Rembrandt: alle schilderijen - Het Rembrandt Research Project - Een nieuw begin

23 belangrijke vragen over Rembrandt: alle schilderijen - Het Rembrandt Research Project - Een nieuw begin

Na publicatie van het 3e deel stopt het RRP en gaat Van de Wetering verder met het onderzoek onder de RRP vlag. Wat zijn de veranderingen?

- nieuwe vraagstelling: de kernvraag is of volledig eigenhandige werken van Rembrandt kunnen worden onderscheiden van schilderijen die in zijn werkplaats door anderen zijn vervaardigd.
Hierdoor staat de gang van zaken in het atelier van Rembrandt centraal in het onderzoek. De neiging om elk schilderij toe te schrijven aan een individuele kunstenaar is expliciet losgelaten.

Hoe moeten we aankijken tegen het werk van Van de Wetering na het stoppen van de 4 initiatiefnemers van het RRP

Nieuw onderzoek met een nieuwe probleemstelling en nieuwe onderzoeksmethoden onder de vlag van het RRP

Waar is, naar het inzicht van Van de Wetering, in Rembrandts atelier geen sprake van geweest?

Van enige vorm van systematische werkverdeling tussen Rembrandt en assistenten zoals die wel in de werkplaats van Rubens moet hebben plaatsgevonden. Daarvoor had Rembrandt te weinig grote historiestukken of allegorieën onder handen, waar zo'n werkverdeling om allerlei redenen makkelijker valt toe te passen en daarvoor hechtte hij zelf ook te veel waarde aan de zogenaamde 'houding' in elk van zijn schilderijen, de meesterlijke plaatsing van licht, schaduw en kleur in dienst van de door hem nagestreefde illusie. Volgens Van de Wetering liet hij dat doorgaans niet aan minder gevorderde medewerkers over.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

De uitsluitende eigenhandigheid van de werken van Rembrandt staat nog steeds centraal in het nieuwe onderzoek, toch zijn er veranderingen, welke

  • De hypothesevorming, losgelaten is dat onder de toeschrijvingen van Bredius e.a. talloze latere imitaties en vervalsingen zitten
  • De manier waarop naar conclusies wordt toegewerkt

De neiging om elk schilderij toe te schrijven aan een individuele kunstenaar is in de nieuwe opzet expliciet losgelaten. Wat is de nieuwe, voorzichtige benadering?

Stap voor stap worden aan individuele werken de volgende vragen gesteld:
- Gaat het om een 17e-eeuws schilderij?
- Komt het Rembrandts atelier?
- Is het een in het atelier geschilderde kopie naar een werk van Rembrandt of is het een originele interventie?
- In dat laatste geval: heeft Rembrandt het zelf geschilderd of een van zijn medewerkers?
Daarbij komt een uitgebreide onderbouwing met technische hulpmiddelen waardoor ook vergelijkingen gemaakt kunnen tussen materialen van verschillende schilderijen

Wat is het grote verschil met de vroegere aanpak?

De gang van zaken in het Atelier van Rembrandt staat nu centraal. De neiging om elk schilderij dat bestudeert wordt toe te schrijven aan een individuele leerling-kunstenaar is los gelaten.

Waarin verschilt aanpak van Van de Wetering onder de vlag van RRP?

  • Verschuiving hypothesevorming, hoe naar conclusies wordt gewerkt en resultaat gepresenteerd.
==> Kunnen we eigenhandige werken van Rembrandt onderscheiden van schilderijen die in zijn werkplaats door  anderen  maar wel onder zijn toezicht  zijn gemaakt?

Wat is de kernvraag voor het nieuwe RRP

Of we volledige eigenhandige werken van Rembrandt kunnen onderscheiden van schilderijen die in zijn werkplaats door anderen onder zijn toezicht zijn vervaardigd, als kopie, als variant of als vrije inventie van de leerling geschilderd in de manier van Rembrandt

Voor welke aanpak is uiteindelijk gekozen?

Voor een veel voorzichtiger aanpak, die aan individuele werken de volgende vragen stelt;
-gaat het om een 17e eeuws schilderij.
-komt het uit Rembrandts atelier.
-is het een in het atelier geschilderde kopie naar het werk van Rembrandt of is het een originele interventie. 
-in het laatste geval; is het een echte Rembrandt, of van een medewerker of zijn er meerdere handen te onderscheiden.

In deel 4 is een bijdrage opgenomen van Jaap van der Veen over de opvattingen die in de 17e eeuw leefden over kwesties van eigenhandigheid. Wat houden die in?

Hij maakt duidelijk dat het niet ongewoon was dat de meesterschilder van een werkplaats zijn monogram of volledige handtekening plaatste op een werk dat door leerlingen of assistenten was gemaakt en dat hij had opgewerkt of geretoucheerd. Die werken werden toen ook al niet als volledig eigenhandig beschouwd, de naam van de meester was primair een kwaliteitsmerk. Het lijkt erop dat Rembrandt dit incidenteel ook wel gedaan heeft.

Naarmate liefhebbers in de loop van de 17e eeuw steeds meer op zoek gingen naar volledig eigenhandige werken van een meester, werd de volledig uitgeschreven handtekening ook van groter belang.

Welke conclusie trekt Van der Wetering in het 4de deel van de Corpus en wijkt deze af van de voorafgaande delen

De conclusie is nog steeds dezelfde, er is geen sprake van enige vorm van werkverdeling

Welke oude illusie van het projectteam is eveneens losgelaten, en wat is daar voor in de plaats gekomen?

De homogene kunsthistorische methode. Daarvoor is een samenwerking met verschillende vertegenwoordigers van andere disciplines gekomen.

Welke switch maakt Van de Wetering in het 5e deel?

Op grond van de opvattingen van Van Veen komt Van de Wetering tot inzichten om een aantal eerder afgeschreven werken alsnog in het Corpus op te nemen als een volwaardige Rembrandt, zoals David en Jonathan of onder de kwalificatie Rembrandt en/of pupil

Waarin verschilde de aanpak van het 'nieuwe' RRP met de oude?

  • De gang van zaken in atelier Rembrandt staat nu centraal.
  • Loslaten neiging elk bestudeerd schilderij toe te schrijven aan individuele leering. 
  • Benadering voorzichtiger
  • Onderbouwing met technische hulpmiddelen  

Wat kun je zeggen over de termen die Van de Wetering gebruikt om de verschillen aan te duiden tussen het werk van Rembrandt en dat van zijn leerlingen in een schilderij?

Het zijn tamelijk abstracte termen, zoals 'handling and conception of form' die volgens hem bij Rembrandt doeltreffender en efficiënter is dan bij zijn leerlingen of assistenten. Deze termen worden (volgens Van de Wetering) pas bruikbaar in een discussie na intensieve en langdurige oefening in het kijken naar werk van Rembrandt en tijdgenoten. Daarmee blijft deze discussie een zaak van kenners.

Jan van Veen leverde een bijdrage aan deel 4 van het Corpus. Wat was zijn conclusie?

  • 17e eeuwse kopers wel degelijk op zoek naar schilderijen aan de hand bepaalde meester.
  • Meester zette soms monogram of handtekening op werk van leerlingen dat hij had geretoucheerd.
  • Kwaliteitsmerk. Ook Rembrandt deed dat soms.

Op welke wijze worden de conclusies onderbouwd

  • Technische hulpmiddelen die antwoord kunnen geven of de structuur van het doek of de herkomst van het paneel aantoonbaar vergelijkbaar is met een zeker aan Rembrandt toe te schrijven schilderij.

Waarom zetten meesters hun monogram of volledige handtekening onder een werk, ook hal was het door assistenten gemaakt?

Het gold als kwaliteitsmerk
Opgewerkt of geretoucheerd.
(Dus niet volledig eigenhandig)

Hoe beziet Van de Wetering de Beresteynportretten bij nader inzien?

Man => volledig door Rembrandt
Vrouw => Rembrandt en assistent.

Welke afgeschreven werken worden op grond van dit nieuwe inzicht van Van de Wetering nog opgenomen als volwaardige Rembrandts?

David en Jonathan, Rembrandt and Pupul, de Beresteyn man (99%) en vrouw (met een iets grotere onzekerheidsfactor), en de Poolse Ruiter ook grotendeels.

Jaap van de Veen levert aan deel 4 een bijdrage die het hart van het oude en nieuwe RRP raakt, beschouwing over opvattingen die in de 17de eeuw bestonden over eigenhandigheid, tot welke conclusie komt Van de Veen

Bemiddelde 17de-eeuwse kopers wilden wel degelijk een schilderij dat geheel door de meester geschilderd was. Toch was het niet ongewoon dat de meesterschilder zijn monochram of handtekening op een werk plaatste dat gemaakt was door leerlingen of assistenten en dat hij had opgewerkt of geretoucheerd.

Wat bespreekt Van de Wetering in Deel 5 van het Corpus?

Gering aantal werken Rembrandt, waarin ook de hand van tijdgenoten zat.
David en Jonathan en Poolse ruiter gezien als volwaardige Rembrandt.

In deel 5 bespreekt Van de Wetering een aantal werken van Rembrandt waarin naast Rembrandt ook een aantal tijdgenoten een deel hebben geschilderd, in welke werken ziet hij dit vooral en welk onderdeel

In portretten, waar een assistent incidenteel handen of kant van een kraag of manchet zou kunnen hebben geschilderd

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo