De verzamel- en waarderingsgeschiedenis van Rembrandts artistieke nalatenschap in de achttiende eeuw - Hollandse particuliere collecties

44 belangrijke vragen over De verzamel- en waarderingsgeschiedenis van Rembrandts artistieke nalatenschap in de achttiende eeuw - Hollandse particuliere collecties

Midden 18de eeuw, bron veilingcatalogi, worden vooral Noord- en Zuid-Nederlandse schilderkunst verzameld, welke schilders zijn het populairst

Gerard Dou, Frans van Mieris de Oude, Adriaan van der Werff (kabinetstukken).
Cornelis van Poelenburch, Nicolaes Berchem (landschappen).
Paulus Potter, Philips Wouwerman (veestukken en paarden)

Wat blijkt volgens Korthals Altes uit de verschillende Hollandse collecties uit de 18e eeuw?

Veel schilderijen Rembrandt, soms ook in flinke hoeveelheden. maar behoorden vaak niet tot de meest duurbetaalde stukken.
  • Belangstelling voor zijn etsen en tekeningen.

Welke werken van Rembrandt werden het meest gewaardeerd?

Zijn tronies en portretten. Die waren in de 18e eeuw in vergelijking met zijn historiestukken vrij gemakkelijk verkrijgbaar omdat hij er schijnbaar zoveel had gemaakt. Nogal wat van deze schilderijen waren echter van de hand van leerlingen, tijdgenoten of navolgers.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

In de meeste gevallen is, door gebrek aan documentatie, op basis veilingcatalogi niet goed te achterhalen hoe verzamelaars over kunst oordeelden en op basis waarvan zij tot aankoopbeslissingen kwamen. Waar zullen zij hun beoordelingscriteria vandaan gehaald hebben?

Zij haalden hun beoordelingscriteria uit de kunstliteratuur, zoals
-natuurlijkheid
-schilderachtigheid
-variatie (in gezichtsuitdrukking, houding en kleding van de figuren)
-clair-obscur
-coloriet
-kleurharmonie

Welke Noord-Nederlandse schilderijen werden door de verzamelaars het meest gewaardeerd?

De fijn geschilderde kabinetsstukken van Gerard Dou, Frans van Mieris de Oude en Adriaen van der Werff, de landschappen van Italianisanten als Cornelis van Poelenburch en Nicolaes Berchem, de gedetailleerde veestukken van Paulus Potter en de voorstellingen met paarden van Philips Wouwerman .

De prijzen voor werken van Rembrandt konden sterk uiteenlopen. Een van de criteria hiervoor was een losse penseelvoering of juist nauwkeurig uitgewerkte stukken. Welke andere criteria speelden nog een rol bij de prijsvorming?

- het onderwerp
- het aantal afgebeelde figuren
- het formaat
- de conditie
- de eigenhandigheid van het schilderij

Prijzen voor het werk van Rembrandt liep uiteen van 60 tot 2510 gulden ook in vergelijking met andere schilders was het werk van Rembrandt relatief goedkoop.
Welke criteria bepaalden de prijs van een schilderij

  • De penseelvoering, hoe fijner hoe hoger de prijs
  • Het onderwerp
  • Het aantal afgebeelde figuren
  • Het formaat
  • De conditie
  • Eigenhandigheid van het schilderij

De waardering voor Rembrandts werk is niet constant geweest. Johan van Gool schreef in 1750-1751 in zijn boek 'De nieuwe schouburg der Nederlantsche kunstschilders en schilderessen' over de smaakverandering in de late 17e eeuw en de vroege 18e eeuw en de fluctuerende prijzen. Waardoor veranderde de smaak volgens Van Gool?

Door de invloed van classistische denkbeelden in de kunstliteratuur. Verzamelaars keurden de voorliefde van Rembrandt voor destijds als laag-bij-de-gronds beschouwde thema's sterk af. Naar hun mening was Rembrandt te veel afgeweken van de normen van het decorum en van het klassieke schoonheidsideaal.

Tussen 1676 en 1739 bracht een werk van Rembrandt gemiddeld 140 gulden op, en lag daarmee onder van Dou, Van Mieris, Van der Werff of Potter. Zijn duurste werk was het relatief fijn geschilderde historiestuk Christus in de storm op het meer van Galilea, dat bracht in 1771 4.360 gulden op.
Juist/onjuist?

juist

Hoeveel was de gemiddelde prijs voor een werk van Rembrandt op de Hollandse kunstmarkt tussen 1676 en 1739?

140 gulden. De prijzen konden echter sterk uiteenlopen.

Waardoor werden in het algemeen de prijsfluctuaties op de kunstmarkt bepaald?

-smaakveranderingen
-economische en politieke factoren.Voorbeeld: de kunstmarkt leed onder het wegblijven van buitenlandse kopers vlak voor en tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748).

Wat kon een reden voor de verschillen in prijs zijn?

Het verschil tussen een fijn geschilderde en een ruw geschilderde Rembrandt. De laatste was minder in trek.

Hoeveel werd voor Rembrandts De samenzwering van Claudius Civilis (1661) betaald?

60 euro
Waarschijnlijk vanwege de brede penseelvoering.

Soms leveren de beschrijvingen van schilderijen in veilingcatalogi aanwijzingen op over de manier waarop Rembrandts werk in de 18e eeuw werd aangeprezen en gewaardeerd. Hier werden vaak de termen 'kragtig' en 'uytvoerig' voor gebruikt. Wat werd hiermee bedoeld?

Kragtig slaat op de overtuigende dieptewerking van een schilderij.
Uitvoerig gaat over de rake verbeelding van de expressie van de figuren. De uitdrukking van de verschillende gemoedstoestanden in de 18e eeuw was een heel belangrijk punt bij de beoordeling van kunst.

In 1737 bewondert Friedrich von Mecklenburg-Schwerin 2 schilderijen van Rembrandt uit de collectie van Willem IV in een brief aan zijn vader geeft hij een beschrijving en uit hij zijn bewondering, waaruit bestaat deze

De rake verbeelding en de expressie van de figuren en uitbeelding van verschillende gemoedstoestanden

Wanneer begon met een duidelijke voorkeur te ontwikkelen voor Rembrandts late schilderkunst?

Pas in de loop van de negentiende eeuw. De brede penseelstreek werd vanaf die tijd juist als een van de grootste krachten van de kunstenaar beschouwd.

Hollandse 18e eeuwse veilingcatalogi geven een goed beeld van de Noord- en Zuid-Nederlandse schilderkunst, die intensief verzameld werd. Er werd geen onderscheid gemaakt tussen de twee schilderscholen. Welke genres/ schilders werden het meest gewaardeerd?

- fijn geschilderde kabinetstukken - Dou, van Mieris, Van der Werff
- landschappen van Italianisanten - van Poelenburch, Berchem
- gedetailleerde veestukken - Potter, Wouwerman

De waardering van Rembrandts werk is niet constant Van Gool geeft de wisselende kunstmode de schuld die smaakverandering veroorzaakte. Classicisme wordt de norm, Ten Kate heeft kritiek op Rembrandt gebaseerd op deze classicistische kunstopvatting, toch heeft hij een grote verzameling tekeningen, noem nog een aantal verzamelaars van Rembrandts werk

Amsterdamse burgermeester Willem Six, de koopman Valrius Röver wiens schilderijencollectie in 1750 werd verkocht voor 40.000 gulden aan Wilhelm VII landgraaf van Hessen-Kassel

Wat was tussen 1676 en 1739 de gemiddelde prijs van een Rembrandt, en wat was deze afgezet tegen andere kunstenaars?

Een gemiddelde Rembrandt kostte 140 gulden, dat was minder dan Dou (440 gulden), Mieris (437 gulden), van der Werf (858 gulden) of Potter (204 gulden) in diezelfde periode.

Omstreeks 1752 constateerde Johan van Gool dat het in de loop van de 18e eeuw 'prinselijk' was geworden om Hollandse schilderijen te kopen. Wat bedoelde hij hiermee?

Door de toenemende internationalisering van de kunstmarkt kon de liefhebber van Noord-Nederlandse kunst in de loop van e 18e eeuw behalve in de Republiek ook in Parijs of Londen terecht. Er was een sterk toegenomen belangstelling van de kapitaalkrachtige Europese elite. Het gevolg van de toegenomen buitenlandse vraag was dat het topsegment van de markt voor de meeste Nederlandse verzamelaars te duur werd en dat in de Republiek het aantal verzamelaars van de kostbaarste schilderijen afnam.

Konden de prijzen van een Rembrandt sterk uiteen lopen?

Jazeker, van 60 gulden van een anoniem portret, een tronie of een stuk met losse penseelvoering tot 2510 gulden op een veiling in 1734 voor het stuk Christus en de overspelige vrouw.
Echter voor De samenzwering van Claudius Civillus werd slechts 60 gulden betaald.
Voor Christus in de storm op het meer van Galilea op de veiling in 1771 werd 4360 gulden betaald (fijn geschilder historie stuk). Alleen voor schilderijen van Dou en Potter werd nog meer betaald. (14.000 en 9050 gulden)

Welk kenmerk werd aan het Kniestuk van een man in oriëntaalse kleding  (1632) gegeven?

Kragtig - overtuigende dieptewerking schilderij.

Welke rol speelden Hollandse handelaren in de internationalisering van de schilderijen handel en waarom

De thuismarkt was te klein geworden en Hollandse handelaren probeerden in contact te komen met buitenlandse afnemers, de winsten waren in het buitenland ook groter

Wat was Arnold Houbrakens kritiek op Rembrandts latere werk in zijn boek 'De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen' uit 1771?

Hij kon voor zijn late werk weinig waardering opbrengen, omdat ze gedeeltelijk 'met een ruwe teerkwast waren geschilderd'. Volgens Houbraken zou Rembrandt het ogenschijnlijk onvoltooide aanzien van dergelijk werk hebben verantwoorde met de bewering 'dat een stuk voldaan is als de meester zijn voornemen daar in bereikt heeft'. Pas in de 19e eeuw begon men een duidelijke voorkeur te ontwikkelen voor Rembrandts late schilderkunst.

Hoe wordt De Lofprijzing van Simeon omschreven in de catalogus van de veiling van de Haagse gentleman dealer Adrian Bout in 1773?

Het wordt aangeprezen als ''curieus en uytvoerig geschildert, vol beelden, van zijn alderbeste en uitvoerigste tyd''. Het werd op die veiling verworven door de latere stadhouder Willem IV.

Met welke termen werd Rembrandts Lofprijzing van Simeon (1631) aangeprezen?

Curieus en uytvoerig

Hoe werd het schilderij met zijn tegenhanger van Dou omschreven door de jonge Duitse prins von Mecklenburg-Schwering op een grand tour door Europa in een brief aan zijn vader.

Dou's tegenhanger De jonge moeder prees hij om zijn levensechte weergaven van mensen, materialen en stoffen.
Rembrandt prees hij om zijn rake verbeelding van de expressie van de figuren.

De Lofprijzing van Simeon werd aangekocht door de latere stadhouder Willem IV. Met welk schilderij vormde het een tegenhanger?

De Jonge moeder  (1658), Gerard Dou

Op welke werken, behalve Houbraken, zullen verzamelaars van Rembrandt zich op gebaseerd hebben, en op welke kenmerken?

Samuel van Hoogstraten, en Gerard de Lairesse (het groot schilderboek).
Kenmerken uit de kunstliteratuur; Natuurlijkheid, schilderachtigheid, variatie, clair-obscure, coloriet en Kleurharmonie

Is de waardering voor Rembrandt altijd constant geweest, en waaruit blijkt dat?

Nee, deze is niet  altijd constant  geweest. Dit blijkt uit de woorden van de schilder en kunstenaarsbiograaf Johan van Gool. Die schreef in zijn boek over de veranderende smaak, fluctuerende prijzen van het werk van Van der Werf, Rembrandt en andere.
(Van Gool schreef het boek in 1750-1751 De nieuwe schouwburg der Nederlandtsche kunstschilders.)

Verzamelaars baseerden zich bij de beoordeling van kunst op een aantal werken. Welke?

1. Houbraken

2. Samuel van Hoogstraten - Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst (1678)

3. Gerard de Lairesse - Het groot Schilderboek (1707)


 

Waarom had de Amsterdamse kunstkriticus Lambert ten Kate kritiek op Rembrandt in dezelfde periode als van Gool?

Omdat hij weinig begrip kon opbrengen  voor zijn in hun ogen onbegrijpelijke keuze van onderwerpen. Naar hun mening had Rembrandt te veel afgeweken van de normen van het  decorum van het klassieke schoonheidsideaal.
Rembrandt werd het v.b. van de schilder die door kunstenaars  opgestelde regels van de kunst niet navolgde.

Waarom  lieten verzamelaars in de late zeventiende en vroege achttiende eeuw zich kritisch over het werk van Rembrandt uit?

Ze konden weinig begrip opbrengen voor zijn in hun ogen onbegrijpelijke keuze en formulering van onderwerpen. zij keurden de voorliefde van de kunstenaar voor destijds als laag-bij-de-gronds beschouwde thema's sterk af.

Omstreeks 1752 constateerde Johan van Gool in Antwoord op den zoo genaemden brief aan een vriend dat het in die tijd prinselijk was geworden om Hollandse schilderijen te kopen.
Waar zinspeelde hij hiermee op?

Op de sterk toegenomen belangstelling van de kapitaalkrachtige Europese elite voor de Hollandsche schilderijen. Het gevolg was dat het topsegment v.d. markt voor de meeste Nederlandse verzamelaars te duur werd en dat het aanbod in de Republiek afnam.

Waar was Rembrandt, naar hun mening, te veel vanaf geweken?

Van de normen van het 'decorum' en van het klassieke schoonheidsideaal. Rembrandt werd voor hen het schoolvoorbeeld van de schilder die de door de kunstenaars en liefhebbers opgestelde regels van de kunst niet had nagevolgd.

Hoe ging de uitvoer in het v.b. van Gentelman dealer Willem Lornier?

Lornier had schilderijen ingekocht toen toen de prijzen van tijdelijk niet meer zo hard stegen.Prijsfluctuaties op de kunstmarkt worden niet alleen door smaak veroorzaakt,  maar ook door economische en politieke factoren. Buitenlandse kopers toonde na de Oostenrijkse successieoorlog weer veel interesse voor de collectie van Lornier.

Welke opvatting had de Amsterdamse kunstcriticus Lambert ten Kate over Rembrandt?

  • Kritisch
  • Geen begrip voor keuze en formulering werk.
  • Laag bij grond-thema's.
  • Hield zich niet aan regels kunst    

Wat ontdekte de schilder en kunstenaarsbiograaf Johan van Gool in 1752?

  • Rijke Europese elite kocht steeds meer Hollandse schilderijen.
  • Betere afzetmarkt in het buitenland. 

Waarom werd het steeds aantrekkelijker om Noord-Nederlandse meesters te exporteren?

Omdat de kans op het maken van aanzienlijke winsten groot was.

Wie was Willem Lormier?

  • Een Haagse kunsthandelaar met een van de grootste verzamelingen in de Republiek.
  • Nadruk fijnschilders: Frans van Mieris de Oude, Paulus Potter, Van de Velde.   

Waarop lag de nadruk in de collectie van Willem Lormier?

  • Fijnschilders: Frans van Mieris De Oude

  • Landschappen Paulus Potter, Adriaen van de Velden, Berchem en Wouwerman

  • Rembrandt - Heilige familie met een gordijn en Een oude man in een interieur met wenteltrap.   

Met welke werken was Rembrandt vertegenwoordigd in collectie Willem Lormier?

  1. Heilige familie met een gordijn (1646)
  2. Oude man in een interieur met een wenteltrap (1632)

Hoe kon de Haagse kunsthandelaar Willem Lormier goede zaken doen in de 18e eeuw

  • Bouwde collectie op toen prijzen daalden of stagneerden.
  • Oostenrijkse successieoorlog (1740-1748)
  • Na oorlog kopers terug Republiek
  • Lormier verkocht stukken met winst.  

Aan wie verkocht Lormier het schilderij Een oude man in een interieur met een wenteltrap van Rembrandt? (1632)

Markies Voyer dÁrgenson

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo