, de 'opmaakfase'?

In deze fase kreeg elk onderdeel in het schilderij zijn uiteindelijk kleur, vorm en textuur. Over het algemeen, maar niet altijd, werkte Rembrandt van achteren naar voren, waarbij de compositionele elementen die in de voorgrond te zien zouden moeten zijn, worden uitgespaard in de achtergrond.

Hoe werd het aanbrengen van de uiteindelijke verflagen in de 17de eeuw genoemd

Opmaken

Uit welke twee delen bestaat het door Ige Verslype gepresenteerde onderzoek naar de verflaag van Rembrandts schilderijen?

  1. Verklaring karakteristieke techniek dmv pigmenten en bindmiddelen.
  2. Onderzoek artistieke proces dmv fotografische technieken waarmee we door de bovenste verflaag kunnen heenkijken, inzicht stadia schilderij. Vooral ondermodellering en compositionele veranderingen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Alle in Rembrandts schilderijen geidentificeerde pigmenten werden algemeen gebruikt door 17e eeuwse schilders. Vraag is daarmee of Rembrandts textuur dan verklaard kan worden door het gebruik van specifieke bindmiddelen?

In onderzoek in 1988-1989 door Raymond White/ National Gallery werden er geen bijzondere toevoegingen gevonden. Rembrandt gebruikte lijnolie en soms walnootolie.

In onderzoek door het RRP met DSM werd ook ei gevonden. De toevoeging van een kleine hoeveelheid ei aan het pigmentoliemengsel verandert de consistentie van de verf. De toevoeging van ei aan het bindmiddel is echter niet exclusief voor Rembrandt. Ook Jan van Eyck gebruikte dit. De toevoeging van ei aan olieverf is echter niet teruggevonden in 17e eeuwse schildertraktaten.

Wat doet vermoeden dat Rembrandt een uitgebreid en eigen palet moet hebben gebruikt?

De vele verschillende schildertechnische effecten die zo typerend zijn voor zijn schilderijen.

Waaruit bestaan Rembrandts verven, volgens een onderzoek van de National Gallery?

Uit pigment en lijnolie, in een enkel geval walnootolie.

Waardoor wordt Rembrandts karakteristieke verfoppervlak bepaald

Tegengestelde schilder-technische effecten: dunne gladde verfapplicatie naast dikke, geboetseerde verf; gebruik van olieachtige glacis tegenover rullige opake verfpartijen, expressieve verfstreken naast het tekenen van vormen door krassen in natte verf.

De rontgenfotografie en XRF-scanning zijn nuttige hulpmiddelen bij de studie naar de opbouw van de verflagen. Hoe werkt het?

Rontgenfotografie is een techniek waarbij opnamen worden gemaakt door middel van rontgenstraling.

Alan Burroughs legde vanaf 1925 een archief aan van rontgenfoto's, waarin niet alleen opnamen van belangrijke schilderijen uit Amerikaanse collecties werden opgenomen, maar ook van werken uit verschillende collecties in Europa.
Burroughs had een bijzondere interesse voor Rembrandt en probeerde met behulp van rontgenopnamen (shadowgraphs) de kwaststreek te karakteriseren, om zo de hand van Rembrandt te kunnen onderscheiden.

Naast het analyseren van het handschrift kunnen met rontgenfotografie wijzigingen van de kunstenaar tijdens het werk aan het schilderij zichtbaar gemaakt worden.

Wat wees technisch onderzoek uit naar zijn schilderijen in de National Gallery van London?

Zijn palet bestaat net alleen uit een beperkt aantal pigmenten, er is niets uitzonderlijk of geheims aan.

Wat vonden onderzoekers van DSM in de witte partijen uit de verschillende schilderijen naast lijnolie?

Ook ei.

De analyse van rontgenopnamen is echter aan interpretatie onderhevig. Bij het beantwoorden van de authenticiteitsvraag van de Beresteyn-portretten in het Metropolitan Museum of Art speelt het rontgenonderzoek een bepaalde rol. Hoe?

Door de in de ogen van Burrgoughs en het RRP afwijkende ondermodellering vormde een van de belangrijkste argumenten om de portretten niet aan Rembrandt toe te schrijven.

Van Sonnenburg is het niet eens met conclusie dat het rontgenbeeld niet de voor Rembrandt kenmerkende karakteristieken toont. Hij acht het aandeel van Rembrandt zo groot dat een toeschrijving gerechtvaardigd is.

Jarenlang vermoedde men dat Rembrandt gebruik moest hebben gemaakt van een uitgebreid en eigen palet, totdat onderzoek in de National Gallery in Londen uitwees dat dit niet het geval was, waaruit bestond Rembrandts palet

Een beperkt aantal pigmenten die in het algemeen door 17de-eeuwse schilders werden gebruikt. De meeste pigmenten zijn loodwit, krijt en beenderzwart aangevuld met aardpigmenten.

Welke tegengestelde schildertechnische effecten gebruikte Rembrandt?

  • Dunne gladde verfapplicatie naar dikke bijna geboetseerde verf.
  • Rijke olieachtige transparante glacis tegenover 'droge' bijna rullige opake verfpartijen.
  • Expressieve verfstreken die de vorm volgen - krassen in natte verf.  

Omdat de door Rembrandt gebruikte pigmenten niet bijzonder waren probeerde men een verklaring voor het diverse karakter van de verschillende texturen in zijn verfoppervlak te vinden in de bindmiddelen die hij gebruikte, er zijn in de loop der jaren verschillende theorieën hierover in omloop gebracht, welke en door wie

  1. Charles Eastlake directeur van de National Gallery en president van de Royal Academy veronderstelde dat Rembrandt verschillende harsen en drogers toevoegde om de consistentie van zijn verf te beïnvloeden.
  2. Jacques Maroger schilder en restaurateur stelde dat Rembrandt was toevoegde aan zijn bindmiddel

Als de gebruikte pigmenten niet uitzonderlijk zijn, wat kan dan het rijke en diverse karakter van de verschillende texturen van Rembrandts verfoppervlak verklaren?

Het bindmiddel.

Raymond White voerde als eerste een onderzoek uit naar het bindmiddel n.a.v. de tentoonstelling in de National Gallery in 1988-1989. Welke middelen vond men en welke conclusie trok men

  • Er werd bijna in alle schilderijen lijnolie gevonden en soms walnootolie
  • Geen bijzondere toevoegingen werden gevonden
  • De verven bestaan uit pigment en olie
  • De gevonden oliën zijn de gangbare oliën uit de 17de eeuw

Welke informatie kan rontgenfotografie opleveren (5)?

- wijzigingen van de kunstenaar tijdens het werk aan het schilderij zichtbaar gemaakt worden
- de techniek kan inzicht geven in de volgorde van het werkproces
- eerdere voorstellingen op hergebruikte stukken kunnen zichtbaar gemaakt worden
- de kwaststreken kunnen bestudeerd worden om zo mogelijk het 'handschrift' van de schilder te karakteriseren
- schades en eerdere restauraties kunnen aangetoond worden

Wie voerde de 1e analyse van het bindmiddel uit, en wat waren hiervan de resultaten?

Raymond White in de National galery in London, ontdekte in 1988-1989 dat er alleen lijnolie wat gebruikt en soms walnootolie. De gevonden olien zijn de meest gangbare bindmiddelen in 17e eeuwse schilderijen en het onderzoek lijkt dan ook geen verklaring te bieden voor de uitzonderlijke textuur v.h. verfoppervlak in het werk van Rembrandt.

Wat bleek uit technisch onderzoek naar Rembrandts schilderijen door National Gallery in Londen?

  • Palet bestond maar uit een paar pigmenten
  • Pigmenten algemeen gebruikt door 17e eeuwse schilders.

Hoe verklaren de Londense wetenschappers de uitzonderlijke textuur van het verfoppervlak in het werk van Rembrandt

De verhouding tussen pigment en bindmiddel en de grootte van de gebruikte pigmentkorrels

Wat kenmerkt het palet van Rembrandt?

Beperkt aantal pigmenten|
Niets uitzonderlijks

Waarom nam het RRP begin jaren 90 de beslissing om het gebruikte bindmiddel mbv het chemiebedrijf DSM weer te onderzoeken.

Van de Wetering betwijfelde de conclusie v.h. engelse onderzoeksteam.
Verschillende organische componenten werden aangetroffen wat niet overeen kwam met het Engelse team.
Zo werd er behalve lijnolie  ook ei aangetroffen.

Welke pigmenten gebruikte Rembrandt?

  • Loodwit
  • krijt
  • Beenderzwart
Aangevuld met aardpigmenten zoals diverse okers en ombers

Van de Wetering twijfelt aan de uitkomst van het Londense onderzoek en het RRP begint zelf een onderzoek naar het bindmiddel in samenwerking met DSM. Van Het Joodse bruidje en De Staalmeesters worden monsters genomen en ook bestaande monsters worden onderzocht.
Welk middel vinden zij in het bindmiddel, is Rembrandt hiermee exclusief en waarom is deze vondst toch uniek.

Zij vinden naast lijnolie ook ei, ook van Jan van Eyck is bekend dat hij ei-olie-emulsies gebruikte. De toevoeging van ei aan olieverf is niet teruggevonden in 17de-eeuwse schilderstraktaten en Van de Wetering vraagt zich af of dit dan toch een geheim uit de werkplaats van Rembrandt is.

Is de toevoeging van ei exclusief voor Rembrandt.

Jan van Eyck is hiervoor ook bekend, maar de toevoeging  van ei aan olieverf is echter niet teruggevonden in 17e eeuwse  schilderstraktaten. Van de Wetering vroeg zich hierbij af of dit het geheim was uit Rembrandts werkplaats, de Londonse onderzoekers blijven echter bij hun conclusie, dus verdere  analyse is nog nodig.

Wat maken de elkaar tegensprekende resultaten van het onder zoek van de National Gallery en RRP duidelijk

Rembrandts schildertechnische effecten kunnen met de huidige resultaten van bindmiddelonderzoek niet eenduidig worden verklaard.

Welke opvatting had de Franse schilder en restaurator Jacques Maroger over Rembrandts gebruik van bindmiddelen?

Toevoeging was aan bindmiddel.

Wat bleek uit het onderzoek van Raymond White, national gallery  Londen, naar Rembrandts bindmiddel?

  • In onderzochte schilderijen alleen lijnolie gevonden, soms walnootolie.
  • Geen bijzondere toevoegingen.
  • Geen verklaring voor uitzonderlijke textuur verfoppervlak in werk Rembrandt.   

Wat bleek uit het onderzoek van het RRP naar de gebruikte bindmiddelen?

In de witte partijen naast lijnolie ook ei gevonden.
Verandert texturen verf en zou Rembrandts impasto-effect verklaren.

Welke schilder gebruikte ook ei-olie emulsies?

Jan van Eyk

Op welke manieren kunnen de verflagen van Rembrandts schilderijen onderzocht worden?

  • Infraroodstraling.
  • Röntgenfotografie
  • XRF-scanning

Wie zou een pioniersrol gaan spelen in het röntgenonderzoek naar schilderijen?

Alan Burroughs
Hij begon in 1925 een archief van röntgenfoto's van Europese schildercollecties.

Wat onderzocht Burroughs in de schilderijen van Rembrandt?

Hoe hij de kwast hanteerde
Onderscheiden hand van meester

Wat bedoelde Alan Burroughs met shadowgraphs?

Met röntgenbeelden de kwaststreek van schilder karakteristeren om zo de hand meester te kunnen onderscheiden.

Wanneer werden de eerste röntgenopnamen van kunstvoorwerpen gemaakt?

1896

Wanneer werd de Nachtwacht voor het eerst onderworpen aan een röntgenonderzoek?

1947

Waarvoor kan röntgenonderzoek een nuttig instrument zijn?

Bij authenticiteitsonderzoek.
Analyse van röntgen is wel aan interpretatie onderhevig.

Welke opvatting had het RRP over de Berensteynportretten na röntgenonderzoek?

In ondermodellering herkende hij niet Rembrandts hand, maar tijdgenoot Jacob Backer.
Ondermodellering brede fragmentarische verfstroken naast fijne arceringen. Dit bleek niet uit andere röntgenfoto's van Rembrandts werk.

Waarom schreef het RRP de Berenstreynportretten niet toe aan Rembrandt maar aan een medewerker van zijn atelier?

  • Uit röntgenonderzoek bleek ondermodellering opgebouwd uit brede verfstroken naast fijne arceringen. Dat komt niet terug in andere röntgenfoto's. Alleen linkerhand vrouw herkenbaar als Rembrandt.

Hoe werd de linkerhand van de vrouw geïnterpreteerd in het Beresteynportret?

Ingreep van Rembrandt in het werk van medewerker van atelier.

Wat is de opvatting van restaurator Herbert Sonnenburg over de Beresteynportretten?

  • Rembrandts ingreep niet alleen beperkt tot vrouwenhand.
  • Portretten kunnen aan meester worden toegeschreven. 

Wat ontdekte het RRP in de ondermodellering op de Beresteynportretten nav röntgenopnames?

  • Brede, fragmentarische verfstroken naast fijne arceringen.
  • Zagen dit niet terug op andere röntgenfoto's van Rembrandt
  • Rembrandt kenmerkte zich juist door opbouw van vele fijne verfstroken.  

Waarom schreef het RRP de Beresteijn-portretten niet toe aan rembrandt maar mogelijk Isaac de Jouderville?

Afwijkende ondermodellering.

Wat kenmerkt Rembrandts schilderij Saul en David? (1655)

  • Flink toegetakeld
  • Twee figuren op doek ooit losgesneden en aan elkaar gezet.
  • Verticale strook doek in het midden weggelaten en langs randen en in rechter-bovendoek verschilende stukken doek toegevoegd 

Wat bleek uit verfdwarsdoorsneden van Saul en David? (1655)

Onder overschildering weergave gordijn, maar onduidelijk hoe dit eruit zag.

Wat maakte XRF-scans van Saul en David duidelijk?

Het werd mogelijk om te zien hoe het gordijn onder de verflagen eruit zag.
Scan kobalt en ijzer gaven gedetailleerd beeld.
  • Originele gordijn nog grotendeels intact.

Wanneer werd een patent aangevraagd op het röntgenen van schilderijen, en wie deed dat?

1914
Radioloog Faber

Wat kenmerkt Allan Burroughs?

  • 1925 - archief röntgenfoto's.
  • Opnamen schilderijen uit Amerikaanse en Europese collecties
  • Martin de Wild maakte in Nederland opnamen met het röntgenapparaat.   

Wat stelt Alan Burroughs in zijn Art criticism from a laborator?

Hij heeft de beschikking over bijna 3200 röntgenopnamen en Rembrandt is daarin leidend met 116 shadowgraphs.

Wat is mogelijk het meest gehanteerde technische hulpmiddel van het RRP?

Röntgenonderzoek.

Wat biedt röntgenonderzoek bij schilderijen?

  • Analyse handschrift meester
  • Nuttig bij authenticiteitsonderzoek
  • Interpretatie onderhevig  

Welk technisch hulpmiddel speelde een bepalende rol bij bij de authenticiteitsvraag bij de Berensteynportretten?

Röntgenonderzoek.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo