Dat alles op die leest moest geschoeit wezen'. Over navolging in de schilderijenproductie van Rembrandts werkplaats - De bevolking van Rembrandts werkplaats

48 belangrijke vragen over Dat alles op die leest moest geschoeit wezen'. Over navolging in de schilderijenproductie van Rembrandts werkplaats - De bevolking van Rembrandts werkplaats

Wat was een van de belangrijke activiteiten die Rembrandt als meesterschilder en hoofd van een werkplaats gedurende een groot deel van zijn werkzame leven ontplooide?

Die van leermeester. Tussen de late jaren twintig, toen zijn eerste leerling Gerard Dou zijn werkplaats in Leiden betrad, en circa 1660, de periode waarin zijn laatste bij naam bekende leerling Arent de Gelder gedurende twee jaar bij hem in de leer was, leidde hij een groot aantal kunstenaars op.

Wat kun je zeggen over het aantal schildersleerlingen van Rembrandt?

Omdat de factor toeval een belangrijke rol speelt bij de overlevering van namen van een aantal bronnen, is het hoogstwaarschijnlijk dat het aantal leerlingen groter is geweest.

De bronnen over de leerlingen zijn zeer divers, welke staan tot onze beschikking

  • Schildersbiografieën over leerlingen die uitgroeiden tot bekende kunstenaars
  • Ontvangstbewijzen van betalingen aan Rembrandt opleidingskosten leerling
  • Notariële aktes, waarin leerlingen als getuigen van Rembrandt optreden
  • Lijst van kopers waar de leerling genoemd wordt
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is uiterst fragmentarisch?

Het beeld van de zeventiende-eeuwse schildersopleiding, zoals we dat uit contemporaine geschriften kunnen opmaken.

Het beeld van de 17e eeuwse schildersopleiding uit contemporaine bronnen is uiterst fragmentarisch. Wat kun je er over vertellen?

Uit schildersbiografieen en leerlingcontracten kan worden opgemaakt dat de opleiding uit verschillende fases bestaat: leren tekenen, basisvaardigheden schilderen, meedraaien in de productie van de werkplaats, werken als gezel en meester in het gilde.

Er waren grote verschillen tussen schilders, in lesgeld en duur van de leertijd. Sommige meesters specialiseerden zich in bepaalde fases van het onderwijs.

Uit contemporaine schildersbiografieën en leerlingcontracten waarin de wederzijdse verplichtingen tussen leerling en meester staan kan men verschillende fases in de opleiding van een leerling onderscheiden, welke?

  1. Leren tekenen
  2. Eigen maken basisvaardigheden van het schilderen (leerling was 12 jaar)
  3. Zodra hij zelfstandig een schilderij kan produceren draait de leerling mee in de productie van de werkplaats
  4. Voordat een schilder als meester in het gilde werd toegelaten kon hij ook als gezel of vrije gast bij een meester gaan werken

Wat kun je vertellen over de leertijd van de leerlingen van Rembrandt?

-De meeste hadden al een leertijd achter de rug bij een andere schilder. Hoewel dat nog niet het geval was bij zijn eerste leerlingen in Leiden.
-op enkele uitzonderingen na, de leerlingen ouder waren dan 12 jaar waarop 17e eeuwse schilders meestal aan hun leertijd begonnen
-Veel van de leerlingen of gezellen kwamen van buiten Amsterdam en zelfs van buiten de Republiek.
-Rembrandt behoorde tot de duurste leermeesters(f100,/ per jaar) van de 17e eeuw in de Noordelijke Nederlanden met Gerard van Honthorst, Pieter de Grebber en Gerard Dou.

Er waren grote verschillen tussen de meesterschilders wat betreft de opleiding, welke

  1. Hoogte van het lesgeld (al dan niet met kost en inwoning)
  2. Duur van de leertijd
  3. Aantal leerlingen
  4. Sommige meesters hadden zich in een bepaalde fase van het onderwijs gespecialiseerd

Waarom is het aantal leerlingen van Rembrandt mogelijk veel groter geweest dan we uit documenten en andere bronnen weten?

De factor toeval speelt rol bij overlevering van namen.

(bv. Leendert van Beijeren 'discipel Rembrandt, lijst met kopers veiling verzameling Jan Basse) in 1637.

Er zijn 2 bijzondere leerlingen bekend, Constant a Renesse en Jan Gillesz van Vliet, waarom?

Constant a Renesse was een amateur die in de late jaren 40 en de vroege jaren 50 incidenteel tekenlessen volgde bij Rembrandt. Het is goed denkbaar dat Rembrandt ook aan andere amateurs lesgaf.
Jan Gillisz van Vliet, was een etser die reproductieprenten maakten naar het werk van (o.a.) Rembrandt. Gillisz en Rembrandt hadden een werkrelatie, omdat Rembrandt ontwerpen van Gillisz corrigeerde.

Op welke leeftijd kwamen leerlingen in de leer in Rembrandts atelier en hoe verhoudt zich dat tot de gemiddelde leeftijd

De normale leeftijd was 12 jaar, de leerlingen bij Rembrandt waren enkele jaren ouder

Waarom werden de verschillende stadia in de opleiding vaak bij verschillende kunstenaars doorlopen?

-Er waren groten verschillen tussen schilders, onder meer hoogte lesgeld, wel of geen inwoning, duur leertijd en aantal toegelaten leerlingen.
-sommige meesters specialiseerde zich in bepaalde fases van het onderwijs.
-voordat een schilder als meester in het gilde werd toegelaten, kon hij ook nog als betaald gezel of vrije gast bij een meester werken.

In de kunsthistorische literatuur zijn verschillende opvattingen bekend over wat er in Rembrandts atelier gebeurde. Beschrijf twee opvattingen.

1. Egbert Haverkamp Bergermann concludeert op basis van de grote verschillen tussen de leerlingen dat Rembrandt sterk geinteresseerd moet zijn geweest in de ontplooiing van het individuele talent van elke leerling
2. Werner Sumowski concludeerde echter dat er sprake was van een stapsgewijs opgebouwd onderwijsprogramma dat elke leerling zou hebben doorlopen.
Beide reconstructies zijn in hoge mate speculatief

Wat is de reden dat de leeftijd van de leerlingen van Rembrandt hoger ligt dan bij de leerlingen van andere schilders

Veel leerlingen hadden al een leertijd bij een andere schilder achter de rug.

Houbraken vestigt (net als andere 17e en 18e-eeuwse auteurs) de aandacht op de navolging van Rembrandt door leerlingen. De manier waarop dit gebeurde, wordt bij alle auteurs slechts summier omschreven. Wat schrijft Houbraken hierover?

-In overeenstemming met de toenmalige opvattingen over de rol van de leermeester vermeldt Houbraken slechts dat Rembrandts leerlingen zijn manier van schilderen, zijn 'houding', wilden leren, en dat enkele leerlingen daar zo goed in slaagden, dat hun werk niet van dat van de meester was te onderscheiden.
-Hij geeft bij verschillende leerlingen aan hoe lang zij na hun leertijd in Rembrandts stijl bleven werken, maar niet hoe zij zich tijdens hun leertijd Rembrandts 'houding' eigen maakten.

Benoem de fasen in de opleiding tot schilder

  1. Leren tekenen
  2. Basisvaardigheden schilderen (12 jaar)
  3. Meedraaien productie werkplaats
  4. Soms opleiding vervolgen andere leermeester
  5. Mogelijk eerst  als betaalde gezel of vrije gast bij meester werken
  6. Toelating meester in gilde     

Na zijn vertrek in 1631 naar Amsterdam veranderd het soort leerlingen van Rembrandt, op welke wijze veranderd de samenstelling en welke oorzaak wordt genoemd

In de periode 1631-1635 schilderde Rembrandt voornamelijk portretten, hierbij werd hij ondersteund door leerlingen die al enige jaren scholing achter de rug hadden.

Noem 2 namen van leerlingen die niet tot de categorie van aankomend schilder horen?

-Constantijn a Renesse een amateur die wel eens les had van Rembrandt.
-Jan Gillisz. van Vliet een etser, die in de jaren 30 prenten maakten van oa Rembrandt

Wat valt op aan de leeftijden van Rembrandts leerlingen?

Meestal ouder dan de 12 jaar die gebruikelijk was.
  • Ferdinand Bol mogelijk zelfs al 20 jaar.
  • Velen al leertijd bij andere schilder achter de rug. 

Waar wijst het verre van volledige materiaal erop, een enkele uitzondering daargelaten?

Dat de leeftijd van de leerlingen op het moment dat zij bij Rembrandt kwamen ouder was dan de twaalf jaar waarop aanstaande schilders in de zeventiende eeuw doorgaans aan hun leertijd begonnen.

Wat voor soort leerlingen had Rembrandt met name in Amsterdam?

Doorgaans geen beginners maar gevorderde leerlingen of gezellen, waarvan vele van buiten Amsterdam en zelfs van buiten de Republiek kwamen, die een bijdrage leverden aan de productie van zijn atelier.

Welke inkomsten ontving Rembrandt per leerling

Honderd gulden lesgeld per jaar en de opbrengst van de verkoop van het werk van de leerling

Hoe verschillen de leerlingen bij Rembrandt gedurende zijn tijd in Leiden en daarna Amsterdam?

  • Leiden - vaak wat jonger
  • Amsterdam - iets ouder, hadden al opleiding achter de rug. 

Welke categorieën kan men bij de leerlingen onderscheiden

  1. Aankomende schilders
  2. Amateurs
  3. Etsers, die prenten naar het werk van de meester maakten

Wat schreef Joachim von Sandrart, die in de periode 1637-1642 in Amsterdam verbleef over het inkomen van Rembrandt?

Dat de verkoop van het werk van zijn leerlingen samen met de honderd gulden lesgeld per hoofd ervoor zorgde dat Rembrandts inkomen zeer hoog was.

Wat kenmerkt de periode van Rembrand in het atelier van kunsthandelaar Hendrick Uylenburg?

  • Verandering soort leerlingen.
  • Productie van vooral portretten
  • Tussen 1631 en 35 vooral hulp van jonge schilders die al een paar jaar scholing hebben gehad.   

Hoe weten we van de honderd gulden?

Dit bedrag komt overeen met het geld dat de weeskamer in Leiden jaarlijks aan Rembrandt betaalde voor Isaac de Jouderville. Rembrandt behoort daarmee tot de duurste leermeesters van de zeventiende eeuw in de Noordelijke Nederlanden.

Noem enkele leerlingen in Rembrandt mogelijk had in zijn Uylenburgh-werkplaats in Amsterdam.

  • Dirck van Santvoort (portretschilder)
  • Govert Flinck

Wie kunnen nog meer tot deze categorie gerenommeerde meesters gerekend worden?

Gerard van Honthorst in Utrecht, Pieter de Grebber in Haarlem en in Leiden Gerard Dou. Evenals Rembrandt vroegen deze kunstenaars honderd gulden leergeld per jaar.

Uit wat voor bronnen kunnen we opmaken dat Dirck van Santvoort werkte in Rembrandt Van Uylenburgh-atelier?

  1. Twee na-tekeningen naar schilderijen werkplaats Rembrandt
  2. Vermelding inventaris Uylenburgh
  3. Zijn signatuur onder Maaltijd te Emmaus (R. maakte eerder schilderij over dit onderwerp)

Wie was Constantijn à Renesse?

Geen professionele kunstenaar maar een amateur. In de jaren veertig en de vroege jaren vijftig nam hij incidenteel tekenlessen van Rembrandt.

Welke conclusie trekt Egbert Haverkam Bergmann uit de door Houbraken beschreven grote verschillen in stijl tussen de leerlingen van Rembrandt na hun leertijd

Rembrandt was geïnteresseerd in de ontplooiing van elke afzonderlijke student

Welke verklaring geeft Werner Sumoski over de verschillen in ontwikkeling

De leerling moest een stapsgewijs leerprogramma doorlopen

Wie was Jan Gillisz. van Vliet?

Een etser, die in de eerste helft van de jaren dertig prenten maakte naar schilderijen niet alleen van Rembrandt, maar ook van Joris van Schooten en Jan Lievens. Hij werkte veel samen met Rembrandt getuige Christus voor Pilatus.

Waarom was volgens Von Sandrart het inkomen van Rembrandt zo hoog?

  1. Verkoop werk leerlingen
  2. Honderd gulden lesgeld  (weeskamer Isaac de Jouderville)

==> Rembrandt een vd duurste leermeesters 17e eeuw in Noordelijke Nederlanden.

Houbraken en in mindere mate andere zeventiende en achttiende-eeuwse auteurs vestigden de aandacht op het wijdverspreide verschijnsel van de contemporaine navolging van Rembrandt in het bijzonder door het grote aantal schildersleerlingen. Wat vermeldt Houbraken hierover?

Weinig. Hij vermeldt dat leerlingen bij Rembrandt kwamen om zijn manier van schilderen, zijn handeling te leren en dat enkel leerlingen er zo goed in slaagden zijn schilderwijze te imiteren dat hun werk voor dan van hun leermeester werd aangezien.

Met welk probleem hebben wij te maken als men bovengenoemde hypotheses wil toetsen

Wij beschikken over weinig informatie over de productie van individuele leerlingen gedurende hun leertijd bij Rembrandt.
Pas na hun leertijd gaan de kunstenaars hun werk signeren en kan men het werk toerekenen aan een persoon

Wat is er in de kunsthistorische literatuur gepresenteerd over wat er in Rembrandts atelier gebeurde?

Verschillende opvattingen. Omdat er weinig bekend is zijn zijn theorieën speculatief.

Welke groep volgende ook les bij Rembrandt?

  • Constantijn a Renesse - amateur volgt tekenlessen Rembrandt (mogelijk nog méér amateurs)

  • Jan Gillesz. Van Vliet - etser/ prentenmaker (Samenwerking met Rembrandt!)  

Wat kenmerkt Jan Gillesz. Van Vliet?

  • Etser
  • Maakte prenten naar schilderijen Rembrandt, Lievens.
  • Bijzondere werkrelatie met Rembrandt
  • Enkele monumentale prenten jaren 30 - voorheen gezien als van Rembrandt, blijken in samenwerking met Van Vliet te zijn ontstaan. (Christus voor Pilatus, 1634)    

Welke opvatting had de Duitse kunsthistoricus Werner Sumowski over het onderwijs van Rembrandt?

Er was een stapsgewijs opgebouwd onderwijsprogramma dat elke student van Rembrandt in Amsterdam doorliep.

Waarom weten we eigenlijk maar weinig over de productie van individuele leerlingen in de werkplaats van Rembrandt?

  • Weinig informatie over hun productie
  • We weten alleen wat ze na hun leertijd maakten vanaf moment dat ze schilderijen signeerden.
Veel reconstructies zijn speculatief  

Op welke manieren profiteerde Rembrandt van de aanwezigheid van leerlingen in zijn atelier?

  • 100 gulden lesgeld per leerlinge. Duurste leermeester 17e eeuw
  • Leerlingen met basisopleiding draaiden mee in productie werkplaats. Rembrandt verkocht hun schilderijen.
  • Lessen aan amateurs (Constantijn a Renesse)  

Uit welke bronnen kunnen we opmaken dat Rembrandt geld verdiende aan schilderijen van zijn leerlingen?

  • Opmerkingen Joachim von Sandrarts Teutsche Academie
  • Opschrift achterkant tekening. 

Wie waren minder bekende leerlingen van Rembrandt?

  • Isaac de Jouderville
  • Jan van Glabbeeck (notariële akte, getuige)
  • Jacobus Leveck (notariële akte, getuige)
  • Leendert van Beijeren   

Noem enkele specialisaties van meesters in het onderwijs aan leerlingen.

  • Adam Willaerts liet alleen tekenleerlingen bij gilde inschrijven.
  • Moreelse en Bloemaert alleen schilderleerlingen. 

Op welke leeftijd begonnen aanstaande schilders in de 17e eeuw doorgaans aan hun leertijd?

12 jaar

Wat kenmerkt Rembrandts leerling Gerard Dou?

  • In de leer bij Rembrandt in Leiden in 1628
  • Dou 15 jaar
  • Op 9 jarige leeftijd tekenles bij Bartholomeus Dolendo
  • Opgeleid en werkzaam als glasschilder.   

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo