Hoe kijkt de kunstkenner? Besluitvorming rond een betwiste Rembrandt - Kwaliteit boven eigenhandigheid
30 belangrijke vragen over Hoe kijkt de kunstkenner? Besluitvorming rond een betwiste Rembrandt - Kwaliteit boven eigenhandigheid
Wat kan bij vervalsingen vaak zekerheid geven?
Er bestaan grofweg twee verschillende visies op het toeschrijvingsproces. Welke?
Aan de andere kant zijn er kenners die stellen dat intuitie wel een rol speelt, maar dat de kern van de beslissing moet bestaan uit rationele elementen. Dat maakt de toeschrijving toetsbaar.
Na de WO 2 werd De Emmaüsgangers als vervalsing ontmaskerd, kenners zagen een reden om na te denken over de manier waarop schilderijen werden toegeschreven. Van welke middelen maakt men tegenwoordig gebruik om schilderijen toe te kennen
- Materiaal-technisch onderzoek b.v. als de verf pigment bevat wat in de 17de eeuw nog niet bestond
- Bij positieve toeschrijving aan oude meesters is het een kwestie van interpretatie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
In beide visies op het toeschrijvingsproces spelen vooronderstellingen een cruciale rol. Welke aannames zijn dit, en hoe betrouwbaar is een toeschrijving die gebaseerd is op dergelijke aannames?
-De aanname over de mate waarin een schilder van werkwijze veranderde
-De aanname over de mate waarin een schilder alleen werkte, of samen met assistenten of leerlingen
Hoewel er vaak geen zekerheid is over deze aannames, moet de kenner toch een inschatting maken van wat hij karakteristiek vindt voor de schilder in kwestie om een toeschrijving te kunnen doen.
Hoe betrouwbaar een toeschrijving is, hangt af van hoe juist deze aannames waren.
Met welke lastige vragen wordt een kenner tijdens het toeschrijvingsproces geconfronteerd?
-werkte de schilder alleen, of met een leerling/assistent.
-ging de schilder altijd op dezelfde manier te werk of juist niet.
Wat was het gevolg van de ontmaskering van de Emmausgangers als een vervalsing door Han van Meegeren?
Nadenken hoe toeschrijvingen schilderijen plaatsvinden.
Wat heeft het kennerschap verfijnd?
(Bestaat verf uit pigment dat in 17e eeuw nog niet betond?)
Wat is er mis met de aanname dat er bij oude meesters een kerngroep is van schilderijen, waarvan wordt aangenomen dat deze geheel door de hand van de meester zijn geschilderd?
Interessant is bijvoorbeeld dat 17e eeuwse schilders soms bewust schilderijen van verschillende kwaliteitsniveaus maakten en enkelen zelfs met hun signatuur aangeven welke werken ze zelf het beste vonden (vb Gerard van Honthorst).
Bovendien bleken kenners een scherp onderscheid te maken in hoofd- en bijzaken.
De aannames bij een toeschrijvingsproces zijn deels te toetsen. Wat is daarbij belangrijk en waar is die informatie te vinden?
De informatie hierover is te vinden in:
-brieven en dagboeken van schilders en kunstkenners
-17e eeuwse boeken over kunsttheorie en etiketten
-gildereglementen, boedelinventarissen, contracten en notariële akten en deels ook verkoopcatalogi.
NB. In een enkel geval zijn deze bronnen op hun beurt weer te toetsen aan een specifiek schilderij
Met welke vragen wordt de kenner tijdens het toeschrijvingsproces mee geconfronteerd
- In hoeverre veranderde een schilder van stijl?
- Werkte een schilder alleen of had hij meerdere assistenten of leerlingen?
- Ging de schilder altijd op dezelfde manier te werk?
Wat is de moeilijkheid bij het toeschrijven van schilderijen aan oude meesters?
- Meningen verdeeld over wat de doorslag zou moeten geven.
- Wie heeft het schilderij gemaakt?
De kenner moet een inschatting maken van wat karakteristiek is voor een schilder, waaruit bestaat deze inschatting
Interessant is bijvoorbeeld dat 17e eeuwse schilders soms bewust schilderijen van verschillende kwaliteitsniveaus maakten en enkelen zelfs met hun signatuur aangeven welke werken ze zelf het beste vonden. Noem twee voorbeelden.
Welke twee visies toeschrijvingsproce?
- Intuïtie - plotseling inzicht gebaseerd op visuele indruk. Achteraf beslissing beredeneren.
- Rationele argumenten kern. Toetsbaar. Intuïtie speelt wel rol.
Waar hangt de betrouwbaarheid van een toeschrijving vanaf
Wat speelt volgens Tummers een cruciale rol bij zowel plotselinge inzichten als zorgvuldig beredeneerde analyses?
Volgens de auteur is het bij het beoordelen van 17e eeuwse schilderijen nodig om de criteria die bewust of onbewust gebruikt worden, aan te scherpen aan 17e eeuwse inzichten. Waarom pleit zij hiervoor?
-Een bekend toeschrijvingsprincipe, namelijk dat met name onbelangrijke, relatief routinematig uitgevoerde passages de hand van de meester zouden verraden, komt op losse schroeven te staan wanneer het niet zeker is dat de meester ook dit soort passages zelf schilderde.
Signeerde de schilder altijd het schilderij, en waren ze altijd van dezelfde kwaliteit?
Wat vond men in de zeventiende eeuw vanzelfsprekend bij de productie van originelen?
Zelfs als een schilderij 'van de hand van de meester' wordt genoemd in een zeventiende-eeuwse bron, betekende dat niet per definitie dat het ook echt alleen door die meester was geschilderd.
Hoe signeerden Gerard van Honthorst en Deavid Teniers de Jonge hun beste werken?
Bij toeschrijvingen oude meester hebben we nooit absolute zekerheid. Hoe zijn aannames wel deels te toetsen?
In de 17de eeuw maakten schilders soms schilderijen van verschillende kwaliteitsniveaus op welke wijze geven ze aan welke zij de beste vonden
Wanneer een schilderij 'van de hand van de meester' zo in 17e eeuwse bron wordt genoemd, wat betekent dit?
Soms schilderijen verschillende kwaliteitsniveaus , degene die ze het beste vonden kregen hun signatuur.
- Hoe werd kwaliteit dan gedefinieerd?
Wat is een eigenaardigheid van 17e eeuwse kunstenaars?
De besten werden gesigneerd.
Wat betekent naam + Fe(cit)?
Hiermee werden de beste werken gesigneerd
Welke vraag was in de 17de eeuw belangrijker dan de vraag of een schilderij de naam van een bekende meester mag dragen
Wie ondertekenden soms hun beste schilderijen met fe(cit)? (heeft dit gemaakt)
- Gerard van Hondhorst
- David Teniers
Welke schilderijen kregen alleen de naam van de kunstenaar?
Welke werken kregen naam + F(aciebat)?
- was bezig dit te maken.
Waar pleit Anna Tummers voor?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden